Antwoorden op kamervragen van Kant en Van Gerven over declaratiemotieven voor maagonderzoeken
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
CZ-K-U-2841026
11 april 2008
Antwoorden van minister Klink op de vragen van de Kamerleden Kant en
Van Gerven (SP) over declaratiemotieven voor maagonderzoeken
(2070815220).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat artsen maagonderzoeken creatief
declareren?
Antwoord 1
In Nederland hebben we duidelijke regels over wat artsen en
ziekenhuizen mogen declareren. Daaraan hebben zij zich te houden, ook
de artsen die maagonderzoeken uitvoeren. Naar aanleiding van het
genoemde bericht heb ik de NZa om uitleg gevraagd.
Vraag 2
Deelt u de mening dat dit ten koste gaat van patiënten omdat zij nu
vaker terug moeten naar het ziekenhuis?
Antwoord 2
Ik vind het onwenselijk als patiënten vaker naar het ziekenhuis terug
moeten dan nodig is.
Vraag 3
Wat is uw oordeel over het feit dat de Nederlandse Zorgautoriteit
(NZa) niet heeft opgetreden?
Antwoord 3
Naar mijn oordeel heeft de NZa adequaat opgetreden.
Eind 2006 kreeg de NZa signalen dat Maag-, Darm- en Leverartsen
(MDL-artsen) voor scopieën aangevraagd door huisartsen mogelijk in
strijd met de regels declareerden. De bestreden declaraties vonden hun
oorsprong in het niet voldoende aansluiten van zowel de nieuwe
DBC-systematiek als de lumpsum financiering voor medisch specialisten,
op de door artsen uitgevoerde verrichtingen en de daaraan gekoppelde
honoraria. Naar aanleiding daarvan heeft de NZa aan ziekenhuizen en
artsen laten weten dat declaraties welke in strijd zijn met de
regelgeving onacceptabel zijn en dat de NZa zal toezien op de naleving
daarvan (brief van 4 oktober 2006 en 23 maart 2007). Daarnaast heeft
de Wetenschappelijke Vereniging van de MDL-artsen, op verzoek van de
NZa, haar leden gewezen op de juiste toepassing van de regels.
Na de interventie van de NZa hebben de MDL-artsen gekozen voor een
alternatieve benadering waarbij patiënten per saldo vaker terug
moesten naar het ziekenhuis. Deze benadering achtte de NZa evenmin
wenselijk. De NZa heeft met ziekenhuizen, artsen en zorgverzekeraars
gezocht naar een oplossing voor de hierboven geschetste problematiek.
Met de introductie van een nieuw zorgtype in de DBC-systematiek en
mede als gevolg van het afschaffen van de lumpsum voor medisch
specialisten in 2008, is per 1 januari 2008 zowel het
bekostigingsprobleem als het probleem van het te vaak laten terugkomen
opgelost. In de dagelijkse praktijk zien de zorgverzekeraars erop toe
dat ziekenhuizen juiste prestaties declareren.
Vraag 4
Bent u bereid de NZa te verzoeken deze kwestie opnieuw te onderzoeken
en daarbij mee te nemen in hoeverre de kostprijs van Diagnose Behandel
Combinaties (DBC's) aansluiten op de werkelijke kosten die een
ziekenhuis voor een bepaalde behandeling maakt? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 4
Nee. Het probleem is inmiddels opgelost.
1) Argos, 14 maart 2008