Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL
Vergaderjaar 2007-2008
31 346 Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met
de uitbreiding van de groep van personen die het collegegeld dat is vastgesteld bij wet,
verschuldigd zijn
Nota van wijziging
Ontvangen
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel I wordt, onder vernummering van artikel II tot artikel III, een nieuw artikel
ingevoegd, luidende:
ARTIKEL II. Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten
De Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten wordt als volgt gewijzigd:
A
Voor artikel 12.5 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 12.4a. Afwijking van artikel 2.23
Voor de berekening van de draagkracht, bedoeld in artikel 2.23, eerste lid, van de student
die onder afdeling 5.1 valt, wordt in de studiejaren 2008-2009 en 2009-2010 het
toetsingsinkomen van zijn partner op nihil gesteld.
B
Artikel 12.4a vervalt.
B
Artikel III (nieuw) komt te luiden:
ARTIKEL III. Inwerkingtreding
W4847.NVW 1
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 september 2008, met uitzondering van artikel II,
onderdeel B, dat in werking treedt met ingang van 1 september 2010.
Toelichting
Deze nota van wijziging bewerkstelligt dat de Tegemoetkoming lerarenopleiding (TLO) die
onderdeel uitmaakt van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (WTOS)
nog twee jaar kan worden toegekend op de wijze waarop dat nu ook gebeurt.
Sinds 1 augustus 2001 is de TLO een onderdeel van de WTOS. De tegemoetkoming biedt een
bijdrage in de studiekosten van studenten van lerarenopleidingen die geen recht (meer)
hebben op studiefinanciering en een inkomen hebben dat lager is dan 30.430 (voor het
schooljaar 2007-2008). Jaarlijks maken iets meer dan 10.000 mensen gebruik van deze
regeling. Op dit moment vindt er een evaluatie van de TLO plaats; de evaluatiegegevens
worden medio 2008 verwacht.
Tot en met het studiejaar 2007-2008 is het partnerinkomen van de aanvragers buiten
beschouwing gelaten voor de berekening van aanspraak op de TLO op grond van een
beleidsregel van de Informatie Beheer Groep. Deze keuze is destijds, met instemming van de
Tweede Kamer, gemaakt om te borgen dat het aantal toekomstige leraren niet afneemt. Een
definitieve keuze voor het al dan niet meetellen van het partnerinkomen is pas mogelijk na de
evaluatie van de TLO.
Als gevolg van invoering van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) is het
verlengen van de huidige beleidsregel niet meer mogelijk, omdat de Awir draagkracht op
grond van het gezinsinkomen -dus van beide partners- als (één van de) uitgangspunten
heeft. Om te borgen dat per 1 september 2008 het aantal aanvragers van de TLO, de
toekomstige leraren, niet afneemt, wordt de WTOS nu tijdelijk aangepast. Voor het
handhaven van de status quo is deze wetswijziging, zoals hierboven aangegeven
noodzakelijk.
De wijziging wordt uitgevoerd door in hoofdstuk 12 van de WTOS (het hoofdstuk waarin alle
overgangsbepalingen zijn opgenomen) een nieuw artikel 12.4a op te nemen. Het
inwerkingtredingsartikel van het wetsvoorstel dat met deze nota van wijziging wordt
gewijzigd, wordt zo aangepast, dat artikel 12.4a met ingang van 1 augustus 2008 in de WTOS
wordt opgenomen en met ingang van 1 augustus 2010 automatisch weer vervalt.
De Minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap,
dr. Ronald H.A. Plasterk
W4847.NVW 2