Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Den Haag Ons kenmerk Uw kenmerk
14 april 2008 PO/B&B/5666 2070816600
Onderwerp
Vragen van het lid Jan Jacob van Dijk (CDA) over
het laten vervallen van gymlessen.
Hierbij stuur ik u het antwoord op de vragen van het lid Jan Jacob van Dijk (CDA) over het laten
vervallen van gymlessen, met het kenmerk 2070816600 (ingezonden op 4 april 2008).
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Sharon A.M. Dijksma
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl
blad 2/3
Antwoorden op vragen van het lid Jan Jacob van Dijk (CDA) over het laten vervallen van gymlessen.
1.
Heeft u kennisgenomen van het artikel `Gymles vervalt op Friese basisscholen' ? 1)
Ja.
2
Deelt u de mening dat het laten vervallen van gymlessen, hoewel begrijpelijk en misschien
onvermijdelijk, een onwenselijke en onacceptabele situatie is?
Ik ben het met u eens dat de keuze die de desbetreffende scholen hebben gemaakt om
bewegingsonderwijs in de groepen 3 t/m 8 voor een maand te laten vervallen een zeer ongelukkige is.
Regelmatig sporten en bewegen is van wezenlijk belang voor de ontwikkeling van kinderen van die
leeftijd.
3
Deelt u de mening dat dit een signaal is van een onderliggende problematiek ten aanzien van het
organiseren van bewegingsonderwijs voor scholen en dat deze problematiek snel en effectief
aangepakt dient te worden ten einde te voorkomen dat dit zich over Nederland uitbreidt?
Sinds de start van de leergang (20052006) hebben mij signalen bereikt dat scholen problemen
ervaren met de organisatie van het bewegingsonderwijs. Een snelle, effectieve aanpak is absoluut van
belang en dat is precies de reden dat ik heb besloten de leergang, op grond van een door het landelijk
overleg opleidingen basisonderwijs (LOBO) uitgewerkt scenario, met ingang van het komende
schooljaar te verlichten. Mijn verwachting is dat de arbeidsmarktproblemen hierdoor zullen afnemen.
Ook start binnenkort een voorlichtingstraject richting scholen over de verschillende manieren waarop
scholen hun organisatorische problemen kunnen oplossen (zie hierover mijn brief, met kenmerk
PO/B&B/2008/9198).
4
Kunt u aangeven in hoeverre in de rest van land eveneens sprake is van een soortgelijke situatie zoals
die in het bovengenoemde artikel beschreven wordt?
Ik heb niet de indruk dat de in het artikel beschreven situatie kenmerkend is voor geheel Nederland.
5
Welke mogelijkheden ziet u om in overleg met deze scholen tot een goede oplossing te komen met
betrekking tot het verzorgen van bewegingsonderwijs?
blad 3/3
Ik verwacht dat de maatregelen die ik mijn bovengenoemde brief heb aangekondigd zullen zorgen voor
een afname van de organisatorische problemen. Verder zijn de besturenorganisaties, de AVS en de
vakorganisaties betrokken bij de voorlichting omtrent de organisatie van het bewegingsonderwijs.
1) Trouw, 4 maart 2008