Bouwmeester over gameverslaving

Antwoorden op vragen van kamerlid Bouwmeester over gameverslaving

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport



De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

VGP-K-U-2841019

11 april 2008

Antwoorden van minister Klink op de vragen van het Kamerlid Bouwmeester (PvdA) over gameverslaving (2070815370).

Vraag 1
Bent u van mening dat als een verslaving niet officieel is erkend er ook geen specifiek hulpaanbod komt? Bent u van mening dat als er geen aanbod is, de vraag naar dergelijke hulp ook minder zal zijn? Is dit mogelijk de verklaring voor het feit dat slechts één procent van de mensen zich meldt bij de verslavingszorg met andere verslavingen dan alcohol of drugs? Deelt u de mening dat de vraag altijd geregistreerd dient te worden, zodat gemeten kan worden wat de ontwikkeling aan vraagzijde is? Gebeurt dit ook?

Antwoord 1
In mijn eerdere antwoorden heb ik aangegeven dat niet altijd duidelijk is of echt sprake is van verslaving (volgens de officiële psychiatrische diagnostiek) of van compulsief gedrag. Dat betekent níet dat er geen hulpaanbod tot stand komt: zowel in de ggz als in de ambulante verslavingszorg worden mensen met deze problemen wel geholpen. Een aantal instellingen voor verslavingszorg heeft een specifiek aanbod ontwikkeld voor game- en internetverslaving. Het systematisch laten registreren van alle vragen is niet haalbaar. Het kost nu al zeer veel moeite om het LADIS, het landelijke registratiesysteem voor de verslavingszorg, ingevuld te krijgen en om de LCMR, de landelijke centrale middelenregistratie in te voeren. Daarnaast moeten ook de instellingen voor ggz en verslavingszorg de DBC-registratie bijhouden en het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording opstellen. De door dit en vorige kabinetten uitgesproken wens om de registraties en administratieve lasten te beperken mede ten behoeve van meer "handen aan het bed" staat op gespannen voet met het opvragen van weer meer gegevens bij zorginstellingen. Hoe teleurstellend dit antwoord op uw vraag ook is, de huidige en toekomstige nieuwe vragen zijn niet allemaal kwantitatief te registreren gezien het bovenstaande.

Vraag 2
Hoe verklaart u dat de mensen uit de tv-reportage 1) geen hulp bij gameverslaving konden vinden, terwijl u in antwoord op mijn eerdere vraag aangeeft dat er wel een aanbod is? 2) Is er onderzoek gedaan naar de toegankelijkheid van de verslavingszorg? Zo ja, wat zijn de resultaten? Zo neen, bent u bereid een onderzoek te doen onder verwijzers en hulpvragers?

Antwoord 2
Het kan natuurlijk helaas altijd gebeuren dat in een individueel geval de weg naar de hulpverlening niet gevonden wordt. Hieruit kan niet de algemene conclusie worden getrokken dat de verslavingszorg niet toegankelijk is. In het algemeen is de toegankelijkheid van de verslavingszorg in Nederland zeer hoog: in iedere regio aanwezig, zowel ambulant als klinisch. Bovendien wordt verslavingsbehandeling geheel vergoed op grond van de Zorgverzekeringswet. Zeker internationaal gezien, is de verslavingszorg in Nederland daarmee zeer goed toegankelijk. Een grote uitzondering hierop is wel het bereik van de verslavingszorg onder mensen met problematisch alcoholgebruik en alcoholverslaving. Vandaar dat de afgelopen jaren sterk is ingezet op het vergroten van dit bereik, onder ander door het samenwerken van de verslavingszorg met de eerstelijnsgezondheidszorg en recent ook met de algemene ziekenhuizen.

Vraag 3
Bent u van mening dat behandeling voor gameverslaving van jonge kinderen vanuit de algemene verslavingsexpertise goede resultaten biedt? Zo ja, waarop baseert u deze indruk op?

Antwoord 3
Het gaat om een relatief nieuw probleem. Er is nog geen wetenschappelijk effectiviteitsonderzoek gedaan naar de behandeling van gameverslaving (al dan niet onder jongeren) door de ggz of verslavingszorg. Wel geven instellingen voor verslavingszorg of ggz die hier al enige ervaring mee hebben, aan dat de problemen behandelbaar zijn.

Vraag 4
Om hoeveel jongeren met een gameverslaving gaat het in concreet, gezien uw antwoord op mijn eerdere vraag dat slechts één procent van de cliënten in de ambulante verslavingszorg zich aanmeldt voor een andere verslaving dan een alcohol- of drugsverslaving? 2) Heeft u recente informatie over het aantal mensen dat lijdt aan een andere verslaving dan alcohol of drugs? Hoe ziet de ontwikkeling er over de jaren uit? Ziet u aanleiding om nader onderzoek te doen naar de aard en omvang van dit probleem zodat op basis van feiten kan worden vastgesteld of hulp bij gameverslaving nodig is?

Antwoord 4
Uit de Monitor Internet en Jongeren 2006-2007 van het IVO blijkt dat het percentage compulsieve internetgebruikers (waaronder online gamers) is gedaald van 4,3% naar 3% in 2007. Terwijl het aantal huishoudens met computer en internetaansluiting is gestegen. Ouders bleken bovendien duidelijker en strenger geworden ten aanzien van het internetgebruik van hun kinderen.
Compulsief internetten of gamen is geen op zichzelf staand probleem. Jongeren die last hedden van sociale angst, eenzaamheid of een negatief zelfbeeld, ontwikkelen vaker compulsief internetgedrag. Het is daarom belangrijk compulsief internetten/gamen te behandelen in samenhang met de psychisch-sociale problemen van de betrokken jongeren.
Ik heb al toegezegd de Kamer nader te zullen informeren over `nieuwe' verslavingen en meer in het algemeen, andere verslavingen dan aan alcohol, drugs of gokken. Zie ook het antwoord op vraag 5.

Vraag 5
Kunt u aangeven op welke wijze u de toezegging dat u de Kamer nader zal informeren over nieuwe vormen van verslavingen gaat vormgeven? 2) 3) Kunt u aangeven op welke verslavingen (buiten de verslavingen die standaard zijn opgenomen) wordt ingegaan? Kunt u inmiddels aangeven wie dit onderzoek gaat uitvoeren en op welke termijn de Kamer de uitkomsten van dit onderzoek tegemoet kan zien?

Antwoord 5
Ik heb u bij de beantwoording van uw vorige Kamervragen en in mijn brief aan de Kamer van 10 maart jl, aangegeven dat ik de Kamer in mei per brief zal informeren over een aantal punten naar aanleiding van het Algemeen Overleg verslavingszorg van 12 december 2007. In die brief zal ik ook ingaan op het instellen van een onderzoek naar nieuwe vormen van verslaving, waaronder gameverslaving.


1) Zembla, 27 januari 2008

2) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2007-2008, nr. 1490
3) Algemeen Overleg over verslavingszorg van 12 december 2007 (Kamerstuk 24 077,
nr. 209)