Gemeente Utrecht


2008 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
41 Vragen van de mevrouw A. van Rooij
(ingekomen 14 april 2008)


Op de Grote Trekdreef bevindt zich één van de locaties van de obs Overvecht. Deze locatie is gehuisvest in een normaal schoolgebouw en in een noodgebouw. Het noodgebouw is niet gefundeerd. De twee gebouwen delen een schoolplein.
Naast deze schoolgebouwen staat het voormalige verzorgingscentrum 'Titus Brandsmahuis'. Op dit moment wordt dit gebouw gesloopt, in het kader van de herontwikkeling van het gebied.
De sloop is in de afgelopen herfst aangevangen. De sloop veroorzaakt veel overlast voor de school en er ontstaan gevaarlijke situaties. Vanwege gevaarlijke situaties (gaslekken) is de school inmiddels 2x geëvacueerd, de laatste maal begin deze maand.
Ook is er sprake van grote overlast voor de school, met name door trillingen die met name in het noodgebouw goed voelbaar zijn, en van bouwstof dat tot in de leslokalen doordringt.
Dit brengt de fractie van D66 tot de volgende vragen:


1. Is het college op de hoogte van de overlast, de gevaarlijke situatie en de evacuéringen van de obs Overvecht in de afgelopen periode?


2. Welke bepalingen zijn in de sloopvergunning opgenomen die dit soort situaties zouden moeten voorkomen, hoe vaak is de naleving van de bepalingen gecontroleerd, wat is hierbij geconstateerd?


3. Welke maatregelen heeft het college genomen, cq. gaat het college nemen om het nogmaals ontstaan van gevaarlijke situaties te voorkomen?


4. Is het college bereid om aanvullende bepalingen in de sloopvergunning op te nemen om de overlast van getril in het noodgebouw en de stofoverlast in beide gebouwen uit te bannen, zodat de school ongehinderd goed onderwijs kan blijven verzorgen?


5. Bestaat er contact tussen betrokken gemeentelijke diensten en de arbeidsinspectie over deze situatie, zo ja welke concrete acties zijn er uit deze contacten voortgevloeid? Zo niet, wat is hiervan de reden?


De sloopplaats is afgezet met gewone bouwhekken. Het gebouw is thans open omdat alle puien verwijderd zijn. Op het terrein wordt asbestafval tijdelijk opgeslagen. De situatie is dusdanig dat tijdens de werkzaamheden de medewerkers van het sloopbedrijf beschermende kleding en ademhalingsbescherming dragen.

6. Is het college van mening dat de sloopplaats afdoende is afgesloten en bewaakt, zodat het uitgesloten is dat buiten de tijden dat er gewerkt wordt het onmogelijk is dat onbevoegden (spelende kinderen) onverhoopt de sloopplaats betreden en daarmee toegang krijgen tot het gebouw of tot gevaarlijk afval?

7. Is het college bereid om na de sloop, als er op deze locatie woningbouw plaats vindt, de regie in handen te nemen en met de obs Overvecht, de ontwikkelaar en de aannemer bindende afspraken te maken over het voorkomen van overlast van de bouwactiviteiten en nauwlettend toe te zien op de naleving van de afspraken, dit in het belang van goed onderwijs?

8. Is het college bereid om de raad t.z.t. hierover te informeren?


---- --