Ingezonden persbericht


PERSBERICHT

Diemen, 9 april 2008

Randstad Werkmonitor: Werkenden pleiten voor extra diversiteit Opvallende verschillen én parallellen tussen Nederlandse en Duitse werkvloer

Er moet harder worden gewerkt aan een goede mix op de werkvloer van leeftijden en opleidingsniveaus. Ongeveer de helft van de werknemers in Nederland vindt het belangrijk dat de werkgever zorgt voor een goede spreiding van leeftijd en opleidingsniveau van medewerkers. Samenwerking moet meer gestimuleerd worden. Werkenden vinden dat collega's van jongere, middelbare en oudere leeftijd elk hun specifieke kwaliteiten hebben. Spreiding naar leeftijd kan er voor zorgen dat deze kwaliteiten optimaal vertegenwoordigd zijn op het werk.

Deze opvallende visie op diversiteit in organisaties komt naar voren uit de door Blauw Research uitgevoerde Randstad Werkmonitor voor de maand april. Werkenden geven aan dat zij jonge werknemers zien als ambitieus, flexibel en creatief. Werknemers van middelbare leeftijd zijn initiatiefrijk, werken snel, zijn gemotiveerd en productief en bovendien gericht op samenwerken. Oudere werknemers hebben - zo zeggen werkenden in het onderzoek - verantwoordelijkheidsgevoel en goede sociale vaardigheden.

Nederland heeft verhoudingsgewijs veel parttimers
De onderzoekers keken bij deze editie van de Werkmonitor nadrukkelijk naar verhoudingen op de werkvloer. Tegelijkertijd werd een identiek onderzoek uitgevoerd op de Duitse arbeidsmarkt. Tussen de twee buurlanden zijn daarbij opvallende parallellen én verschillen naar voren gekomen:
- werkenden in Nederland en Duitsland denken hetzelfde over het belang van diversiteit op de werkplek, zowel naar opleiding als naar leeftijd
- de Nederlandse werkkring bestaat uit relatief veel parttimers. Drie op de tien Nederlandse werknemers werken naar eigen zeggen samen met parttimers. In Duitsland 'slechts' 16 procent.

We vinden onszelf goede teamspelers
De meeste werkenden in Nederland functioneren in een teamverband. Opvallend is dat wij onszelf goede teamspelers vinden: in Nederland is bijna niemand (6 procent) ontevreden over samenwerking op het werk, terwijl maar liefst 22 procent van de Duitsers de samenwerking onder de maat vindt. Als het in de teams niet botert, dan kan dat onmogelijk aan de eigen bijdrage liggen, zo denken Nederlandse werkenden. Een vijfde van hen (en bijna de helft van de Duitsers) is zo overtuigd van zichzelf dat men een 9 of 10 geeft voor de eigen bijdrage aan het werk. Jong of oud, laag of hoog opgeleid, man of vrouw: driekwart van de werkenden in Nederland ziet zichzelf als behorend tot de 25 procent meest waardevolle werknemers voor de werkgever!

Vrouwen werken liever met mannen!
Een interessant detail over samenwerken: een belangrijk deel (eenderde) van de vrouwelijke werkenden zegt liever met mannen dan met vrouwen samen te werken. De praktijk is overigens dat mannen voornamelijk met mannen werken, vrouwen veelal met vrouwen. Vrouwen werken zelden bij voorkeur met voornamelijk vrouwen. Hoewel het bedrijfsresultaat van organisaties sterk afhangt van de samenwerking, wordt teamwerk volgens bijna de helft (47 procent) van de werkenden niet goed beloond. Ook ervaring wordt ondergewaardeerd, vindt 53 procent. Voor deze werknemers kan de invoering van een bonussysteem dat er op gericht is de samenwerking te stimuleren een uitkomst bieden.

'Diverse' teams zijn sterke teams'
Volgens algemeen directeur Jan Vermeulen van Randstad Nederland onderschrijven werkenden in Nederland wat onderzoeken al langer zeggen. "Teams waar mensen van verschillende leeftijd, opleiding, sekse en culturele achtergronden samenwerken, zijn sterkere teams. Zij bekijken de problemen als vanzelf vanuit verschillende invalshoeken en komen daardoor dikwijls tot beter overdachte oplossingen. Organisaties die investeren in een goed diversiteitsbeleid zijn naar mijn idee bezig hun operatie sterker en veelzijdiger te maken."

Ouderen onmisbaar voor jongeren, maar er is wrijving Een groot deel van de werkenden ziet de kennisoverdracht door ouderen als een cruciaal onderdeel van de samenwerking. Sterker nog, zes op de tien Nederlandse werkenden vindt dat ouderen onmisbaar zijn voor de groei van jongeren. Werkgevers zouden deze kennisoverdracht meer moeten stimuleren, vinden werknemers. Oudere werknemers vinden dat jongere werknemers niet genoeg open staan voor kennisoverdracht (zegt 40 procent), dat ze ook geen initiatief nemen (50 procent) en dat ze te weinig vragen stellen (43 procent). In Duitsland zijn de oudere werkenden nog veel kritischer op deze punten. Maar liefst 49 procent van de ouderen heeft het gevoel dat jongeren zich vaak te groot voelen voor sommige werkzaamheden. Dit terwijl ze toch minder goed opgeleid zijn voor de praktijk, vindt eveneens de helft van de ouderen.

Advies jongeren aan ouderen: spijker ICT-kennis bij! Jongeren zijn op hun beurt kritisch over oudere werknemers: ouderen moeten meer aannemen van jongeren, aldus een op de drie Nederlandse en maar liefst zes op de tien Duitse jongere werknemers. Daarbij klinkt harde kritiek op de ICT-vaardigheden van ouderen: bijna een kwart van de werknemers in Nederland en 48 procent in Duitsland denkt dat oudere werknemers de technologische ontwikkelingen vaak niet bij kunnen houden. Oudere werknemers zelf onderkennen dat zij hun ICT-kennis moeten bijspijkeren: in Nederland geeft de helft van de oudere werknemers dit aan en in Duitsland maar liefst 70 procent.

Wat bleek verder uit het onderzoek?
Interessante verschillen en parallellen tussen de Nederlandse en de Duitse werkvloer:
* In Duitsland ontvangt 41 procent een bonus voor de bedrijfs-, vestigings-, afdelings-, team, of individuele prestaties. In Nederland ontvangt 39 procent een bepaalde bonus.
* Duitse werknemers hebben in vergelijking met Nederlandse werknemers een sterkere prestatiedrang en zoeken ook meer uitdaging in het werk. Bovendien zijn ze iets meer oplossingsgericht.
* De mobiliteit in Duitsland blijkt groter dan in Nederland. De Mobiliteitsindex staat voor Duitsland op 112, Nederland scoort 95. Dit is op zich opvallend omdat het vertrouwen in het vinden van ander werk lager is dan in Nederland. De ontevredenheid met de werkgever is vergelijkbaar. De Duitse ondervraagden hebben niet meer behoefte aan een nieuwe uitdaging. De kans op ontslag acht daar wel iets groter.

De uitkomsten van het onderzoek in cijfers:

Nederland
Tevredenheid
Vertrouwen in vinden van nieuwe baan
Angst voor ontslag
Toe aan nieuwe uitdaging
Mobiliteit index
April
2008
82%
74%
5%
50%
95
Dec.
2007
84%
73%
5%
49%
96
Sept.
2007
83%
75%
4%
53%
108
Juni
2007
83%
77%
3%
55%
107
Feb.
2007
81%
74%
5%
54%
101
Dec.
2006
81%
72%
5%
57%
106
Okt.
2006
85%
75%
5%
55%
99
Aug
2006
86%
70%
4%
55%
101
Juni
2006
82%
72%
5%
54%
108
April
2006
84%
69%
6%
54%
103
Feb.
2006
81%
70%
5%
52%
97
Dec.
2005
80%
68%
7%
54%
91
Okt.
2005
83%
67%
6%
52%
99
Aug.
2005
85%
67%
6%
54%
95
Juni.
2005
79%
65%
8%
57%
99
April.
2005
80%
69%
9%
57%
99
Feb.
2005
83%
68%
7%
57%
99
Dec
2004
85%
70%
8%
55%
93
Okt.
2004
84%
73%
8%
53%
99
Aug.
2004
87%
77%
6%
53%
104
Juni.
2004
84%
75%
10%
57%
106
April.
2004
86%
74%
6%
52%
91
Feb.
2004
83%
74%
10%
52%
98
Dec.
2003
87%
75%
6%
57%
99
Nov.
2003
88%
80%
9%
54%
103

Noot voor de redactie -