Ingezonden persbericht


Samenwerkende registeraccountants & accountants-administratieconsulenten

370 kantoren. Eén mentaliteit.

Persbericht

Convenantgedachte biedt oplossing om rechtsbescherming belastingplichtigen te verbeteren

Nieuwegein, 9 april 2008; Morgen buigt de Tweede Kamer zich over initiatiefwetsvoorstel van de Kamerleden Dezentjé Hamming-Bluemink en Tang (30 645), dat beoogt de rechtsbescherming van belastingplichtigen bij controlehandelingen van de fiscus te verbeteren. SRA ondersteunt de grondgedachte achter het voorstel omdat het tegemoet komt aan een in de praktijk gevoeld probleem. Voor de uitwerking/oplossing ervan biedt SRA echter een alternatief dat ook tegemoet komt aan de bezwaren van het Ministerie van Financiën.

SRA pleit er al jaren voor om de rechtsbescherming van belastingplichtingen bij controlehandelingen van de fiscus te verbeteren. Particulieren en met name bedrijven hebben last van de stortvloed aan aanvullende vragen waarop de belastinginspecteur veelal binnen zeer korte termijn antwoord wil hebben. Meer overleg vooraf tussen belastinginspecteur en belastingplichtige biedt volgens SRA een eenvoudige oplossing.

70% last

Herhaald SRA-Onderzoek naar de ervaringen met de Belastingdienst wijst uit dat meer dan 70% van bedrijven in het mkb last heeft van het stellen van onredelijke termijnen door de belastinginspecteur; het gaat hier om complexe vragenbrieven die binnen 14 dagen beantwoord moeten worden. Er bestaat onwil om in overleg met de belastingplichtige na te gaan welke informatie op welke manier nodig is voor een goede aanslagregeling. Als de inspecteur 'zekerheidshalve' maar uitgaat van een heel ruime opvraag van documenten (veelal op korte termijn), is dat al snel zeer belastend voor de betrokken ondernemer of particulier.

Zelf extra informeren

Daarbij komt dat bij de introductie van de elektronische (winst)aangiften, de Belastingdienst expliciet heeft aangegeven dat deze aangiften álle informatie bevatten die noodzakelijk is om een aanslag te kunnen opleggen. De betrokken beconorganisaties waaronder SRA, hebben destijds gepleit voor de mogelijkheid om in overleg extra stukken te kunnen toevoegen; per post of als bijlagen bij het aangiftebestand. Deze mogelijkheid werd door de Belastingdienst als niet wenselijk geacht. Gevolg is dat er thans op andere momenten in het jaar, een stortvloed aan vragen met een hele korte reactietermijn gesteld wordt.

Betere informatie

Voorzitter van de fiscale commissie SRA, drs. Jan Zweekhorst FB: "Als de inspecteur met de betrokkene overlegt hoe ver zijn informatiebehoefte gaat, is er naar onze ervaring doorgaans een weg te vinden om die boven tafel te krijgen op een minder belastende manier. Het is dikwijls zelfs mogelijk de inspecteur van betere informatie te voorzien dan alleen maar de omvangrijke stapel waar hij naar vraagt. Een dergelijke benadering strookt ook meer met de toekomstgerichte aanpak waar SRA zich op ander terrein samen met de Belastingdienst voor inzet: dat van de handhavingsconvenanten."

Rechterlijke uitspraak

In het wetsvoorstel wordt wat eigenlijk een communicatieprobleem is, vertaald naar een juridisch probleem met een juridische oplossing, te weten een rechterlijke uitspraak. Juist in deze gevallen kan de rechter wel een oordeel geven maar geen oplossing voor het probleem bieden. SRA onderkent dat omstandigheden zich kunnen voordoen waarin er geen andere uitweg is dan een rechterlijke uitspraak en juicht het toe dat dit wetsvoorstel onder die omstandigheden deze uitweg mogelijk maakt. Jan Zweekhorst: "Wij zouden evenwel liever zien dat de wet beide partijen er toe verplicht of tenminste ertoe aanzet serieuze pogingen te ondernemen er met elkaar uit te komen voordat pas als uiterste middel de rechter wordt ingeschakeld. De mogelijkheid om in overleg vooraf stukken aan te bieden alsmede de elektronische aangifte met (papieren) documenten te onderbouwen, lijkt een goede aanzet."

Werkbesparing

Bij het volgen van deze aanpak zou de bezwaarfase (een juridische poging om tot communicatie te komen) kunnen vervallen. De snelheid van de procedure zoals die door de indieners van het wetsvoorstel is voorzien, komt daarmee niet in het gedrang terwijl ruimte wordt gegeven aan de eigen verantwoordelijkheid van partijen samen een oplossing te creëren. Bovendien behoeft deze aanpak geen budgettaire dekking; Sterker nog, er kan zelfs een besparing worden gerealiseerd omdat ook de inspecteur minder werk krijgt.

Met de tijd mee

Naast het oplossen van gevoelde praktijkproblemen vindt SRA het van belang de AWR, daterend uit de jaren 50 van de vorige eeuw, met name op het punt van communicatie te moderniseren. De praktijk heeft op korte termijn in elk geval behoefte aan een rechtsbescherming die is afgestemd op elektronische communicatie. Opvallend is dat vanuit het Ministerie telkens wordt gesteld dat aanpassing van de AWR technisch erg moeilijk. Terwijl onlangs de Minister van Financiën met zijn collega van Justitie heeft besloten de AWR wel aan te passen vanwege de wijzigingen WID/MOT.

Noot voor de redactie,

Ingezonden persbericht