Gemeente Het Bildt


Onderhoud dorpsbosjes

Voordat een bos een echt natuurlijk ogend bos is gaan er vaak honderden jaren over heen. De meeste dorpsbosjes zijn in 1984 aangeplant en zijn dus nog erg jong. Omdat we graag bosjes willen waar zo veel mogelijk variatie in zit en waar dus ook veel verschillende planten en dieren een plek kunnen vinden is het beheer van de bosjes gericht op het vergroten van de natuurlijke variatie. Deze variatie is niet alleen van belang voor planten en dieren, maar ook voor bezoekers is een gevarieerd bos aantrekkelijker. Zo'n bos heeft een hogere belevingswaarde.

De gemeente het Bildt beheert de dorpsbosjes nu al een aantal jaren op deze manier en de eerste resultaten zijn zichtbaar. Er komen meer verschillende soorten vogels in de bosjes voor en op sommige plekken zijn bijzondere planten zoals orchideeën (wespenorchis) waar te nemen.

Figuur 1: Wespenorchis

Hoe werkt dit beheer nu in de praktijk?

Het uitgangspunt is steeds dat de variatie in het bos zo groot mogelijk moet zijn. Dit doen we door bij het dunnen boomsoorten die minder voorkomen te bevoordelen en door vooral de dominante soorten te kappen. Ook bomen die nu al goed groeien krijgen extra aandacht; waardoor ze het nog beter gaan doen en de bomen die nu dus al dik zijn snel nog dikker worden en de slechte bomen nog verder achterblijven. Hierdoor ontstaat er meer variatie in dikke en dunne bomen in het bos. Ook ontstaat er meer variatie door het terugdringen van de dominante soorten. Door op sommige plekken veel te dunnen en op ander plekken minder of helemaal niet ontstaat er ook nog variatie in open en dichte plekken.

In een natuurlijk bos bestaat een groot deel van het hout uit dood hout. In een jong bos ontstaat dit meestal niet spontaan. Toch is het voor veel insecten en paddestoelen van groot belang. Op een aantal plaatsen, waar omvallende bomen geen gevaar vormen, hebben we bomen geringd (dit is de bast beschadigen zodat de boom dood gaat). Hierdoor ontstaat er zogenaamd staand dood hout. Bomen die dood zijn, maar nog wel overeind staan. Vooral dit staande dode hout is van belang voor vogelsoorten zoals spechten. In de oude spechtenholten kunnen later bijvoorbeeld weer vleermuizen nestelen. Zo wordt het bos voor veel soorten steeds interessanter.

Soms doet zich, vanuit dit oog punt bezien, een buitenkansje voor en waaien bomen spontaan om. Ook omgewaaide en stervende bomen vormen voor veel organismen een belangrijke voedselbron. Als omgewaaide bomen geen gevaar voor bezoekers opleveren kunnen ze daarom heel goed blijven liggen en dragen ze nog heel lang bij aan het vergroten van de natuur- en belevingswaarde van de dorpsbosjes. Op deze manier wordt gebruik gemaakt van natuurlijke processen om de waarde van de dorpsbosjes te vergroten. Door omgewaaide bomen te laten liggen ontstaan bovendien aantrekkelijke plekken voor bijvoorbeeld varens, amfibieën en reptielen.

Figuur 2: omgewaaide boom

Behalve het staande dode hout heeft ook liggend dood hout een belangrijke rol. In dit hout liggen bijvoorbeeld voedingsstoffen opgeslagen die door vertering geleidelijk vrijkomen. Doordat we dit hout niet versnipperen komen de voedingsstoffen geleidelijk vrij, wat een natuurlijke ontwikkeling van het bos ten goede komt. Om dit te bevorderen worden de takken die vrij komen bij de dunningswerkzaamheden in de bosjes worden op zogenaamde takkenrillen gelegd. Deze rillen zijn een prima schuilplek voor zangvogels en ook egels overwinteren er graag.

Figuur 3: takkenril

Niet alleen in het bos wordt door het kappen de variatie vergroot, maar ook de bosranden krijgen bijzondere aandacht. Een natuurlijk bos heeft een geleidelijke overgang van het open gebied naar de boskern. In deze overgang komen veel verschillende kruiden en struiken voor die van groot belang zijn voor vogels en insecten zoals vlinders. Door in de bosranden de struiken meer kansen te geven dan de bomen worden de randen gevarieerder en kunnen ze zich beter ontwikkelen.

Soms komen in de dorpsbosjes ook grasvelden voor. Er is nu ook een proef gedaan met een meer natuurlijk beheer van deze grasvelden. Ook hier speelt de variatie weer een belangrijke rol. Delen worden wekelijks gemaaid, en andere delen slechts één keer per jaar of nog minder. Hierdoor krijgen meer verschillende kruiden een kans zodat insecten beter kunnen overleven en dat er meer zaden te vinden zijn voor vogels.

Kortom gemeente het Bildt werkt aan aantrekkelijker (mooier) en natuurlijker bossen waar niet alleen de planten en dieren profijt van hebben, maar ook voor u als bezoeker steeds meer te beleven valt.

Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met onze beleidsmedewerker groenbeheer:

Jan van Buiten
Telefoon: 0518-409291
e-mail: j.vanbuiten@hetbildt.nl