Beantwoording vragen van het lid Pechtold over persvrijheid in de Arabische
werled
11-04-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister voor
Ontwikkelingssamenwerking, de antwoorden aan op de schriftelijke
vragen gesteld door het lid Pechtold over persvrijheid in de Arabische
wereld. Deze vragen werden ingezonden op 11 maart 2008 met kenmerk
2070814340.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken mede
namens de heer Koenders, minister voor Ontwikkelingssamenwerking op
vragen van het lid Pechtold (D66) over persvrijheid in de Arabische
wereld.
Vraag 1
Bent u bekend met de afspraken die de Arabische ministers van
Informatie overeen zijn gekomen om de persvrijheid van
satellietzenders in te perken?
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u deze afspraken? Deelt u de verontrusting van
organisaties die zich inzetten voor de persvrijheid zoals het Arabic
Network for Human Rights Information uit Cairo en Article 19?
Antwoord
Ik deel de verontrusting van genoemde organisaties. Persvrijheid gaat
hand in hand met de vrijheid van meningsuiting. Nederland bevordert en
verdedigt de vrijheid van meningsuiting, die essentieel is voor
democratie, voor de vrijheid van het individu alsmede voor individuele
en collectieve ontplooiing en ontwikkeling. De bescherming van de
vrijheid van meningsuiting is verankerd in een groot aantal
internationale rechtsbronnen, waaronder de Universele Verklaring van
de Rechten van de Mens en het Verdrag inzake Burgerrechten en
Politieke Rechten. Belangrijk hierbij zijn ook het verbod op censuur
en een open informatiebeleid door overheden.
Vraag 3
Herinnert u zich de woorden van minister Koenders dat `persvrijheid
een effectief middel is om vrede dichterbij te brengen, sociale en
economische rechtvaardigheid te bevorderen, en armoede te
verminderen'?
Antwoord
Ja.
Vraag 4
Welke politieke en/of diplomatieke stappen hebt u ondernomen om uw
afkeuring hierover te laten blijken en de betrokken landen te bewegen
om af te zien van de implementatie van deze afspraken?
Vraag 5
Welke rol bent u bereid te vervullen bij het faciliteren van het
ongehinderd uitzenden van Arabische satellietzenders?
Antwoord 5
Waar mogelijk wordt door Nederland mij bij de politieke autoriteiten
in de Arabische wereld blijk gegeven van mijn verontrusting. Het
ondersteunen van mediadiversiteit in landen waar het media-aanbod
eenzijdig is, vormt een van de doelstellingen van de
mensenrechtenstrategie. Het bekendmaken van deze strategie onder derde
landen, inclusief de lidstaten van de Arabische Liga, en implementatie
van in de strategie opgenomen actiepunten acht ik prioritair. Het
bevorderen van mediadiversiteit wordt ook expliciet genoemd als
doelstelling binnen het nieuwe Mensenrechtenfonds. In landen waar de
persvrijheid onder druk staat, zal Nederland zich actief blijven
inzetten voor het bevorderen van vrijheid en pluriformiteit.
Zo zal tijdens zijn bezoek aan de Verenigde Arabische Emiraten (VAE)
eind maart 2008 de plaatsvervangend Directeur Generaal Politieke Zaken
in bilaterale gesprekken met zijn ambtsgenoot in de VAE de betreffende
afspraken gemaakt binnen de Arabische Liga ter sprake brengen.
Vraag 6
Hoe verhoudt het getekende handvest zich tot de afspraken in het kader
van het Barcelona Proces? Welke mogelijkheden biedt dit Proces om de
uitholling van persvrijheid in Arabische landen te stoppen?
Antwoord
In het kader van het Barcelona-proces (Euromed) is afgesproken dat
vrijheid van meningsuiting moet worden gerespecteerd door
onafhankelijke informatievoorziening te bevorderen en toegang tot
informatie van alle burgers te vergroten. Daarnaast wordt gewezen op
de waardevolle rol die de media kunnen spelen bij het stimuleren van
de interculturele dialoog, inclusief het opzetten van multiculturele
en meertalige zenders. De beperkingen die de Arabische Liga wil
opleggen aan satellietzenders lijken hiermee in tegenspraak te zijn.
Behalve dat niet alle leden van de Arabische Liga lid zijn van
Euromed, geldt eveneens dat de afspraken in Euromed-kader niet
afdwingbaar zijn. Wel kunnen schendingen van deze afspraken in de
dialoog met onze Mediterrane partners aan de orde worden gesteld. In
dat kader zet Nederland zich in voor de Anna Lindh Stichting voor
interculturele dialoog, die onder Euromed-auspiciën is opgericht en
voor welke journalisten een belangrijke doelgroep vormen. De Anna
Lindh Stichting besteedt bijzonder aandacht aan deze kwestie bij het
ontwikkelen van media-activiteiten in de Mediterrane partnerlanden.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken