Kamerbrief over visumverlening aan de Nederlandse minister van Defensie
11-04-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Tijdens het mondelinge vragenuur van dinsdag 8 april jl. vroeg de
Kamer om uitleg over de reden van het niet tijdig verstrekken van een
visum voor Sudan aan de minister van Defensie. De minister voor
Ontwikkelingssamenwerking zegde de Kamer daarop toe bij de Sudanese
regering om opheldering te vragen.
Inmiddels heeft een gesprek plaatsgevonden met de Sudanese ambassadeur
in Den Haag, de heer Abuelgasim Idris. Graag informeer ik u, mede
namens de minister van Defensie en de minister voor
Ontwikkelingssamenwerking, over de uitkomst van dit gesprek.
De Sudanese ambassadeur onderstreepte allereerst de goede relaties
tussen Nederland en Sudan. Het beleid van de Sudanese regering is erop
gericht deze goede relaties voort te zetten en ministeriële bezoeken
horen daarbij. De gebeurtenissen van de afgelopen week stonden wat
Sudan betreft een voortzetting van deze bestaande goede contacten niet
in de weg. Het niet-doorgaan van het bezoek moest niet worden gezien
als een beleidswijziging aan Sudanese zijde; daarvan was nadrukkelijk
geen sprake. De Nederlandse minister van Defensie was van harte welkom
in Sudan en Sudan wenst in samenspraak met Nederland het bezoek op
korte termijn alsnog te organiseren.
De Sudanese ambassadeur verklaarde dat het uitstel van het bezoek van
de minister van Defensie het gevolg was van interne miscommunicatie.
Hij had uit de Nederlandse media vernomen dat sommigen de indruk
hadden dat er andere redenen speelden, maar dat was niet het geval.
Hij zegde toe dat op korte termijn contact zou worden opgenomen met de
Nederlandse ambassadeur in Khartoem, om snel een nieuwe datum voor het
bezoek van de minister van Defensie te kunnen vaststellen.
De Sudanese ambassadeur benadrukte dat het uitstel van het bezoek op
geen enkele manier verband hield met de internetfilm van de heer
Wilders. Berichten in de Nederlandse media daarover waren niet
correct. Sudan was ingenomen geweest met de manier waarop door de
Nederlandse regering was gereageerd op het uitbrengen van deze film.
Van Nederlandse zijde is aangegeven dat Nederland de gang van zaken
zeer betreurde. Eerdere ministeriële bezoeken aan Sudan, zoals het
bezoek van de minister van Buitenlandse Zaken en de minister voor
Ontwikkelingssamenwerking in februari jl. hadden ongehinderd kunnen
plaatsvinden. De minister van Defensie wenst vanzelfsprekend ook
ongehinderd Sudan te kunnen bezoeken, met name gezien de aanwezigheid
van Nederlandse militairen in Sudan.
Heden werd de Nederlandse ambassadeur in Khartoem benaderd door de
Sudanese autoriteiten met een nieuwe uitnodiging aan de Nederlandse
minister van Defensie om een officieel bezoek aan Sudan te brengen.
Ik meen dat de Sudanese ambassadeur voldoende opheldering heeft
gegeven over de gang van zaken die geleid heeft tot het niet doorgaan
van het bezoek van de minister van Defensie, en ik acht dit incident
daarmee gesloten.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken