Gemeente Ede

nummer 064 / Ede, 1 april 2008

Dag van de Leerplicht
Kinderen hebben recht om te leren!

Op 10 april 2008 wordt de Dag van de Leerplicht gehouden. Op deze dag zal wethouder Frank van Zuilen van Onderwijs op twee middelbare scholen in Bennekom en Ede gesprekken voeren met notoire spijbelaars. In deze gesprekken op Het Streek en het Groenhorst college staat het recht om te leren centraal.

Leren is niet alleen een plicht, maar ook een recht. Namelijk het recht om jezelf te ontwikkelen via onderwijs.

Dag van de Leerplicht
De Dag van de leerplicht is een initiatief van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Het vraagt alle gemeenten in Nederland om die dag activiteiten te organiseren om de leerplicht breed onder de aandacht te brengen van scholen, ouders en leerlingen. De handhaving van de leerplicht speelt een belangrijke rol bij het terugdringen van spijbelen en voortijdig schoolverlaten. Daarmee kan het ook bijdragen aan het terugdringen van crimineel gedrag bij jongeren. Om het belang van de leerplichthandhaving extra onder de aandacht te brengen is dit jaar donderdag 10 april gekozen als landelijke Dag van de Leerplicht. Op deze dag kunnen gemeenten één of meerdere activiteiten organiseren om de leerplicht breed onder de aandacht te brengen van scholen, ouders en leerlingen. De eerste Dag van de Leerplicht, was in 2004 een overweldigend succes. Alle reden voor het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap (OCW) om elkaar het initiatief te herhalen.
Problemen
Schoolverzuim kan leiden tot grote maatschappelijke problemen. Jongeren die op straat zwerven of die geen baan hebben, worden sneller verleid tot criminaliteit. De kosten voor criminaliteitspreventie, maar ook de gevoelens van onveiligheid bij de burgers, nemen daardoor toe. Verder is de druk op sociale voorzieningen groter als er minder opgeleiden zijn. Redenen genoeg dus om het onderwerp breder aandacht te geven.
De eerste leerplichtwet (1900) is aangenomen om kinderen te beschermen tegen kinderarbeid. Kinderen moesten vroeger in de fabrieken en op het land werken. Het waren goedkope werkkrachten, maar daardoor konden ze natuurlijk niet naar school. De plicht in leerplicht was dus eigenlijk vooral op de ouders gericht: die kregen boetes als ze hun kinderen toch lieten werken en niet naar school stuurden. Dat is overigens tegenwoordig nog steeds zo. De huidige leerplichtwet zegt dat kinderen vanaf hun vijfde tot en met hun zestiende jaar naar school moeten. De leerplicht wordt verlengd met de kwalificatieplicht tot de dag dat de leerling achttien jaar wordt. Deze kwalificatieplicht geldt alleen voor leerlingen die dan nog geen havo-, vwo- of mbo2-diploma hebben.

Grappige detail:

* Deze eerste leerplichtwet werd met 50-49 stemmen aangenomen, doordat een tegenstander van de wet (Francis David Schimmelpenninck) van zijn paard was gevallen en daardoor niet kon stemmen. Het paard is verstandiger dan zijn meester, zeiden voorstanders van de leerplichtwet.

---