Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Besluit van
houdende wijziging van het
Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-
m.a.v.o.-v.b.o. en enige andere
besluiten in verband met het
afleggen van centraal examen in
een vak op hoger niveau, de
vereenvoudiging van aanwijzing
van gecommitteerden en enige
andere aanpassingen
Op de voordracht van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Marja van
Bijsterveldt-Vliegenthart van 31 januari 2008, nr. WJZ/2008/464(3810), directie Wetgeving en
Juridische Zaken, gedaan mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit;
Gelet op artikel 10, tiende lid, 10b, negende en tiende lid, 10d, tiende lid, 15, eerste lid, 29,
tweede en vierde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;
De Raad van State gehoord (advies van 28 februari 2008, nr. W05.08.0040/I);
Gezien het nader rapport van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Marja
van Bijsterveldt-Vliegenthart van 25 maart 2008, nr. WJZ/2008/8132 (3810), directie Wetgeving
en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I. Wijziging Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o.
Het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid komt de derde volzin te luiden: Indien sprake is van samenwerking tussen
scholen, is artikel 2 van het Besluit samenwerking VO-BVE van toepassing.
3
93
OCW 10
B3810.K-2 1
2. In het tweede lid, wordt na "kunnen" een komma geplaatst en wordt aan het slot toegevoegd:
Een examen als bedoeld in de eerste volzin heeft geen betrekking op vakken die overeenkomen
met vakken die onderdeel zijn van dat eindexamen.
B
Artikel 13, derde lid, komt te luiden:
3. In afwijking van het eerste lid is de kandidaat die het eindexamen aflegt aan een school voor
h.a.v.o. bij het eindexamen vrijgesteld van de vakken waarvoor ontheffing of vrijstelling is
verleend van het volgen van onderwijs op grond van artikel 26e, eerste lid, respectievelijk zesde
lid, van het Inrichtingsbesluit W.V.O.
C
Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel b, wordt na "omvat," ingevoegd: waaronder tevens begrepen een
sectorwerkstuk,.
2. In het eerste lid, onderdeel c, vervalt: en onderdeel c voor zover het betreft de Friese taal,.
3. Onder vernummering van het vierde tot en met zesde lid tot vijfde tot en met zevende lid
wordt een lid ingevoegd, luidende:
4. In geval van toepassing van artikel 10, negende lid, van de wet, zijn het eerste tot en met het
derde lid van toepassing, met dien verstande dat het vervangen vak niet als extra vak als bedoeld
in het zevende lid, gekozen kan worden.
4. In het zevende lid (nieuw) wordt het zinsdeel na "eerste lid," vervangen door:
kan het eindexamen omvatten, voor zover nog niet gekozen:
a. een vak als bedoeld in artikel 10, zevende lid, onderdelen a en b, van de wet,
b. een vak dat behoort tot het eindexamen van de gemengde leerweg als bedoeld in artikel 10d
van de wet, of
c. een vak genoemd in, dan wel aangewezen op grond van, artikel 13 of 14 van de wet.
5. Na het zevende lid wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:
8. In afwijking van het eerste lid is de kandidaat die het eindexamen aflegt aan een school voor
v.m.b.o., voor zover het betreft de theoretische leerweg, bij het eindexamen vrijgesteld van de
vakken waarvoor vrijstelling is verleend van het volgen van onderwijs op grond van artikel 26n,
vierde lid, van het Inrichtingsbesluit W.V.O.
D
Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel c, wordt na "afdelingsvak" ingevoegd: , genoemd in artikel 26h,
eerste lid, van het Inrichtingsbesluit W.V.O.
2. Onder vernummering van het vierde lid tot vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
4. In geval van toepassing van artikel 10b, negende lid, onderdelen a en c, van de wet, dan wel
artikel 10b, negende lid, onderdeel d, van de wet juncto artikel 26h, tweede lid, van het
Inrichtingsbesluit W.V.O., zijn het eerste tot en met het derde lid van toepassing, met dien
verstande dat het vervangen vak niet als extra vak als bedoeld in het vijfde lid, kan dienen.
3. In het vijfde lid (nieuw) wordt het zinsdeel na "eerste lid," vervangen door: kan het
eindexamen omvatten, voor zover nog niet gekozen:
a. een vak als bedoeld in artikel 10b, zesde lid, van de wet,
3
93
OCW 10
B3810.K-2 2
b. het vak Friese taal en cultuur, genoemd in artikel 26h, tweede lid, van het Inrichtingsbesluit
W.V.O.,
c. een vak dat op grond van het tweede lid onderdeel kan zijn van de basisberoepsgerichte
leerweg,
d. een algemeen vak dat behoort tot het eindexamen van de theoretische leerweg, de
kaderberoepsgerichte leerweg of de gemengde leerweg, genoemd in respectievelijk de artikelen
10, 10b of 10d van de wet, of
e. een vak als bedoeld in artikel 13 of 14 van de wet.
E
Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel c, wordt na "afdelingsvak" ingevoegd: , genoemd in artikel 26h,
eerste lid, van het Inrichtingsbesluit W.V.O.
2. Onder vernummering van het derde lid tot vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
3. In geval van toepassing van artikel 10b, negende lid, onderdeel b, van de wet dan wel artikel
10b, negende lid, onderdeel d, van de wet juncto artikel 26h, tweede lid, van het
Inrichtingsbesluit W.V.O., zijn het eerste en tweede lid van toepassing, met dien verstande dat
het vervangen vak niet als extra vak als bedoeld in het vierde lid, kan dienen.
3. In het vierde lid (nieuw) wordt het zinsdeel na "eerste lid,", vervangen door: kan het
eindexamen omvatten, voor zover nog niet gekozen:
a. een vak als bedoeld in artikel 10b, zesde lid, van de wet,
b. het vak Friese taal en cultuur, genoemd in artikel 26h, tweede lid, van het Inrichtingsbesluit
W.V.O.,
c. een vak dat op grond van het tweede lid onderdeel kan zijn van de kaderberoepsgerichte
leerweg,
d. een algemeen vak dat behoort tot het eindexamen van de theoretische leerweg of de
gemengde leerweg, genoemd in respectievelijk artikel 10 of artikel 10d van de wet, of
e. een vak als bedoeld in artikel 13 of 14 van de wet.
F
Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel b, wordt na "omvat" ingevoegd: waaronder tevens begrepen een
sectorwerkstuk,.
2. In het eerste lid, onderdeel c, vervalt "en onderdeel d voor zover het betreft de Friese taal,".
3. In het eerste lid, onderdeel d, wordt na "afdelingsvak" ingevoegd: , genoemd in artikel 26h,
eerste lid, van het Inrichtingsbesluit W.V.O.
4. Onder vernummering van het derde lid tot vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
3. In geval van toepassing van artikel 10d, negende lid, van de wet, zijn het eerste en tweede lid
van toepassing, met dien verstande dat het vervangen vak niet als extra vak als bedoeld in het
vierde lid, kan dienen.
5. In het vierde lid (nieuw) wordt het zinsdeel na "eerste lid," vervangen door: kan het
eindexamen omvatten, voor zover nog niet gekozen, een vak als bedoeld in artikel 10d, zevende
lid, onderdelen a, b en c, van de wet, of als bedoeld in artikel 13 of 14 van de wet.
3
93
OCW 10
B3810.K-2 3
G
Artikel 36 komt te luiden:
Artikel 36. Gecommitteerden
1. De Informatie Beheer Groep maakt een koppeling van scholen en instellingen voor educatie en
beroepsonderwijs voor de uitvoering van de tweede correctie door gecommitteerden. De
Informatie Beheer Groep maakt deze koppeling bekend aan het bevoegd gezag van elke school
en instelling voor educatie en beroepsonderwijs en kan, zo nodig, zelf een gecommitteerde
aanwijzen voor een school of instelling. Op grond van deze koppeling wijst het bevoegd gezag
een of meer gecommitteerden aan. Het bevoegd gezag maakt deze aanwijzing bekend aan de
scholen waarvoor zij de tweede correctie verrichten. De aanwijzing geldt tot na de afloop van de
herkansing.
2. Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat de aangewezen gecommitteerde zijn verplichtingen
nakomt.
3. In afwijking van het eerste lid, worden voor het praktisch gedeelte van het centraal examen
v.m.b.o. geen gecommitteerden aangewezen.
4. De gecommitteerde voegt bij het gecorrigeerde werk een verklaring betreffende de verrichte
correctie. Deze verklaring wordt mede ondertekend door het bevoegd gezag van de
gecommitteerde.
H
In artikel 41, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. in de eerste volzin wordt na "tweede lid" ingevoegd: ,.
2. aan het slot wordt toegevoegd: Daarnaast voegt de gecommitteerde bij het gecorrigeerde
werk, de in artikel 36, vijfde lid, bedoelde verklaring mede ondertekend door het bevoegd gezag
van de gecommitteerde.
I
Artikel 42, eerste lid, komt te luiden:
1. De examinator en de gecommitteerde dan wel de tweede examinator, bedoeld in artikel 41a,
tweede lid, stellen in onderling overleg de score voor het centraal examen vast. Indien de
examinator en de gecommitteerde daarbij niet tot overeenstemming komen, wordt het geschil
voorgelegd aan het bevoegd gezag van de gecommitteerde. Dit bevoegd gezag kan hierover in
overleg treden met het bevoegd gezag van de examinator. Indien het geschil niet kan worden
beslecht, wordt hiervan melding gemaakt aan de inspectie. De inspectie kan een derde
onafhankelijke gecommitteerde aanwijzen. De beoordeling van de derde gecommitteerde komt
in de plaats van de eerdere beoordelingen.
J
Artikel 47, tweede lid, tweede volzin, komt te luiden:
Voor de vakken van de basisberoepsgerichte leerweg, als bedoeld in artikel 10b van de wet en
een vak dat op grond van artikel 23, tweede lid, onderdeel kan zijn van de basisberoepsgerichte
leerweg geldt in afwijking van de eerste volzin dat voor de bepaling van het eindcijfer, het cijfer
voor het schoolexamen tweemaal wordt meegerekend, en het cijfer voor het centraal examen
éénmaal.
3
93
OCW 10
B3810.K-2 4
K
Artikel 52 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vijfde lid, onderdeel a, onder 4°, wordt na "eindexamen h.a.v.o." ingevoegd: of
eindexamen v.m.b.o. voor zover het betreft de theoretische leerweg.
2. In het vijfde lid, onderdeel a, wordt onder vernummering van het vijfde onderdeel tot zesde
onderdeel een onderdeel ingevoegd, luidende:
5°. vakken waarvoor de kandidaat bij het eindexamen h.a.v.o. is vrijgesteld op grond van een
eerder afgelegd eindexamen v.m.b.o. voor zover het betreft de theoretische leerweg waarvan
deze vakken dan wel de overeenkomstige vakken, bedoeld in artikel 14, achtste lid, van de wet,
deel uitmaakten, worden vermeld op de cijferlijst, met vermelding van het eerder behaalde
cijfer;.
3. In het vijfde lid, onderdeel b, wordt onder vernummering van het derde onderdeel tot vierde
onderdeel een onderdeel ingevoegd, luidende:
3°. vakken waarvoor de kandidaat bij het eindexamen v.m.b.o. voor zover het betreft de
theoretische leerweg, is vrijgesteld op grond van een eerder afgelegd eindexamen v.m.b.o. voor
zover het betreft de kaderberoepsgerichte leerweg of de basisberoepsgerichte leerweg waarvan
deze vakken dan wel de overeenkomstige vakken, bedoeld in artikel 10, negende lid, van de wet,
deel uitmaakten, worden vermeld op de cijferlijst, met vermelding van het eerder behaalde
cijfer;.
ARTIKEL II. Wijziging Inrichtingsbesluit W.V.O.
Het Inrichtingsbesluit W.V.O. wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 26e wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid wordt na "diploma h.a.v.o." ingevoegd "of het diploma v.m.b.o. in de
theoretische leerweg" en na "artikel 26c," wordt ingevoegd: respectievelijk artikel 10 van de wet,
of als extra vak.
2. In het derde lid wordt het woord "overeenkomstige" geschrapt.
3. Na het vijfde lid wordt een nieuw zesde lid toegevoegd, luidende:
6. De leerling van een school voor h.a.v.o. die in het bezit is van het diploma v.m.b.o. in de
theoretische leerweg en die in plaats van de vakken, genoemd in artikel 10 van de wet, of als
extra vak examen heeft afgelegd in één of meer vakken van artikel 26c of 26b, is vrijgesteld van
het volgen van onderwijs in dit vak respectievelijk deze vakken.
B
Artikel 26h wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding "1." geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Het extra vak bedoeld in artikel 10b, negende lid, onderdeel d, van de wet, is Friese taal en
cultuur.
3
93
OCW 10
B3810.K-2 5
C
Artikel 26n wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift komt te luiden: Ontheffingen en vrijstellingen v.m.b.o.
2. Na het derde lid, wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:
4. De leerling van een school voor v.m.b.o., voor zover het betreft de theoretische leerweg, die in
het bezit is van het diploma v.m.b.o. in de kaderberoepsgerichte leerweg of de
basisberoepsgerichte leerweg en die in plaats van de vakken, als bedoeld in artikel 10b van de
wet, of als extra vak examen heeft afgelegd in één of meer vakken van artikel 10 van de wet of
artikel 26c dan wel 26b, is vrijgesteld van het volgen van onderwijs in dit vak respectievelijk deze
vakken.
ARTIKEL III. Wijziging Besluit staatsexamens vwo-havo-mavo 2000
Artikel 30, zesde lid, van het Besluit staatsexamens vwo-havo-mavo 2000 wordt als volgt
gewijzigd:
1. In onderdeel a, onder 4°, wordt na "staatsexamen h.a.v.o." ingevoegd: of v.m.b.o. voor zover
het betreft de theoretische leerweg,.
2. In onderdeel a, wordt onder vernummering van het vijfde onderdeel tot zesde onderdeel een
onderdeel ingevoegd, luidende:
5°. vakken waarvoor de kandidaat bij het staatsexamen h.a.v.o. is vrijgesteld op grond van een
eerder afgelegd eindexamen of staatsexamen v.m.b.o., voor zover het betreft de theoretische
leerweg waarvan deze vakken dan wel de overeenkomstige vakken, bedoeld in artikel 14, achtste
lid, van de wet, deel uitmaakten, worden vermeld op de cijferlijst, met vermelding van het eerder
behaalde cijfer;.
3. In onderdeel b, wordt onder vernummering van het derde onderdeel tot vierde onderdeel een
onderdeel ingevoegd, luidende:
3°. vakken waarvoor de kandidaat bij het staatsexamen v.m.b.o. voor zover het betreft de
theoretische leerweg, is vrijgesteld op grond van een eerder afgelegd eindexamen v.m.b.o. voor
zover het betreft de kaderberoepsgerichte leerweg of de basisberoepsgerichte leerweg waarvan
deze vakken dan wel de overeenkomstige vakken, bedoeld artikel 10, negende lid, van de wet,
deel uitmaakten, worden vermeld op de cijferlijst, met vermelding van het eerder behaalde
cijfer;.
ARTIKEL IV. Wijziging Besluit van 1 december 2005, houdende wijziging van het
Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. in verband met verruiming van de
compensatiemogelijkheid bij eindexamens voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (Stb.
2006, 18)
Artikel II van het Besluit van 1 december 2005, houdende wijziging van het Eindexamenbesluit
v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. in verband met verruiming van de compensatiemogelijkheid bij
eindexamens voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (Stb. 2006, 18) vervalt.
3
93
OCW 10
B3810.K-2 6
ARTIKEL V. Intrekking enkele besluiten
A
Het Eindexamenbesluit m.h.n.o. wordt ingetrokken.
B
Het Besluit van 14 juni 1994, houdende wijziging van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-
m.a.v.o.-v.b.o., het Inrichtingsbesluit dagscholen m.b.o., het Inrichtingsbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-
m.a.v.o.-v.b.o. en het Besluit staatsexamens v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o. 1978 (diploma m.a.v.o.-
v.b.o.; compensatie bij gespreide examinering) (Stb. 1994, 488) wordt ingetrokken.
ARTIKEL VI. Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip en kan terugwerken
tot en met een in dat besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad
zal worden geplaatst.
De staatssecretaris van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap,
De minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit,
3
93
OCW 10
B3810.K-2 7
NOTA VAN TOELICHTING
Algemeen
Deze nota van toelichting wordt gegeven namens de minister van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit.
1. Doel van het besluit
Het doel van dit besluit is het mogelijk maken maatwerk te leveren voor de individuele leerling in
het vmbo. Daartoe wijzigt dit besluit het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o.
(verder: Eindexamenbesluit) en het Inrichtingsbesluit W.V.O. (verder: Inrichtingsbesluit) om het
bevoegd gezag of de Staatsexamencommissie die mogelijkheid te geven. Deze mogelijkheid
bestaat er met name uit dat het bevoegd gezag een leerling in de gelegenheid kan stellen een of
meer vakken uit een volgende of daaropvolgende leerweg of het havo of vwo te volgen en af te
sluiten in plaats van het overeenkomstige vak uit de "eigen leerweg" of als extra vak. Dit sluit aan
bij de bepaling die per 1 augustus 2007 voor het havo geldt (artikel 13, tweede lid,
Eindexamenbesluit).
Daarnaast wijzigt dit besluit zowel het Eindexamenbesluit als het Inrichtingsbesluit in verband
met de mogelijkheid het vak Fries als extra vak in het vrije deel van de beroepsgerichte
leerwegen te kiezen (zie hieronder bij 3.4.).
Tenslotte heeft dit besluit tot doel de administratieve aanwijzingsprocedure van de
gecommitteerden te vereenvoudigen. De bevoegdheid tot aanwijzing van individuele
gecommitteerden is niet meer centraal bij de IB-Groep maar rechtstreeks bij het bevoegd gezag
belegd. Daarnaast is de procedure met betrekking tot het uitvoeren van de tweede correctie
zoals verwoord in artikel 42 van het Eindexamenbesluit aangescherpt (zie hieronder bij 3.3.).
2. Achtergronden bij het besluit
In de Uitwerkingnotitie examens examens voortgezet onderwijs van 16 december 2004
(Kamerstukken II 2004/05, 29 800 VIII, nr. 152) (verder: Uitwerkingsnotitie) en Koers VO worden
diverse maatregelen aangekondigd om scholen ruimte te geven om meer maatwerk te kunnen
leveren, o.a. in de sfeer van de examens. Het kunnen leveren van maatwerk voor de individuele
leerling door de school is een speerpunt van het kabinet.
Diverse maatregelen die dit doel nastreven zijn tot stand gebracht en in werking getreden.
Recent is de wet van 18 oktober 2007 (Stb. 2007, 441) totstandgekomen die in dit Besluit verder
wordt uitgewerkt in nadere regels voor het vak op hoger niveau en voor de gecommitteerden.
Het besluit van 1 december 2005 (Stb. 2006, 18) maakte mogelijk dat extra vakken door de
leerling gevolgd kunnen worden, waarvan het eindcijfer bij de de uitslag betrokken kan worden.
Dit besluit gaat daarin nog verder, door ook het afleggen van een extra vak op een hoger niveau
inclusief het havo en vwo mogelijk te maken. Dat was weliswaar ook in het Besluit van 1
december 2005 vastgelegd, maar dit Besluit voegt daaraan ook het havo en vwo toe. Artikel II
(nog niet in werking getreden) van het Besluit van 1 december 2005 is hiermee "ingehaald".
3
93
OCW 10
B3810.K-2 8
Het door Nederland geratificeerde Europees Handvest voor streektalen of talen van
minderheden voor het voortgezet onderwijs (art. 8, eerste lid, onderdeel c iii) vormt de basis
voor de toevoeging aan de basis- en kaderberoepsgerichte leerwegen van het vak Friese taal en
cultuur dat gekozen kan worden als extra vak.
Met uitzondering van de aanwijzing van gecommitteerden (geldt ook voor havo en vwo) is dit
besluit van belang voor het vmbo.
3. Inhoud van het besluit
In dit besluit worden een aantal onderwerpen geregeld die hieronder puntsgewijs aan de orde
komen. Het gaat om het vervangend vak op een hoger niveau en het extra vak op een hoger
niveau met de daarbij behorende vrijstellingen, de aanwijzing van het vak Fries, de procedure
omtrent de aanwijzing van gecommitteerden en een aanscherping van de regels omtrent de
tweede correctie.
3.1. Vervangend vak
Het bevoegd gezag kan leerlingen in de gelegenheid stellen in plaats van vakken uit de eigen
leerweg één of meer overeenkomstige vakken op een hoger kwalificatieniveau te volgen en af te
sluiten. Dit kunnen overeenkomstige vakken zijn uit een volgende of daaropvolgende leerweg of
het havo of vwo. Dit kan per vak verschillen. Deze mogelijkheid geldt voor alle leerwegen binnen
het vmbo voor de algemene vakken uit het gemeenschappelijk deel, het sectordeel en het vrije
deel (inclusief het "extra" vak, zie verder bij 3.2).
Voor de beroepsgerichte programma's is bepaald dat alleen de kandidaat in de
basisberoepsgerichte leerweg het overeenkomstig vak van de eerstvolgende leerweg kan volgen.
Immers alleen het examenprogramma van het beroepsgerichte programma in de
kaderberoepsgerichte leerweg is als overeenkomstig aan te merken. Een vergelijking met andere
leerwegen is dus niet van toepassing.
Er is geen mogelijkheid tot het volgen van overeenkomstige vakken uit de theoretische leerweg
in de gemengde leerweg, omdat de examenprogramma's van de algemene vakken uit de
gemengde- en theoretische leerweg dezelfde eisen op hetzelfde niveau aan de kandidaten
stellen. Kandidaten die met succes het eindexamen in de gemengde leerweg hebben afgelegd
met een extra algemeen vak en daarmee voldoen aan de uitslagregeling van de theoretische
leerweg, kunnen, op hun verzoek, het diploma v.m.b.o. in de theoretische leerweg uitgereikt
krijgen (zie artikel 52, achtste lid, van het Eindexamenbesluit).
Indien het bevoegd gezag toepassing geeft aan de mogelijkheid één of meer vakken door de
leerling op een hoger niveau te volgen en af te sluiten, wordt het daarvoor behaalde eindcijfer
betrokken bij de vaststelling van de uitslag van het eindexamen van de "eigen leerweg" waarin de
leerling staat ingeschreven.
De voorwaarden voor deze mogelijkheid zijn de volgende:
· in overeenstemming met de bepaling in de wet (artikel 10, negende lid 10b, negende lid,
en 10d, negende lid), beslist het bevoegd gezag of de leerling in de gelegenheid wordt
gesteld een of meer vakken uit een volgende of daaropvolgende leerweg of het havo of
vwo af te sluiten in plaats van het overeenkomstige vak uit de eigen leerweg, waarbij het
3 bevoegd gezag bepaalt of er sprake is van overeenkomstigheid tussen de vakken;
93
OCW 10
B3810.K-2 9
· alle regels van het overeenkomstige vak uit het hogere niveau gelden; het
desbetreffende examenprogramma en de voorgeschreven weging voor de berekening
van het eindcijfer van het vak (verhouding van het meetellen van het cijfer voor het
schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen), het daarbij behorend examen en
de daarbij behorende normering;
· het diploma en de cijferlijst blijven herkenbaar; hierop blijft dus de leerweg van
inschrijving vermeld worden, ongeacht of er een vak of meer op een hoger niveau zijn
afgesloten. Het soort uit te reiken diploma wordt bepaald door de vakken van het laagste
niveau; de leerling moet kunnen excelleren, niet afzakken. Indien een vak op een hoger
niveau is afgelegd, wordt dit op de cijferlijst vermeld (zie: Regeling modellen diploma's
vmbo). Selectie en plaatsing van een leerling in het vmbo gebeurt nu op basis van
onderscheidende en herkenbare programma's van de verschillende leerwegen.
Leerlingen examen laten doen op een lager niveau dan de eigen leerweg doet hier
afbreuk aan. Leerlingen vakken op een lager niveau laten volgen zou een terugkeer zijn
naar de onduidelijke situatie van voor de invoering van het vmbo;
· het is niet mogelijk om een cijfer behaald voor een vak om te rekenen naar een hoger of
een lager niveau: iedere leerweg kent immers een eigen examenprogramma en het
daarbij behorende eindexamen;
· een herkansing vindt altijd plaats op hetzelfde niveau als waarop het examen in een vak
is afgelegd. Het herkansingsrecht bestaat er immers uit dat een eerder afgelegd examen
opnieuw kan worden afgelegd, dit impliceert dat het om hetzelfde vak gaat;
· het niveau waarop in een vak centraal examen wordt afgelegd is bepaald op het moment
waarop de school het schoolexamencijfer verstrekt aan de IB-Groep;
· in een vak slechts op één niveau centraal examen kan worden afgelegd. Het is
bijvoorbeeld niet mogelijk op meerdere niveaus centraal examen af te leggen in dezelfde
vakken. Ook is het niet mogelijk dat als in het voorlaatste leerjaar centraal examen is
afgelegd in een vak, in het laatste leerjaar centraal examen wordt afgelegd in hetzelfde
vak op een ander niveau;
· Indien een vak door het overeenkomstige vak uit een hoger niveau is vervangen, mag het
vak dat is vervangen niet als "extra" vak alsnog onderdeel uitmaken van het examen.
Voorbeeld: indien het vak economie uit de theoretische leerweg is vervangen door
economie uit het havo, mag het vak economie uit de theoretische leerweg niet alsnog als
extra vak worden ingezet (tegelijkertijd met economie op havo-niveau). Zie hiervoor ook
de toevoeging bij artikel 8 van het Eindexamenbesluit (onderdeel A).
3.2. Extra vak
In dit besluit is ook voorzien in het afleggen van examen in extra vakken in het vmbo. Dit zijn
vakken van een hoger (of hetzelfde) kwalificatieniveau en kunnen ook vakken zijn die niet
voorkomen in de eigen leerweg. Deze vakken worden dan bij de uitslag betrokken. Het door dit
besluit gewijzigde Eindexamenbesluit regelt welke vakken als extra vak uit een andere leerweg
(van hetzelfde of hoger niveau) en het havo of vwo in het eindexamen vmbo kunnen worden
opgenomen en meetellen voor de uitslag. Daarbij geldt dat het vak een vastgesteld
examenprogramma heeft en het geen schooleigen vakken (vakken zonder een door de minister
vastgesteld examenprogramma) mogen zijn. Hierdoor kunnen leerlingen uit de basis- of
kaderberoepsgerichte leerweg bijvoorbeeld algemene vakken als kunstvakken II of lichamelijke
3 opvoeding 2 uit het vrije deel van de gemengde- en theoretische leerweg als extra vak kiezen.
93
OCW 10
B3810.K-2 10
Het is niet mogelijk een beroepsgericht vak als "extra vak" uit een "hogere leerweg" te volgen.
Wel kan door deze maatregel de leerling uit de theoretische leerweg een beroepsgericht vak uit
de gemengde leerweg als extra vak volgen.
Artikel 48, derde lid, van het Eindexamenbesluit voorkomt dat een kandidaat door een
onvoldoende eindcijfer voor een extra vak zakt. In dat geval moet het eindcijfer van het extra vak
buiten beschouwing moet worden gelaten.
3.3. Vrijstellingen aan scholen voor voortgezet onderwijs
Leerlingen kunnen met een diploma vmbo in de basis- of kaderberoepsgerichte leerweg
doorstromen naar de theoretische leerweg (binnen de verblijfsduur). Als in dat geval door de
leerling al één of meer vakken zijn afgesloten op het niveau van de theoretische leerweg
(daaronder begrepen de vakken genoemd in het tweede en derde lid van artikel 26n - en het
tweede lid van artikel 26h - van het Inrichtingsbesluit) of hoger, wordt de leerling voor die
vakken vrijgesteld, tenzij de kandidaat heeft aangegeven af te zien van deze vrijstelling. In het
geval van een dergelijke vrijstelling wordt het eerder behaalde cijfer, dat betrokken wordt bij de
vaststelling van de uitslag, vermeld op de cijferlijst. Natuurlijk moet wel worden voldaan aan de
voorgeschreven onderwijstijd. Het bevoegd gezag kan deze verantwoordelijkheid invullen door
een leerling met een vrijstelling de vrijgekomen tijd te laten benutten voor het volgen van de
extra vakken, zoals voorgeschreven in artikel 26g van het Inrichtingsbesluit W.V.O of aan
loopbaanoriëntatie.
Vrijstellingsmogelijkheden op grond van eerder afgelegde examens in de schoolsoort waarin een
leerling "met diploma" doorstroomt zijn ook geregeld voor leerlingen die met een diploma vmbo
in de theoretische leerweg doorstromen naar het havo of vwo.
3.4. Fries
Omdat Fries nu ook in de wet is genoemd als keuzevak in het vrije deel van de gemengde en
theoretisch leerweg is de expliciete bepaling in het Eindexamenbesluit, die dit voor deze
leerwegen mogelijk maakte overbodig geworden en dus verwijderd. Op grond van artikel 10b,
negende lid, onderdeel d, van de wet, kan het vak Friese taal en cultuur door een amvb worden
aangewezen als extra vak in het vrije deel van de beroepsgerichte leerwegen. Het
Eindexamenbesluit en Inrichtingsbesluit voorzien hierin.
3.5. Gecommitteerden
Wijziging van artikel 29, tweede lid, van de wet (zie Stb. 2007, 441) creeërt de grondslag voor de
bepaling in artikel 36 van het Eindexamenbesluit dat het bevoegd gezag van de school en van
elke instelling voor educatie en beroepsonderwijs zelf ten behoeve van het centraal examen een
of meer gecommitteerden (tweede correctoren) rechtstreeks aanwijst. De IB-Groep blijft
verantwoordelijk voor het koppelen van de scholen in verband met de uitvoering van de eerste
en tweede correctie en zal de scholen daarover informeren (conform de huidige praktijk). Het
kan voorkomen dat een examen maar aan één school wordt afgenomen, waardoor er geen
andere school is die een gecommitteerde kan aanwijzen. In dat geval (of in geval van nood) kan
de IB-Groep de gecommiteerde aanwijzen voor een school. De gecommitteerden blijven de
tweede correctie verzorgen zoals beschreven in het Eindexamenbesluit. Het bevoegd gezag van
3 de school wijst de individuele gecommitteerden zelf (rechtstreeks) aan. Hiermee verandert de
93
OCW 10
B3810.K-2 11
systematiek van het examineren niet. Het uitgangspunt blijft dat het eindexamen onder toezicht
van een of meer gecommitteerden staat.
3.6. Tweede correctie
In het Onderwijsverslag van de Inspectie van het Onderwijs over 2005 wordt geconstateerd dat
de uitvoering van de tweede correctie onder druk staat en er getwijfeld kan worden aan de
kwaliteit. Na overleg met de betrokken organisaties, te weten: Inspectie, CEVO, Cito en de VO-
raad heeft dit geleid tot een gezamenlijk plan van aanpak van het ministerie van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap met alle betrokken organisaties. Uitgangspunt bij het voorgenomen plan
van aanpak is het versterken van de rol van het bevoegd gezag inzake de afhandeling van en de
verantwoordelijkheid voor de tweede correctie. Het Eindexamenbesluit is conform deze aanpak
gewijzigd.
Ter vergroting van de kwaliteit van de tweede correctie is voorgeschreven dat de tweede
corrector bij het gecorrigeerde werk een door hem opgestelde en ondertekende verklaring voegt
betreffende de verrichte correctie, die mede door zijn bevoegd gezag wordt ondertekend. Tevens
wordt de procedure aangescherpt die moet worden gevolgd als de eerste corrector (oftewel
examinator) en tweede corrector (oftewel gecommitteerde) niet tot overeenstemming kunnen
komen. In dat geval kan de corrector (zowel de eerste als de tweede) het meningsverschil
voorleggen aan het eigen bevoegd gezag. Dit bevoegd gezag beoordeelt of er werkelijk sprake is
van een serieus meningsverschil en kan dan vervolgens contact opnemen met het bevoegd gezag
van de andere corrector. Als beide bevoegde gezagen niet tot overeenstemming kunnen komen
dan kunnen zij dit melden bij de Inspectie. De Inspectie kan besluiten tot het inschakelen van
een onafhankelijke derde corrector. Het werk van de derde corrector is vervolgens definitief.
Deze taak van de Inspectie is gebaseerd op artikel 3, tweede lid, sub d, van de Wet op het
Onderwijstoezicht en in artikel 42 van het Eindexamenbesluit vastgelegd.
De wijziging van artikel 36, tweede lid, van het Eindexamenbesluit is nodig vanwege het feit dat
met ingang van 1 januari 2007 de onkostenvergoeding voor de tweede correctie is opgenomen in
de materiële exploitatiebekostiging. De onkosten van de gecommitteerden van een instelling
voor educatie en beroepsonderwijs of van een niet uit de openbare kas bekostigde school echter
worden nog wel op de gebruikelijke wijze gedeclareerd.
4. Administratieve lasten
Scholen die hun leerlingen de mogelijkheid bieden vakken te volgen en af te sluiten op een hoger
kwalificatieniveau in plaats van de leerweg van inschrijving, zullen naar verwachting hun
administratiepakketten en roosters hierop moeten aanpassen. Ook als de school de leerlingen de
mogelijkheid van een extra vak uit een hoger kwalificatieniveau biedt, moeten de gegevens over
dit eventuele extra vak worden geregistreerd en worden doorgegeven aan de IB-Groep; het cijfer
kan immers bij de uitslagbepaling worden betrokken.
De school bepaalt zelf of zij Friese taal en cultuur als extra vak in de basis- en
kaderberoepsgerichte leerweg aanbiedt. Indien de school bepaalt dat Friese taal als extra vak in
het vrije deel door de leerling kan worden gekozen, zal het administratiepakket hierop moeten
worden ingericht. Er zullen nieuwe programma's van toetsing en afsluiting moeten worden
3
93
OCW 10
B3810.K-2 12
ontwikkeld en aanbieding zal, afhankelijk van de keuze, gevolgen hebben voor roosters en
formatie.
Door rechtstreekse aanwijzing van de gecommitteerden door het bevoegd gezag verminderen de
administratieve lasten voor zowel de scholen als voor de IB-Groep.
De scholen hebben niet meer de verplichting voordrachten van docenten op te sturen en hoeven
ook niet te wachten op een officiële aanwijzing door de IB-Groep. Nadat de koppeling van
scholen is bekend gemaakt door de IB-Groep kan het bevoegd gezag direct de gecommitteerden
aanwijzen. Hiermee vervalt de verplichting van de IB-Groep de voordrachtslijsten van de scholen
te controleren, goed te keuren en geaccordeerd terug te sturen naar de scholen.
De ondertekening van de gecommitteerde verklaart dat het correctiewerk is nagekeken (artikel
36, vijfde lid, Eindexamenbesluit). Het eindexamen wordt immers afgenomen onder
verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag (artikel 3 van het Eindexamenbesluit) en ingevolge
het derde lid van artikel 36 draagt het bevoegd gezag zorg voor de nakoming van de
verplichtingen van de gecommitteerde. De handeling kan door de gecommitteerde worden
meegenomen bij de uitvoering van zijn werkzaamheden. De handeling levert derhalve geen
ingrijpende lastenverzwaring op, noch voor de gecommitteerde, noch voor het bevoegd gezag.
Gelet op de geringe gevolgen van dit besluit voor de administratieve lasten heeft Actal dit besluit
niet voor advies geselecteerd.
5. Uitvoerings- en handhavingsgevolgen
De IB-Groep heeft aangegeven dat het afleggen van een examen in een "extra" vak uit een
hogere leerweg vanaf 1 augustus 2007 uitvoerbaar is. De IB-Groep verwacht dan ook geen
problemen bij de uitvoering van de maatregel "vervangend vak op hoger niveau".
De IB-Groep heeft tevens aangegeven dat het toevoegen van het vak Friese taal en cultuur aan
de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg uitvoerbaar is met ingang van 1 augustus 2007 en
geen moeilijkheden zal opleveren bij de uitwisseling.
Door de IB-Groep is de uitvoering per 1 augustus 2007 van de wijziging op de aanwijzing van de
gecommitteerden, welke procedure wordt vereenvoudigd, realiseerbaar.
CFI, het agentschap van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een toets
op de uitvoerbaarheid van het besluit uitgevoerd. Het agentschap geeft aan dat het besluit geen
uitvoerings- of bekostigingsconsequenties heeft voor CFI en uitvoerbaar is. In het kader van
geintegreerd toezicht heeft CFI het besluit ook voorgelegd aan de Inspectie van het onderwijs,
waarvan geen commentaar is ontvangen.
6. Financiële gevolgen
Dit besluit heeft voor wat betreft de mogelijkheid (extra) vakken op een hoger niveau te volgen
geen financiële gevolgen voor de rijkskas.
3
93
OCW 10
B3810.K-2 13
De eenmalige ontwikkelkosten voor de ontwikkeling van het examenprogramma voor Friese taal
en cultuur ten behoeve van de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg zijn gefinancierd uit de
OCW-begroting 2006.
Het overgaan tot de aanwijzing van de tweede corrector door de scholen levert een geringe
besparing bij de IB-Groep op, door het wegvallen van een administratieve handeling.
Artikelsgewijs
ARTIKEL I. Wijziging van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o.
Onderdeel A (Artikel 8)
Het eerste lid, zoals dit luidde vóór inwerkingtreding van dit besluit, deed voorkomen of het
Besluit samenwerking VO-BVE alleen van toepassing was indien het bevoegd gezag wil
afwijken van het maximum aantal klokuren per schooljaar dat onderwijs gevolgd mag worden
aan een andere school, terwijl dit niet was beoogd. Dit is nu aangepast.
Het toevoeging aan het tweede lid regelt dat in een vak slechts op één niveau examen kan
worden afgelegd. De aanpassing was nodig in verband met de bij dit besluit geïntroduceerde
mogelijkheid vakken op een hoger niveau af te sluiten.
Onderdeel B (Artikel 13)
In het derde lid is een verwijzing naar het artikel 26e, zesde lid, Inrichtingsbesluit toegevoegd om
de daar opgenomen vrijstellingsmogelijkheid mee te nemen (zie tevens het algemene deel van
deze nota van toelichting). Daarnaast is de verwijzing naar het gemeenschappelijke deel
verwijderd. Deze is overbodig omdat het betreffende vak (LO) altijd deel uitmaakt van het
gemeenschappelijke deel.
Onderdeel C (Artikel 22)
Artikel 22 omschrijft de minimumeisen waaraan een leerling moet voldoen om een diploma
vmbo voor zover het betreft de theoretische leerweg te behalen. Artikel 4 bepaalt dat het
sectorwerkstuk een verplicht onderdeel van het eindexamen vmbo voor zover het betreft de
theoretische leerweg is. Volledigheidshalve is in artikel 22 dit sectorwerkstuk toegevoegd. Het
profielwerkstuk in het havo en vwo was al geregeld in de artikelen 11, 12 en 13 van het
Eindexamenbesluit. De verwijdering van Fries uit dit artikel is toegelicht onder 3.4. van het
algemene deel van deze nota van toelichting. Het nieuwe vierde lid betreft toevoegen van de
mogelijkheid om het overeenkomstige vak, geregeld in de WVO, op een hoger niveau af te
leggen. Daarbij geldt echter dat het niet mogelijk is het vak dat door het overeenkomstige vak op
een hoger niveau is vervangen alsnog als extra vak onderdeel te laten zijn van het eindexamen.
Het vereiste dat het vak afgesloten wordt met een centraal examen is vervallen. Er zijn immers
vakken die geen centraal examen hebben. Daarnaast is het ook mogelijk vakken op havo- of vwo-
niveau af te leggen. Het nieuwe achtste lid betreft een vrijstelling. Het gaat hier om het geval dat
een leerling met een diploma VMBO-BBL of VMBO-KBL, die een vak op VMBO-TL niveau heeft
afgerond en vervolgens het VMBO-TL gaat doen, vrijgesteld is van het volgen van onderwijs
(artikel 26n, derde lid, van het Inrichtingsbesluit W.V.O.) en het doen van examen in dit vak.
3
93
OCW 10
B3810.K-2 14
Onderdeel D (Artikel 23)
Voor de in hetzelfde lid genoemde intrasectorale programma's wordt verwezen naar het artikel
van het Inrichtingsbesluit, waarin de programma's genoemd zijn. Verwijzing naar het artikel
waarin de afdelingsvakken genoemd worden in het Inrichtingsbesluit ontbrak.
Het nieuwe vierde lid is gelijk aan hetgeen voor de theoretische leerweg is geregeld (artikel 22,
vierde lid). Het nieuwe vijfde lid bevat de gelijksoortige bepalingen als die welke voor de
theoretische leerweg gelden, met de toevoeging dat Friese taal en cultuur als extra vak mag
dienen.
Onderdelen E en F (Artikel 24 en 25)
De wijzigingen in dit artikel zijn overeenkomstig aan de wijzigingen in artikel 22 en 23.
Kortheidshalve wordt daarnaar verwezen.
Onderdeel G (Artikel 36)
Artikel 29, tweede lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs vormt de grondslag voor de
wijziging van artikel 36. Deze wijziging beoogt een vereenvoudiging van de procedure omtrent de
aanwijziging van gecommitteerden en houdt in dat het bevoegd gezag van de school en van elke
instelling voor educatie en beroepsonderwijs, ten behoeve van het centraal examen een of meer
gecommitteerden (lees: tweede correctoren) aanwijst. Eerder wees de IB-groep de individuele
gecommitteerde aan. Het uitgangspunt is en blijft dat de systematiek van het examineren niet
verandert. De onkostenvergoeding voor de tweede correctie is opgenomen in de lumpsum.
Gecommitteerden van een instelling voor educatie en beroepsonderwijs of van een niet uit de
openbare kas bekostigde school kunnen op grond van de Algemene wet bestuursrecht een
vergoeding ontvangen van de IBG. Er is tevens een vierde lid opgenomen dat regelt dat de
gecommitteerde een verklaring bij het gecorrigeerde werk voegt. Zie verder bij 3.5 van het
algemene deel van deze nota van toelichting.
Onderdeel H (Artikel 41)
In het derde lid is een volzin toegevoegd. Deze houdt in dat de gecommitteerde bij het
gecorrigeerde werk een verklaring voegt, mede ondertekend door het bevoegd gezag van de
gecommitteerde, betreffende de verrichte correctie, zoals dat is geregeld in het vijfde lid van
artikel 36.
Onderdeel J (Artikel 47)
De toevoeging aan het tweede lid dat de afwijking voor de bepaling van het eindcijfer in de
basisberoepsgerichte leerweg alleen geldt voor de "vakken" van de basisberoepsgerichte
leerweg, is nodig omdat van deze leerweg ook vakken uit een hoger kwalificatieniveau deel uit
kunnen maken. Bij toepassing van de mogelijkheid dat een vak op een hoger niveau kan worden
afgesloten, gelden ook voor de berekening van het eindcijfer de regels behorend bij dat vak en
het desbetreffende niveau.
Onderdeel K (Artikel 52) en Artikel III (Artikel 30 van het Besluit staatsexamens vwo-havo-mavo
2000)
Indien een leerling een vrijstelling heeft gehad voor een vak, regelen deze artikelen of en op
welke wijze dit vak en eventueel eerder behaald resultaat wordt vermeld op de cijferlijst. Dat
3 geldt ook voor de vrijstellingen in het kader van het vak op een hoger niveau.
93
OCW 10
B3810.K-2 15
ARTIKEL II. Wijziging van het Inrichtingsbesluit W.V.O.
Onderdeel A (Artikel 26e)
Door toevoeging van het diploma vmbo in de theoretische leerweg is het mogelijk dat ook de
leerling met diploma vmbo-tl die in de tl een vak op vwo-niveau heeft afgelegd en vervolgens het
vwo gaat doen, voor dát vak in elk geval vrijgesteld is van het volgen van onderwijs (derde lid).
Het zesde lid van artikel 26e regelt eenzelfde situatie, maar nu voor het havo en leerlingen met
diploma vmbo-tl die in de tl examen hebben gedaan in één of meer vakken op havo- of vwo-
niveau.
Onderdeel B (Artikel 26h)
Het artikel bestaat uit 2 leden. Het eerste lid is de tekst zoals deze luidde voor inwerkingtreding
van dit besluit. Het tweede lid is gebaseerd op artikel 10b, negende lid, onderdeel d, van de wet.
Op basis van dit artikel is in dit besluit het vak Friese taal en cultuur aangewezen.
Onderdeel C (Artikel 26n)
Omdat in dit artikel zowel vrijstellingen als ontheffingen geregeld worden, is het opschrift van
het artikel aangepast. Het vierde lid regelt een soortgelijke situatie als hierboven beschreven
voor het vwo en havo (zie toelichting op de onderdelen A en B), maar nu voor het vmbo voor
zover het betreft de theoretische leerweg en leerlingen met diploma vmbo BBL of KBL die in die
leerweg examen hebben gedaan in één of meer vakken op tl-niveau of hoger.
ARTIKEL IV. Wijziging Besluit van 1 december 2005, houdende wijziging van het
Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. in verband met verruiming van de
compensatiemogelijkheid bij eindexamens voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (Stb.
2006, 18)
Omdat artikel II van dit besluit inmiddels is overgenomen en aangepast als gevolg van gewijzigde
inzichten (zie ondermeer de toelichting op onderdeel C), zal artikel II van het Besluit van 1
december 2005, houdende wijziging van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. in
verband met verruiming van de compensatiemogelijkheid bij eindexamens voorbereidend
middelbaar beroepsonderwijs (Stb. 2006, 18) niet meer in werking treden. Derhalve vervalt dit
artikel.
ARTIKEL V. Intrekking enkele besluiten
Beide besluiten zijn reeds enige tijd uitgewerkt. Om deze reden worden zij ingetrokken.
ARTIKEL VI. Inwerkingtreding
De wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs (zie Stb. 2007, 441) treedt in werking per 1
januari 2008. Gezien het feit dat dit besluit later tot stand komt, maar de examens rond mei
2008 gaan beginnen is het zaak de in dit besluit geregelde wijzigingen zo snel mogelijk te
3
93
OCW 10
B3810.K-2 16
realiseren. Doel is dit besluit terug te laten werken tot en met 1 januari 2008 om aan te sluiten
bij de wetswijziging. Dit is ook uitvoerbaar (zie bij 5. in het algemeen deel van deze toelichting).
De staatssecretaris van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap,
Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart
3
93
OCW 10
B3810.K-2 17