Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
CZ/EKZ-2839320
11 april 2008
Tijdens het spoeddebat met uw Kamer van 5 maart 2008 over babysterfte
en verloskundige zorg in achterstandswijken heb ik toegezegd u nader
te informeren over mijn bevindingen ten aanzien van de persoonlijke
veiligheid van verloskundigen bij de uitvoering van hun zorgtaken.
Aanleiding waren meldingen in de media over incidenten waarbij
verloskundigen in situaties terecht kwamen waarbij hun persoonlijke
veiligheid in het geding was. Met uw Kamer heb ik afgesproken om na te
gaan of het gaat om een structureel probleem of dat sprake is van
incidentele gevallen. Dit onderscheid is van belang voor de aard van
eventueel te nemen maatregelen.
Uit overleg met de Koninklijke Nederlandse Organisatie van
Verloskundigen (KNOV) blijkt dat de beroepsvereniging bekend is met
voorkomende gevallen, zoals in de media aangehaald, maar geen signalen
heeft ontvangen die wijzen op een landelijk en veelvoorkomend
probleem. Dat neemt niet weg dat ook de beroepsvereniging van mening
is, dat daar waar zich problemen voordoen, oplossingen moeten worden
gevonden om de persoonlijke veiligheid van verloskundigen te
waarborgen.
Vanuit dat perspectief hebben we in ons overleg praktische oplossingen
verkend. Daarbij hebben we gekeken naar de aansluiting van
verloskundigen bij huisartsendienstenstructuren, die reeds beschikken
over toegeruste voertuigen met chauffeur, en het afsluiten van
contracten met taxi- en beveiligingsbedrijven. Ik heb met de
beroepsvereniging afgesproken om deze oplossingen nader uit te werken.
De KNOV heeft de voorkeur uitgesproken om hiertoe zelf het voortouw te
nemen.
De uitkomsten van deze exercitie kunnen worden meegenomen in het
voorstel dat de KNOV in overleg met Zorgverzekeraars Nederland gaat
indienen bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) voor een algehele
tariefaanpassing voor verloskundige hulp in achterstandswijken.
Omdat de werkbelasting aldaar, volgens de KNOV, hoger ligt dan in de
reguliere praktijk, dient er een afwijkend tarief te komen. Voor een
definitief oordeel wacht ik het besluit terzake van de NZa af.
Tijdens het spoeddebat heeft uw lid Langkamp (SP) een motie ingediend
om ook de persoonlijke veiligheid van kraamverzorgenden in beschouwing
te nemen. Uit overleg met ACTIZ, de grootste koepelorganisatie van de
thuiszorginstellingen, blijkt dat op grond van de Wet op de
arbeidsomstandigheden reeds een scala van maatregelen is genomen om de
persoonlijke veiligheid van kraamverzorgenden te waarborgen. Daarbij
gaat het om het maken van een inschatting van het veiligheidsrisico
door de thuiszorginstelling tijdens het intake -gesprek, afspraken met
taxibedrijven waarbij de chauffeur ter plaatse blijft wachten op de
kraamverzorgende en het ter beschikking stellen van mobiele telefoons
waarbij de kraamverzorgende directe verbinding heeft met de
thuiszorginstelling. Ook zijn er thuiszorginstellingen die
kraamverzorgenden cursussen aanbieden waarin zij leren om met agressie
om te gaan.
Het spreekt voor zich dat bovengenoemde maatregelen als voorbeeld
kunnen dienen om de eerder aangehaalde veiligheid van verloskundigen
te verbeteren.
Alles overziend, ben ik van mening dat vanuit de beroepsorganisaties
het nodige in gang is gezet om de persoonlijke veiligheid van de
betrokken zorgverleners te verbeteren.
Ik teken overigens wel aan dat, in aanvulling op de door de
beroepsgroepen genomen c.q. nog te nemen maatregelen, het lokale
bestuur haar verantwoordelijkheid behoudt om haar burgers, dus ook
verloskundigen en kraamverzorgenden, te beschermen tegen geweld en
agressie. In bijzondere gevallen zou dit kunnen leiden tot aanvullende
maatregelen op het terrein van de openbare veiligheid. Niettemin zal
ik nauw contact met de beroepsgroepen onderhouden om toe te zien dat
daar waar nodig maatregelen voor een verdere verbetering van de
persoonlijke veiligheid worden genomen. Voor de zomer zal ik u nader
informeren.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
dr. A. Klink