De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33
www.szw.nl
2513AA22XA
Uw brief 2070815800
Ons kenmerk AV/IR/2008/9470
Datum 14 april 2008
Onderwerp Kamervraag/vragen van het lid Kant
Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van het lid Kant (SP) over het ontbreken
van wettelijke mogelijkheden om te waken bij stervende familieleden.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(J.P.H. Donner)
Ons kenmerk AV/IR/2008/9470
Vraag 1
Wat is uw oordeel over het ontbreken van wettelijke mogelijkheden voor waakverlof en
de constatering dat mensen die de laatste dagen bij hun stervende dierbare willen zijn nu
afhankelijk zijn van de goodwill van hun werkgever?
Antwoord vraag 1
Het Burgerlijk Wetboek kent voor werkgevers en werknemers de plicht zich als goed
werkgever en goed werknemer te gedragen. Zeker in een situatie als deze zijn deze begrippen
van belang om aan te geven dat beide partijen een verantwoordelijkheid dragen, zonder dat in
detail wordt voorgeschreven hoe deze verantwoordelijkheid wordt ingevuld. In de praktijk zal
in dit soort situaties altijd sprake moeten zijn van maatwerk. Per persoon zal de behoefte aan
waken verschillen. Een goed werknemer pleegt overleg met zijn werkgever indien zich een
dergelijke situatie voordoet en houdt daarbij ook rekening met het belang van de werkgever.
Een goed werkgever zal ruimte bieden aan werknemers om op een passende wijze afscheid te
kunnen nemen van een dierbare.
Daarnaast is voor langdurende ziekten in de Wet Arbeid en Zorg het langdurend zorgverlof
opgenomen. Dit biedt de mogelijkheid verlof op te nemen in verband met de zorg voor een
stervend familielid. Het begrip verzorging heeft in deze context een ruime betekenis. Het
omvat zowel het bieden van fysieke zorg (handen aan het bed), als het doen van
boodschappen, enz. of enige andere vorm van bijstand en ondersteuning, ook in geestelijk
opzicht, die aan de stervende persoon wordt verleend (en die de werknemer wil bieden).
Ook kunnen sociale partners regelingen treffen in CAO's. In 21% van de CAO's zijn
specifieke afspraken gemaakt over verlof in verband met stervensbegeleiding.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het opnemen van vakantiedagen geen goede oplossing is om te
kunnen waken bij een stervend familielid?
Antwoord vraag 2
Betaalde verlofdagen stellen de werknemer in staat naast zijn werk ook andere activiteiten uit
te voeren of andere verantwoordelijkheden op zich te nemen. Juist in de situatie van een
stervende dierbare kan worden verwacht dat een werknemer zijn verantwoordelijkheid neemt
en tijd vrijmaakt om dat te doen wat hij nodig acht. Daarbij kunnen werknemers een afweging
maken of zij aanspraak willen maken op onbetaald langdurend zorgverlof of kiezen voor het
opnemen van doorbetaalde verlofdagen. Deze afweging zal van werknemer tot werknemer
verschillen.
---
Ons kenmerk AV/IR/2008/9470
Vraag 3
Wat is uw reactie op de mening van verpleeghuispastor Marinus van den Berg dat
`waakverlof net zo vanzelfsprekend zou moeten zijn als zwangerschapsverlof' en dat
`sterven tijd vraagt, niet alleen voor degene die gaat sterven, ook voor de mensen er om
heen"?
Antwoord vraag 3
De grondslag voor zwangerschapsverlof is primair gelegen in de bescherming van de
gezondheid van moeder en kind. Zwangerschapsverlof heeft daarmee een andere grondslag
dan andere verlofvormen. Zwangerschapsverlof laat zich daarom moeilijk vergelijken met
verlof voor het waken bij een dierbare naaste.
Het doorbrengen van de laatste tijd met een dierbare is voor de meeste mensen een intensieve
en emotionele periode. Voor elkaar zorgen en op een waardige wijze afscheid nemen behoren
tot de essentiële zaken van het leven. Het is echter niet aan mij om uitspraken te doen over de
hoeveelheid tijd die noodzakelijk is voor het waken bij een stervende.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het belangrijk is om mensen ruimte en tijd te geven om samen te
kunnen zijn bij- en afscheid te kunnen nemen van een stervend familielid? Zo ja, deelt u
de constatering dat de huidige verlofregelingen hier onvoldoende ruimte voor geven? Zo
neen, waarom niet?
Antwoord vraag 4
Ik deel uw mening dat het belangrijk is om mensen ruimte en tijd te geven om samen te
kunnen zijn bij- en afscheid te kunnen nemen van een stervend familielid.
Binnen de huidige kaders bestaat in mijn visie voldoende gelegenheid voor werkgever en
werknemers om tot een passende regeling te komen, met inachtneming van de begrippen goed
werkgeverschap en goed werknemerschap.
Vraag 5
Deelt u de mening dat er een wettelijke regeling moet komen zodat mensen een recht
krijgen op een volledig doorbetaald waakverlof? Zo ja, bent u bereid dit voorstel uit te
werken? Zo neen, waarom niet en bent u bereid andere maatregelen te treffen om
waakverlof mogelijk te maken?
---
Ons kenmerk AV/IR/2008/9470
Antwoord vraag 5
Ik deel deze mening niet. Zoals ik hierboven aangaf bieden de huidige kaders voldoende
ruimte aan werknemers en werkgevers om een regeling te treffen.
Daarnaast is een wettelijke regeling in mijn visie ook niet wenselijk. In dit verband komt de
principiële vraag ter discussie wie primair de verantwoordelijkheid dient te dragen indien zich
gebeurtenissen voordoen in het persoonlijke leven van de werknemer. Deze
verantwoordelijkheid ligt in mijn visie in eerste instantie bij de werknemer. Natuurlijk moet er
ruimte zijn voor de werknemer om arbeid en andere verantwoordelijkheden te combineren.
Aan de werknemer staan daartoe echter voldoende mogelijkheden ter beschikking via
verlofdagen of onbetaald verlof.
Het ruimte geven aan werknemers om te waken bij een stervende is een normaal aspect van
goed werkgeverschap. Wanneer alle zaken die als vanzelfsprekend behoren tot goed
werkgeverschap in wetgeving worden vastgelegd wordt dit begrip uiteindelijk inhoudsloos.
.
Vraag 6
Wat is uw reactie op het voorstel van de FNV dat er een verzekering moet komen voor
langdurig verlof bij mantelzorg en palliatieve zorg, in de vorm van een
loondervingsverzekering zoals die ook bestaat bij werkloosheid of arbeidsongeschiktheid,
waardoor zorgende en wakende mensen gegarandeerd blijven van inkomen?
Antwoord vraag 6
Collectieve verplichte verzekeringen zijn een geschikt instrument indien individuele
oplossingen om wat voor reden dan ook niet mogelijk zijn. In dit geval is daarvan geen sprake.
Werknemers hebben voldoende mogelijkheden zelf voorzieningen te treffen om eventueel
inkomensverlies op te vangen. De levensloopregeling is een instrument om te sparen voor
betaald verlof. De regeling biedt expliciet de mogelijkheid om - in overleg met de werkgever-
dit verlof op te nemen voor het combineren van arbeid en zorgtaken. Naar mijn mening biedt
deze regeling voldoende mogelijkheden voor de werknemer om een inkomensvoorziening te
treffen. Deze regeling doet naar mijn visie ook recht aan de principiële verdeling van
verantwoordelijkheden tussen werknemer, werkgever en overheid.
Een verplichte collectieve verzekering is in mijn visie dus niet nodig. Ook heeft een dergelijk
instrument een in mijn ogen ongewenst bijeffect. Al eerder heb ik gesteld dat in deze situaties
uit de aard der zaak in hoge mate sprake is van maatwerk en individuele arrangementen. Het
instellen van een collectieve verzekering leidt onvermijdelijk tot de noodzaak tot concretiseren
en dus afbakenen van de aanspraken, waaronder de kring van rechthebbenden, de duur, de
procedure en de verantwoording. Juist het zo belangrijke maatwerk komt daarmee onder druk
te staan. Iets vanzelfsprekends als waken bij een stervende dierbare zou niet moeten worden
getrokken in de sfeer van claims en procedures.
---
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid