CJE/08/25
10 april 2008
PERSCOMMUNIQUE nr. 24/08
Arrest van het Hof van Justitie in zaak C-102/07
Adidas AG e.a. / Marca Mode CV e.a.
HET ALGEMEEN BELANG OM BEPAALDE TEKENS VOOR ALLEN BESCHIKBAAR TE
HOUDEN, VORMT ALS ZODANIG GEEN BEPERKING VAN HET UITSLUITEND RECHT VAN
DE HOUDER VAN EEN MERK
De merkhouder kan derden evenwel niet verbieden om gebruik te maken
van beschrijvende aanduidingen, voor zover dat gebruik eerlijk is
Adidas AG is houdster van beeldmerken die bestaan uit drie verticaal
en parallel lopende strepen van gelijke breedte die zijn aangebracht
op de zijkant van sport- en vrijetijdskleding en zijn uitgevoerd in
een met de basiskleur van het kledingstuk contrasterende kleur. Adidas
Benelux BV is exclusief licentieneemster van adidas AG voor de
Benelux.
Marca Mode, C&A, H&M en Vendex zijn concurrerende ondernemingen die
eveneens sportkleding verkopen, die is voorzien van twee parallel
lopende strepen in een met de basiskleur van de kleding contrasterende
kleur.
Adidas heeft een procedure aangespannen bij de rechter in Nederland en
betoogd dat zij het recht heeft om iedere derde te verbieden gebruik
te maken van een gelijk of overeenstemmend teken waardoor verwarring
zou kunnen ontstaan. Marca Mode e.a. stellen daarentegen dat het hun
vrijstaat om twee strepen als versiering op sport- en
vrijetijdskleding te gebruiken. Zij beroepen zich op de
vrijhoudingsbehoefte (strepen en eenvoudige streepmotieven zijn tekens
die voor allen beschikbaar moeten blijven) om zonder de toestemming
van adidas het tweestrepenmotief te gebruiken.
De Hoge Raad der Nederlanden, waar de zaak uiteindelijk is beland,
vraagt zich af wat de beschermingsomvang van het betrokken merk is.
Hij wil van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen weten
of de vrijhoudingsbehoefte een beoordelingscriterium is om de omvang
van het uitsluitende recht van de merkhouder af te bakenen.
In zijn arrest van vandaag stelt het Hof om te beginnen vast dat de
behoefte aan vrijhouding van bepaalde tekens geen van de relevante
omstandigheden is waarmee rekening wordt gehouden om te beoordelen of
er sprake is van een verwarringsgevaar. Het antwoord op de vraag of
een dergelijk gevaar bestaat, moet namelijk worden gebaseerd op de
perceptie door het publiek van de waren waarop het merk van de
merkhouder betrekking heeft en van de waren waarop het door de derde
gebruikte teken betrekking heeft. De nationale rechter moet nagaan of
de gemiddelde consument zich kan vergissen over de herkomst van sport-
en vrijetijdskleding die is voorzien van streepmotieven die op
dezelfde plaatsen zijn aangebracht en dezelfde kenmerken vertonen als
het streepmotief van adidas, met het enige verschil dat zij uit twee
en niet uit drie strepen bestaan.
Vervolgens staat het Hof stil bij de specifieke bescherming die
bekende merken genieten. Het merkt op dat voor die bescherming niet
het bestaan van een gevaar voor verwarring tussen het teken en het
merk is vereist. Het volstaat reeds dat het betrokken publiek een
verband daartussen legt. Aangezien de vrijhoudingsbehoefte losstaat
zowel van de beoordeling van de mate van overeenstemming tussen het
bekende merk en het door de derde gebruikte teken als van het verband
dat het betrokken publiek tussen dat merk en dat teken zou kunnen
leggen, is zij geen relevante factor om na te gaan of door het gebruik
van het teken ongerechtvaardigd voordeel wordt getrokken uit de
reputatie van het merk.
Ten slotte preciseert het Hof dat, ook al mag de houder van een merk
derden niet verbieden om eerlijk gebruik te maken van beschrijvende
aanduidingen, de vrijhoudingsbehoefte hoe dan ook geen autonome
beperking vormt van de aan het merk verbonden rechtsgevolgen. Een
derde kan zich alleen op de in de merkenrichtlijn neergelegde
beperkingen van de aan een merk verbonden rechtsgevolgen beroepen en
zich alleen op de vrijhoudingsbehoefte baseren, wanneer de door hem
gebruikte aanduiding verband houdt met een van de kenmerken van de
waar. Het zuiver decoratieve karakter van het tweestrepenteken, waarop
de betrokken ondernemingen zich beroepen, geeft geen enkele aanduiding
inzake een van de kenmerken van de waar.
Voor de media bestemd niet-officieel stuk, dat het Hof van Justitie
niet bindt.
Beschikbare talen: EN FR DE NL
De volledige tekst van het arrest is op de dag van de uitspraak te
vinden op de internetpagina van het Hof
http://curia.europa.eu/jurisp/cgi-bin/form.pl?lang=NL&Submit=recherche
r&numaff=C-102/07
vanaf ongeveer 12.00 uur.
Voor nadere informatie wende men zich tot de heer Stefaan Van der
Jeught. Tel: +352 4303 2170 Fax: +352 4303 2988
European Union