Ministerie van Buitenlandse Zaken

Staatssecretaris Timmermans geeft startschot voor project 'EU Back to School'

09-04-2008 | Persbericht | Ministerie van Buitenlandse Zaken

Staatssecretaris Timmermans voor Europese Zaken geeft op maandag 14 april het startschot voor het project `EU Back to school'.

Op deze dag gaan ruim 350 Nederlandse ambtenaren van verschillende Europese instellingen tegelijkertijd terug naar hun oude middelbare school in Nederland, om gastcolleges te geven over de Europese Unie. De EU-medewerkers uit Brussel, Luxemburg en Straatsburg willen de ruim 11.000 scholieren meer bekend maken met wat Europa betekent in hun dagelijkse en toekomstige leven.

"Jonge Europeanen willen graag in discussie over hún toekomst in Europa. Zij willen veel weten, maar willen ook veel wensen kwijt. Daarbij valt op dat ze vaak nuchter en pragmatisch zijn. Jongeren denken op natuurlijke wijze over politieke, ideologische en geografische grenzen heen," aldus Timmermans.

Door de gastcolleges wordt Europa concreter gemaakt voor middelbare scholieren. Hun oud-schoolgenoot geeft Europa een gezicht en brengt de dagelijkse praktijk van de EU dichterbij hun leefwereld. Dit geeft hen ook meer zicht op wat zij met hun eigen diploma in Europa kunnen bereiken. Onderwerpen als vrij reizen binnen Europa, één Europese munt, studeren, een talencursus volgen of werken in EU-landen, grensoverschrijdende samenwerking en andere concrete aspecten van de Europese samenwerking komen aan bod.

Graag nodigen wij u uit om deel te nemen aan het gastcollege van staatssecretaris Timmermans op het Bernardinuscollege in Heerlen of de Scholengroep Den Haag Zuid-West, of aan één van de gastcolleges op de andere deelnemende scholen. Van 15.00 - 16.00 uur vindt ook een persconferentie plaats in Nieuwspoort in Den Haag. Hiervoor zijn ook schoolkrantredacties uitgenodigd.

Over `EU Back to school'

Het project `EU back to school' is een initiatief van het ministerie van Buitenlandse Zaken en de Vertegenwoordiging van de Europese Commissie in Nederland, met medewerking van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en de Algemene Bestuursdienst. Het Europees Platform voor het Nederlands onderwijs en de VO-raad, de sectororganisatie voor het voorgezet onderwijs dragen bij aan de praktische organisatie.