Ministerie van Financiën

Verzoek om voortgangsinformatie over toezeggingen aan de Eerste Kamer

Brief | 11-04-2008 | nr BJZ08-0138

Eerste Kamer der Staten-Generaal
t.a.v. mevrouw drs. H. Menninga
Griffier van de commissie Financiën
Postbus 20017
2500 EA Den Haag

Uw brief (Kenmerk): 140105.06.1

Ons kenmerk: BJZ 2008-0138 U

Onderwerp: Uw verzoek om voortgangsinformatie over toezeggingen aan de Eerste Kamer

Geachte mevrouw Menninga,

In uw brief aan de secretaris-generaal van het ministerie van Financiën dr. Gerritse van 7 maart jl. vraagt u om nadere informatie ten aanzien van een aantal toezeggingen waarvan hij, op uw verzoek, de stand van zaken heeft gegeven bij brief van 21 februari jl. Hieronder ga ik op uw vragen in, waarbij ik de door u aangehouden nummering zal aanhouden.

8) Toezegging tr_FIN_2004_27 (9-12-2003) (Belastingplan 2004)

Ten aanzien van deze toezegging inzake de aanwijzing van werkzaamheden die niet rechtstreeks verband houden met het uitvoeren van pensioenregelingen, wordt u in de loop van 2008 op de hoogte gehouden van de vorderingen.

13) Toezegging tr_FIN_2005_1 (14-12-2004) (Belastingplan 2005) en

16) Toezegging tr_FIN_2005_5 (11-11-2005) (Belastingplan 2005)

Met het toezenden aan uw Kamer van de nota Belastingplicht overheidsbedrijven op 25 september 2007, nr. DB2007-452, is aan de toezeggingen gehoor gegeven.

6) Toezegging tr_FIN_2004_22 (9-12-2003) (Belastingplan 2004)

De Belastingdienst is in 2005 gestart met een pilot handhavingsconvenanten zeer grote ondernemingen. Bij brief van 12 april 2007, nr. DGB2007-1685 is aan u een evaluatie toegezonden. Ook overigens is het onderwerp convenanten in uw Kamer aan de orde geweest:
- Algemene financiële beschouwingen Belastingplan 2006, 13 december 2005;
- Wetsvoorstel Versterking fiscale rechtshandhaving, nr. 30 322, Kamerstukken I, Memorie van antwoord EK, 6 juli 2007, D;
- Wetsvoorstel Versterking fiscale rechtshandhaving, nr. 30 332, behandeling in EK op 25 september 2007.

19) Toezegging tr_FIN_2007_15 (26-9-2006) (Aanpassing regeling in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 betreffende omzetting van een vaste inrichting met verliezen in een deelneming)

Zoals de commissie terecht meent, berust de beantwoording van deze toezegging op een misverstand. In de beantwoording van uw eerdere brief zijn de antwoorden bij twee toezeggingen met elkaar verwisseld. Aan deze toezegging 19 is gehoor gegeven in paragraaf 4.1 van het Besluit van 26 februari 2008, nr. CPP2008/257M, Stcrt. Nr. 47. Het antwoord waar u naar verwijst hoort bij toezegging tz_FIN_2005_2 (plenair d.d. 6 september 2005 (28873)).

22) Toezegging tr_FIN_2007_19 (10-7-2007) (Vennootschapsbelasting / vastgoedontwikkeling),

23) Toezegging tr_FIN_2007_20 (10-7-2007) (Vennootschapsbelasting / vastgoedontwikkeling), en

24) Toezegging tr_FIN_2007_21 (10-7-2007) (Vennootschapsbelasting / vastgoedontwikkeling)

Ten aanzien van deze drie toezeggingen zal al het mogelijke worden gedaan om gehoor te geven aan uw verzoek om de toezeggingen reeds in september 2008 af te ronden, in plaats van na 2008.

Ik ga ervan uit dat ik u hiermee voldoende geïnformeerd heb.

Hoogachtend,

dr. R. Gerritse

Secretaris-generaal