Raad voor de Journalistiek


Hieronder volgen samenvattingen van recente uitspraken van de Raad voor de Journalistiek. Via de link die onder elke samenvatting is vermeld, kunt u de volledige uitspraak opvragen. Een uitspraak wordt altijd eerst aan de desbetreffende partijen gestuurd en enkele dagen later op de website van de Raad gepubliceerd.


Uitspraak vastgesteld d.d. 10 april 2008
door mr. Th. Groeneveld, voorzitter, mw. drs. M.G.N. Mathot, drs. P. Sijpersma en mr. drs. G.J. Wolffensperger, leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris, en mw. mr. L. Bultman-den Haan, plaatsvervangend secretaris.

dr. C.J. Ruissen / T. van Dijk en prof. dr. P. Pop

Uitspraak: gegrond c.q. onbevoegd

De klacht betreft een passage in het boek "Medische missers - en hoe die voorkomen hadden kunnen worden". Dat boek bevat een verzameling van door Van Dijk beschreven casussen, waarvan de meeste eerder als serie onder de titel `Dag dokter' in HP/De Tijd zijn verschenen. Alle casussen zijn in het boek door Pop, emeritus hoogleraar transmurale geneeskundige zorg, beoordeeld en van commentaar voorzien. Klager maakt bezwaar tegen de publicatie van de casus onder de kop "Een hokje niet aangevinkt". De casus - die op 11 november 2005 onder dezelfde kop in HP/De Tijd is verschenen, met vermelding van klagers volledige naam - gaat over de problemen die een patiënte van klager heeft ondervonden bij het vaststellen van de juiste diagnose. De Raad heeft een klacht van klager tegen de publicatie in HP/De gegrond gedeeltelijk gegrond verklaard. (zie RvdJ 2006/15)

Zoals de Raad in die uitspraak heeft overwogen, wordt zowel door de opmaak als de inhoud van de publicatie de indruk gewekt dat de vertraging in het stellen van de juiste diagnose bij de patiënte van klager alleen aan klager kan worden verweten en vooral het gevolg is van het feit dat klager `een hokje niet heeft aangevinkt'. Uit de uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege te Eindhoven blijkt echter dat het tuchtcollege heeft geoordeeld dat het klager niet valt aan te rekenen "dat de aangevraagde coloscopie op eigen initiatief van de afdeling gastro-enterologie en zonder enig overleg met verweerder is omgezet in een sigmoïdoscopie". Bovendien heeft het ziekenhuis in Maastricht aansprakelijkheid aanvaard voor de vertraging in het verrichten van de coloscopie bij de patiënte van klager. Door een en ander opnieuw onvermeld te laten heeft Van Dijk wederom op een wezenlijk punt onvolledig en onevenwichtig over de kwestie bericht. Bijzondere omstandigheden die de handelwijze van Van Dijk op dit punt zouden kunnen rechtvaardigen, zijn gesteld noch gebleken. Dat in de thans gewraakte publicatie de uitspraak in hoger beroep van het Centraal Tuchtcollege wordt vermeld en dat daarbij niet klagers volledige naam is vermeld, maar slechts zijn initialen zijn gebruikt, kan aan voornoemd oordeel van de Raad niet afdoen. Daarbij komt dat klager niet in de gelegenheid is gesteld commentaar op de kwestie te geven. Een en ander leidt tot de slotsom dat Van Dijk grenzen heeft overschreden van hetgeen, gelet op de eisen van journalistieke verantwoordelijkheid, maatschappelijk aanvaardbaar is.

De Raad acht zich voorts onbevoegd te oordelen over de klacht tegen Pop, nu de medewerking van Pop aan het boek niet kan worden aangemerkt als een journalistieke gedraging in de zin van de statuten.

Trefwoorden:

· Journalistieke werkwijze: hoor en wederhoor
· Feitenweergave: onjuiste, tendentieuze berichtgeving
· Procedure: bevoegdheid

· Aard van het medium: boek

Publicatie op www.rvdj.nl/2008/13

---