De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33
www.szw.nl
2513AA22XA
Ons kenmerk UB/S/2008/9376
Datum 14 april 2008
Onderwerp Inbreng van het WERKbedrijf in de geïntegreerde
dienstverlening
In het algemeen overleg van 23 januari 2008 hebben wij toegezegd uw Kamer nader te
informeren over de vormgeving van de basisdienstverlening vanuit UWV/CWI en de invulling
van de taakstelling voor UWV en CWI. Met deze brief wordt aan deze toezegging voldaan.
Tevens wordt met deze brief gereageerd op de motie van de leden Nicolaï en Koer Kaya
(Kamerstukken II, 2007/08, 31 200 XV, nr 36).
Een van de hoofddoelstellingen van dit kabinet is de participatie deze kabinetsperiode
substantieel te verhogen. De ambities op dit terrein zijn fors en vragen om grote inspanningen
gezamenlijk met andere partijen. Hierbij gaat het om maatwerk. Een gerichte aanpak,
toegesneden op de specifieke individuele omstandigheden, maakt het participatiebeleid
effectiever. Goede samenwerking en verbinding, ook met werkgevers in de regio, is hierbij
onontbeerlijk. Een samenwerking die erop gericht is elkaar te versterken, zonder in elkaars
verantwoordelijkheden te treden, zodat een netwerk van werk, inkomen en scholing ontstaat.
Een integrale en samenhangende aanpak staat voorop. UWV, CWI en gemeenten vervullen
hierin een essentiële rol.
In de kabinetsreactie Evaluatie SUWI (Kamerstukken II, 2007/08, 26 448, nr 342) is
aangegeven dat verdere ontwikkeling van de SUWI-doelen via geïntegreerde dienstverlening
in de Locaties voor Werk en Inkomen (LWI's) gestalte dient te krijgen. In het kader van de
samenvoeging van UWV en CWI worden de activiteiten van beide organisaties gericht op
werk samengebracht in één nieuw organisatieonderdeel, het WERKbedrijf. Het WERKbedrijf
zal gezamenlijk met gemeenten de geïntegreerde dienstverlening in de LWI's vormgeven en
levert een concrete bijdrage aan de totstandkoming en uitvoering van het regionale
arbeidsmarktbeleid. Het WERKbedrijf en gemeenten maken per regio en per locatie afspraken
over de wijze van samenwerking en de intensiteit van deze samenwerking. Dit sluit aan bij het
position paper van UWV en CWI van december 2006 waarin de vorming van een gezamenlijk
WERKbedrijf wordt aangekondigd. Voor de invoering van de geïntegreerde dienstverlening
zal 15 mln aan de keten ter beschikking worden gesteld.
Ons kenmerk UB/S/2008/9376
Met deze lijn in de kabinetsreactie Evaluatie SUWI is invulling gegeven aan de afspraak in het
Coalitieakkoord om CWI, UWV en gemeenten aan te sporen hun werkzaamheden op elkaar af
te stemmen, de kwaliteit en effectiviteit van de dienstverlening en re-integratie te verbeteren en
arbeidsmarktbeleid en re-integratie samen te brengen in één loket. Hieraan is in het
Coalitieakkoord een taakstelling vanaf 2008, oplopend tot 190 mln structureel vanaf 2012,
gekoppeld. Zoals aangegeven in de kabinetsreactie zal aan de taakstelling voor tweederde
worden bijgedragen door UWV en CWI gezamenlijk en voor eenderde door de gemeenten. In
de brief van 11 december 2007 (Kamerstukken II, 2007/08, 26 448, nr 347) is de Tweede
Kamer reeds geïnformeerd over de wijze waarop de taakstelling bij gemeenten zal worden
ingevuld.
De voorgenomen wijziging Wet SUWI maakt deze verbeterde samenwerking in de keten van
werk en inkomen, en daarmee het verbeteren van de dienstverlening, mogelijk. Het
wetsvoorstel is dan ook een noodzakelijke voorwaarde om de taakstelling van 190 mln te
kunnen realiseren.
UWV en CWI hebben gezamenlijk een voorstel gedaan voor de invulling van de taakstelling
( 127 mln structureel) en de vormgeving van de basisdienstverlening vanuit het
WERKbedrijf. Dit voorstel laat zien dat de taakstelling te realiseren is. Duidelijk is echter ook
dat dit veranderingen ten opzichte van het huidige dienstverleningspakket betekent. Concreet
betreft dit onder meer het verminderen van het aantal locaties en het laten aflopen van de
beleidsprogramma's voor geprioriteerde cliëntengroepen. De basisdienstverlening wordt
kwalitatief zo ingericht dat werkzoekenden die nu vanuit specifieke programma's worden
ondersteunt, ook in de nieuwe werkwijze de nodige ondersteuning krijgen. Daarnaast zal 25
mln aan structurele besparingen uiterlijk in 2010 nader door UWV en CWI worden ingevuld.
Met name in de jaren 2011 en 2012 treedt er spanning op tussen de taakstelling van 127 mln
en de Vernieuwing UWV. Als dan kan pas inzichtelijk worden gemaakt welke aanpassingen
dit vergt in de dienstverlening en het WERKbedrijf.
Tot slot is de fasering van de taakstelling nog een discussiepunt. In de voorgestelde reeks door
UWV en CWI zijn de incidentele transformatiekosten van 35 mln nog niet verwerkt.
Invulling van deze 35 mln door UWV/CWI zou een versnelling van een groot aantal
maatregelen impliceren. Met UWV en CWI zijn wij in overleg over de oplossing van de
problematiek van 35 mln, waarbij wij de gevolgen voor de dienstverlening zo beperkt
mogelijk willen houden. Ten laatste bij de begroting 2009 zullen wij hierop terugkomen.
Met betrekking tot het WERKbedrijf is een voorlopig businessplan opgesteld dat in de
komende maanden besproken wordt met de stakeholders, zoals gemeenten, onderwijs,
werkgevers etc. In juni zal het businessplan definitief door UWV en CWI worden vastgesteld.
Gegeven de invulling van de taakstelling kunnen nog aanpassingen in het businessplan
plaatsvinden.
In deze brief worden de contouren van de basisdienstverlening (beeld 2012) aangehaald zoals
die in het voorlopige businessplan zijn opgenomen en gerealiseerd kunnen worden rekening
---
Ons kenmerk UB/S/2008/9376
houdend met de taakstelling. Ons inziens resteert na realisatie van de aan UWV en CWI
opgelegde taakstelling nog steeds kwalitatief een adequate basisdienstverlening. In de
komende jaren wordt hier naar toegewerkt. Eind 2008 dienen de LWI's te zijn gerealiseerd en
eind 2009 dient in deze locaties sprake te zijn van geïntegreerde dienstverlening. De beoogde
datum voor de fusie van UWV en CWI is 1 januari 2009. Het is belangrijk om bij het lezen
van deze brief te realiseren dat het geschetste eindbeeld niet van de ene op andere dag
gerealiseerd zal zijn en tot stand moet komen in een dynamische omgeving. Langs de reguliere
lijnen zullen wij hierop sturen. Daar waar dat nodig is zullen wij daarnaast behulpzaam zijn
om deze veranderingen te realiseren.
Contouren van de basisdienstverlening (beeld 2012)
Doelen
Het WERKbedrijf heeft als ambitie geformuleerd om in nauwe samenwerking met de
gemeenten steeds meer mensen aan het werk te helpen door het bij elkaar brengen van vraag
en aanbod. Dit wil het WERKbedrijf doen door:
o met gemeenten in de lokale vestingen, via werk.nl of telefonisch klantgericht en
geïntegreerd medewerkers en instrumenten aan te bieden;
o op landelijk, regionaal en lokaal niveau een schakelfunctie te vervullen voor werkgevers en
tussen publieke en private organisaties;
o complementair samen te werken met private partners.
In het voorlopige businessplan maakt het WERKbedrijf deze ambitie concreet, waarbij het
WERKbedrijf aansluiting zoekt bij de doelstellingen van het Kabinet.
Dienstverlening aan de werkzoekende
Met betrekking tot de dienstverlening aan de werkzoekende is door het WERKbedrijf als
ambitie geformuleerd dat iedere werkzoekende binnen zes maanden na het eerste contact actief
aan de slag is. Dit betekent dat de werkzoekende aan het werk (loonvormende arbeid of
zelfstandig ondernemerschap) is of werkt aan werk (invullen van stageplek, participatiebaan of
leerwerkbaan in combinatie met aanvullende re-integratie-inspanningen of scholing dan wel in
een perspectiefrijk sollicitatietraject naar regulier werk is betrokken).
Er wordt per werkzoekende gekeken wat deze persoon nodig heeft om aan het werk te kunnen
(maatwerk): diagnose aan de kop van het proces direct gevolgd door actie. Hierbij wordt
gedacht in mogelijkheden en niet in belemmeringen van mensen. Bij het eerste persoonlijke
gesprek worden de wens en de arbeidsmarktsituatie van de werkzoekende besproken, evenals
welke rechten en plichten hij/zij heeft. Tevens worden afspraken over zoek- en
sollicitatieactiviteiten gemaakt met de werkzoekende in de vorm van een actieplan. Hierbij
wordt uitgegaan van de eigen verantwoordelijkheid van de werkzoekende. De wijze van
dienstverlening (via werk.nl, telefonie of persoonlijke dienstverlening) wordt voortdurend
gerelateerd aan de mate van zelfredzaamheid van de werkzoekende. Er zal steeds worden
---
Ons kenmerk UB/S/2008/9376
getoetst of de gemaakte afspraken worden nagekomen. Deze toetsing bepaalt mede de
vervolgdienstverlening. Bij niet nakoming van de plichten kunnen sancties worden opgelegd.
In de bovenstaande aanpak is de intensieve dienstverlening, zoals deze momenteel plaatsvindt
in het kader van de beleidsprogramma's voor geprioriteerde cliëntengroepen, op de huidige
wijze niet meer nodig. Deze programma's lopen dan ook af. Een deel van de personele
capaciteit van de beleidsprogramma's zal ingezet worden in de basisdienstverlening. Indien in
de toekomst extra taken bovenop de basisdienstverlening wenselijk worden geacht, kan
worden bezien of hiervoor aparte programmamiddelen beschikbaar kunnen worden gesteld.
Inzicht in competenties en vaardigheden is van belang voor de matching tussen de
gewenste/gevraagde en aangeboden competenties en vaardigheden. Hoewel er een geringe
personele reductie plaatsvindt, blijven de competentietestcentra beschikbaar.
Dienstverlening aan werkgevers
Een goede werkgeversdienstverlening is cruciaal voor het bij elkaar brengen van vraag en
aanbod. Het is dan ook van groot belang om goed aan te sluiten bij wat werkgevers willen en
nodig hebben. De concrete vormgeving van de dienstverlening dient dan ook samen met
werkgevers plaats te vinden.
De dienstverlening aan werkgevers zal op verschillende niveaus tot stand komen. Op lokaal
niveau vindt de dienstverlening in de LWI plaats door de werkcoach. Deze dienstverlening zal
vooral branchegewijs georganiseerd zijn en gericht zijn op met name het MKB. Op deze wijze
kunnen de werkcoaches een volwaardige gesprekspartner zijn voor werkgevers. Op regionaal
niveau (in de LWI met regioaccount) zullen servicepunten worden ingericht die aansluiten bij
de 56 ambassadeursgemeenten die een initiatiefnemende rol hebben ten aanzien van het
formuleren van het regionale arbeidsmarktbeleid. Vanuit deze servicepunten zijn
bedrijfsadviseurs actief die proactief meedenken met werkgevers. Zij zullen vooral handelen
om creatieve oplossingen te vinden als vacatures moeilijk vervulbaar zijn en ontwikkelen in
samenwerking met werkgevers arrangementen die een overbrugging mogelijk maken tussen de
vraag van werkgevers en het aanbod vanuit gemeenten en UWV, waaronder nuggers. Vanuit
de servicepunten zal het WERKbedrijf ondersteuning bieden bij de totstandkoming van het
regionale arbeidsmarktbeleid. Daarnaast wordt op dit niveau aansluiting met het onderwijs
gezocht. Er zullen Servicepunten Leren en Werken worden aangeboden. Deze specifieke
servicepunten geven ondersteuning aan `Een leven lang leren' voor de gehele
beroepsbevolking. Toegang naar duale trajecten, stageplaatsen en scholingsinformatie wordt
daar georganiseerd. Samenwerking met werkgevers, COLO, (V)MBO's, ROC's en private
aanbieders van opleidingen wordt uitgebouwd. Ook bij de Servicepunten Leren en Werken
wordt gewerkt vanuit geïntegreerde dienstverlening.
Op landelijk niveau wordt door het WERKbedrijf onder andere bijgedragen door werk.nl,
werk-naar-werkarrangementen, het bieden van arbeidsmarktinformatie en de ondersteuning
van vestigingen met marktbewerking.
---
Ons kenmerk UB/S/2008/9376
Locaties en bereikbaarheid
De dienstverlening aan werkzoekenden en werkgevers vindt plaats vanuit 100 LWI's in plaats
van de huidige 125 locaties van CWI. UWV en CWI zullen gezamenlijk met de andere partijen
in het Algemeen Ketenoverleg (AKO) criteria voor de bereikbaarheid opstellen. Voorop staat
dat de bereikbaarheid op een acceptabel niveau blijft. Mogelijkheden die hierbij aan de orde
kunnen komen zijn: het sluiten van een locatie in steden waar meerdere locaties zijn,
elektronische dienstverlening, het houden van spreekuren op het stadhuis e.d.
Ondersteunende services
Vanuit het WERKbedrijf worden verschillende services en instrumenten beschikbaar gesteld
voor de vestigingen op lokaal niveau ter ondersteuning van de integrale dienstverlening. UWV
en CWI zullen gezamenlijk met VNG en Divosa sturen op de eisen waaraan de services
moeten voldoen. De behoefte/vraag zal op lokaal niveau worden geformuleerd.
Personele inzet
Voor de dienstverlening aan werkzoekenden en werkgevers worden in 2012 in de vestigingen
ruim 3100 fte's ingezet. Hiervan wordt bijna 2400 fte ingezet voor sluitende integrale
dienstverlening (zowel werkzoekenden als werkgevers) in het kader van WW, WWB en niet-
uitkeringsgerechtigden. Ruim 600 fte wordt ingezet voor ondersteuning waaronder
klantontvangst, servicedesk en beursvloer. Ook de competentietesten worden hier aangeboden.
In de LWI's met regionale taken zullen tevens de Wsw-indicatiestelling, leerwerkloketten en
arbeidsjuridische dienstverlening worden gepositioneerd.
De dienstverlening aan arbeidsgehandicapten zal in 2012 ook in de LWI's plaatsvinden. Deze
dienstverlening zal gedurende de kabinetsperiode geleidelijk in de geïntegreerde
dienstverlening in de LWI's worden ondergebracht. De capaciteit hiervoor is afkomstig uit de
huidige UWV-organisatie en is geen onderdeel van de taakstelling van 127 mln.
Invulling van de taakstelling
In de onderstaande tabel is het gezamenlijke voorstel van UWV en CWI voor de invulling van
de taakstelling ( 127 mln structureel) op hoofdlijnen weergegeven. De besparingen worden
zowel in de huidige CWI- als huidige UWV-organisatie gevonden.
De structurele invulling van de taakstelling, zoals in de tabel is aangegeven, leidt tot de
hierboven beschreven basisdienstverlening. De taakstelling kan tendele door efficiency als
gevolg van geïntegreerde dienstverlening en samenvoeging UWV/CWI en een structureel
lagere volumeontwikkeling worden ingevuld. In de kabinetsreactie op de Evaluatie SUWI zijn
hiervan de achtergronden geschetst (paragrafen 4.5, 4.6 en 4.7).
De voorgestelde invulling van de taakstelling door UWV en CWI kent een geleidelijke
opbouw. Hierdoor is capaciteit beschikbaar voor de invoering van de geïntegreerde
---
Ons kenmerk UB/S/2008/9376
dienstverlening, de fusie UWV/CWI en de realisatie van de overige ambities van het kabinet
op het terrein van arbeidsparticipatie.
Bij de invulling van de besparingen ligt de nadruk op besparingen op staf en ondersteuning.
Rond logistiek, ondersteuning, staf en management worden strakke normen gehanteerd
waardoor een slanke organisatie ontstaat. Door de front offices hier vindt de directe
dienstverlening aan werkzoekenden en werkgevers plaats- zoveel mogelijk te ontzien kan ons
inziens op een zo verantwoord mogelijke wijze vorm worden gegeven aan de
basisdienstverlening. Dit betekent echter niet dat de taakstelling pijnloos kan worden ingevuld.
De invulling vereist een aantal moeilijke keuzes, zoals vermindering van het aantal vestigingen
(zie ook onderstaande tabel). Ook lopen de beleidsprogramma's af (door maatwerk wordt dit
zoveel mogelijk opgevangen). Daarnaast wijzigt de dienstverlening door meer gebruik te
maken van internet en telefonie. Dit vraagt veel van het management en medewerkers.
Besparingsreeks UWV/CWI (in mln)
Jaar Besparing Maatregelen
2008 10 o Uitvoeringskosten CWI
o Efficiencymaatregelen m.b.t. sturing en coaching
2009 25 o Efficiencymaatregelen m.b.t. sturing, telefonie/servicedesk, Wsw, coaching van
medewerkers.
o Verhuren van beursvloerruimte aan geïnteresseerde partijen zoals re-
integratiebureaus en uitzendbureaus
2010 70 o Beëindiging beleidsprogramma's voor geprioriteerde cliëntencategorieën
o Verdere synergie telefonie e.d.
o Efficiency werkgeversdienstverlening (1e fase) (o.a. meer gebruik internet en
telefonie)
o Vermindering aantal vestigingen (1e fase)
o Aanpassing huisvesting districten
o Efficiency inkoop re-integratietrajecten (uitvoeringskosten)
o Aanpassing competentietestcentra (vermindering personele capaciteit)
2011 100 o Efficiency werkgeversdienstverlening (2e fase) (o.a. meer gebruik internet en
telefonie)
o Vermindering aantal vestigingen (2e fase)
2012 127 o 25 mln nog in te vullen
Nog in te vullen eenmalige transformatiekosten 35 mln
---
Ons kenmerk UB/S/2008/9376
Het voorstel van UWV/CWI kent twee financiële aandachtspunten. Ten eerste moet 25 mln
aan besparingen nog nader worden ingevuld door UWV/CWI. Met name in de jaren 2011 en
2012 treedt er spanning op tussen de taakstelling van 127 mln en de Vernieuwing UWV. Wij
hebben met UWV/CWI afgesproken dat uiterlijk in 2010 concrete maatregelen worden
aangegeven voor de nog in te vullen besparing van 25 mln. Als dan kan pas inzichtelijk
worden gemaakt welke aanpassingen dit vergt in de dienstverlening en het WERKbedrijf.
Naast het realiseren van de taakstelling van 127 mln loopt bij het UWV tevens het
Vernieuwingsprogramma, waarmee ook efficiency van de uitvoeringskosten wordt bereikt, zij
het vooral gericht op de overige onderdelen van het UWV. Daarnaast deelt UWV in de
rijksbrede taakstelling. Andere bezuinigingsbronnen dan de basisdienstverlening zijn daarmee
uitgeput.
Het tweede aandachtspunt betreft het punt dat UWV en CWI de incidentele
transformatiekosten van 35 mln nog niet in de reeks hebben verwerkt. UWV en CWI hebben
aangegeven dat invulling van deze 35 mln door UWV/CWI een versnelling van een groot
aantal maatregelen zou impliceren. Dit betekent onder andere dat de beleidsprogramma's voor
geprioriteerde cliëntengroepen eerder worden beëindigd en het sluiten van diverse locaties
wordt versneld. UWV en CWI hebben aangegeven dat een dergelijke versnelling de
dienstverlening schaadt en de invoering van de geïntegreerde dienstverlening en de opbouw
van het WERKbedrijf te veel onder druk zet. Vanuit het oogpunt van verantwoorde
bedrijfsvoering achten UWV en CWI dit buitengewoon riskant.
Allereerst merken wij op dat wij reeds besloten hebben om 15 mln ter beschikking te stellen
aan de keten voor de invoering van de geïntegreerde dienstverlening. Met UWV en CWI zijn
wij in overleg over de oplossing van de problematiek van 35 mln, waarbij wij de gevolgen
voor de dienstverlening zo beperkt mogelijk willen houden. Ten laatste bij de begroting 2009
zullen wij hierop terugkomen.
Wij zijn van mening dat de basisdienstverlening vanuit het WERKbedrijf die eind 2011
gerealiseerd zal zijn en onderdeel zal zijn van de geïntegreerde dienstverlening in de LWI's
nog steeds kwalitatief een adequate basisdienstverlening is. De taakstelling is, met in
achtneming van de nadere maatregelen die in het voorgaande zijn besproken, structureel op
verantwoorde wijze vormgegeven.
---
Ons kenmerk UB/S/2008/9376
De aangekondigde veranderingen en het realiseren van het beleidsprogramma van het kabinet
zullen grote inspanningen van de organisaties vergen. Wij zullen dan ook het
veranderingstraject nauwlettend volgen en daar waar knelpunten ontstaan actief met de
betrokken partijen naar oplossingen zoeken.
De Minister van Sociale Zaken De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid, en Werkgelegenheid,
(J.P.H. Donner) (A. Aboutaleb)
---
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid