Landelijke aangiftedag
toespraak | 15-03-2008 | Rotterdam, Staatssecretaris
Dames en heren,
De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik met gemengde gevoelens
hier binnenstapte. Van de ene kant doet het mij goed te zien hoe
succesvol u met de aangiftedag bent. Ik heb grote waardering voor uw
toewijding. En voor de professionaliteit waarmee u te werk gaat. We
hebben het vaak in abstracte zin over burgerschap. Maar u brengt het
gewoon in praktijk.
Van de andere kant zou deze aangiftedag niet nodig moeten zijn. Onze
wet- en regelgeving zou zo in elkaar moeten steken dat iedereen zonder
hulp aan z'n verplichtingen kan voldoen. We doen er in Den Haag dan
ook alles aan om de landelijke aangiftedag overbodig te maken. Het
moet echt makkelijker voor burgers worden. Concreet betekent dit: we
gaan de aangifte voor particuliere belastingplichtigen voorinvullen.
En we gaan de ingewikkelde buitengewone uitgavenregeling uit de IB
halen. Op deze twee ontwikkelingen ga ik op uw verzoek vandaag dieper
in. En ook op de vraag wat er nodig is om deze veranderingen te
realiseren.
Allereerst de vooringevulde aangifte. Dat voorinvullen gaan we doen
voor de particuliere belastingplichtigen. Dat lijkt allemaal niet zo
bijzonder. De gegevens die we hebben gaan we in de aangifte IB zetten.
Maar in werkelijkheid zetten we daarmee het hele aangifteproces op
zijn kop. Het gaat om een principieel andere benadering. Nu moet de
belastingplichtige de aangifte zelf doen. De belastingplichtige levert
zijn gegevens aan. Die houdt de Belastingdienst aan tegen de eigen
informatie. Die manier van werken gaat in feite uit van wantrouwen.
Want de Belastingdienst haalt contra-informatie binnen omdat hij bang
is dat de belastingplichtige anders de feiten niet juist opgeeft. En
die aanpak is ook niet erg efficiënt. Vooral zinloze handelingen in
het aangifteproces staan belastingplichtigen enorm tegen. Waarom
moeten ze nou als burger gegevens aanleveren die de Belastingdienst al
heeft? Dat voedt irritatie en werkt afhaakgedrag in de hand.
Daarom gaan we het nu omdraaien. We houden de kaarten niet meer tegen
de borst. We gaan open kaart spelen met belastingplichtigen. We laten
zien welke gegevens we hebben. We maken zo een echte omslag van werken
vanuit wantrouwen naar werken vanuit vertrouwen. De aangifte doen we
samen. We weten door de steekproeven die we uitvoeren dat verreweg het
grootste deel van de belastingplichtigen hun verplichtingen goed
nakomen. En nu gaan we daar ook naar handelen. We geven de feiten. En
we vertrouwen erop dat de belastingplichtige de gegevens aanvult en
corrigeert. Als dat nodig is.
En natuurlijk weten we ook dat er belastingplichtigen zijn die hun
verplichtingen niet serieus nemen. Die groep blijven we corrigeren.
Ook als we gaan voorinvullen blijft het klassieke repressieve toezicht
bestaan.
Het uitgangspunt is dat we burgers die niet aan hun verplichtingen
willen voldoen hard blijven aanpakken. Maar voor de anderen willen we
het juist zo makkelijk mogelijk maken. De vooringevulde aangifte gaat
burgers op termijn veel tijd besparen. En ook geld. Het gaat om een
lastenverlichting van meer dan 3,5 miljoen uur en 25 miljoen euro. Dat
is geld dat de burgers op adviseurskosten kunnen besparen. De
vooringevulde aangifte zal er ook voor zorgen dat je als
belastingplichtige sneller zekerheid krijgt. De voorlopige aanslag is
door deze werkwijze overbodig. Als mensen akkoord geven, kunnen we de
definitieve aanslag direct vaststellen.
Met het voorbereidend werk voor het voorinvullen zijn we al enkele
jaren geleden begonnen. En met "we" bedoel ik in dit geval niet zozeer
de Belastingdienst maar de overheid in brede zin. We zijn gestart met
het stelsel van basisregistraties. Daardoor krijgen we de beschikking
over authentieke gegevens. Die worden door één bron beheerd. Daardoor
gaat de kwaliteit van de gegevenshuishouding van de overheid over de
gehele linie omhoog. Dat is een voorwaarde om tot voorinvullen over te
kunnen gaan. De kwaliteit van de basisgegevens moet hoog zijn. Anders
is de vooringevulde aangifte geen gemak maar juist een extra last.
Veiligheid en vertrouwelijkheid zijn in deze digitale wereld
belangrijk. Daarom zijn er ook overheidsbrede gemeenschappelijke
authenticatievoorzieningen ontworpen. DigiD is er daar een van. Voor u
intermediairs kan dat lastig zijn. Als de belastingplichtige niet in
persoon bij u aanwezig is, kunt u ook niks aan zijn dossier doen. Dat
probleem wordt opgelost. Er komt een speciale digiD voor
intermediairs. Het is de bedoeling dat u daarover na de zomer kunt
beschikken.
De Belastingdienst moet met zijn automatisering op deze
overheidsarchitectuur aansluiten. En daar zit de kern van de problemen
waar we vandaag mee worstelen. Onze infrastructuur is gesloten. Die is
niet ontworpen om op een open manier gegevens uit te wisselen met
burgers en andere overheden. We hebben elk systeem op maat gebouwd.
Specifieke koppelingen zijn nodig om de systemen onderling te laten
communiceren. En al die koppelingen moeten onderhouden worden. Dat
zorgt voor de grote complexiteit. En daar ligt ook een belangrijke
oorzaak voor de fouten die we in onze processen maken. De
Belastingdienst is overigens niet de enige organisatie die met
dergelijke problemen worstelt. Alle organisaties die vroeg met de
automatisering zijn begonnen hebben er last van. We zijn vorig jaar
een grote vereenvoudigingsoperatie gestart. Die moet ervoor zorgen dat
de infrastructuur weer up to date wordt. Flexibel en op basis van open
standaarden. Maar dat gaat niet van de ene op de andere dag. Ik zou
het als geen ander sneller willen zien. Maar ik ga er vanuit dat de
hele operatie zeker zo'n vijf tot tien jaar zal kosten.
Vereenvoudiging van de ict-infrastructuur is een voorwaarde om het
aangifteproces echt te kunnen vereenvoudigen. Maar het is niet
voldoende. We moeten ook de voorkant van het proces aanpakken. We
moeten de wet- en regelgeving simpeler maken. We zetten dit jaar een
belangrijke stap. We halen de buitengewone uitgaven per 1 januari 2009
uit de IB. Belastingplichtigen vinden dat een van de moeilijkste
onderdelen van het belastingformulier. En ook voor de Belastingdienst
is de regeling lastig. Fiscalisten kunnen heel veel, maar het zijn
geen doktoren. Ze kunnen wel een factuur beoordelen. Maar ze kunnen
geen diagnose stellen. Ze kunnen niet zien of iemand zo ziek is dat
hij de voorzieningen ook echt nodig heeft. Dat maakt de regeling
complex en bij onrechtmatig gebruik onnodig duur.
Door omrekeningsfactoren pakt de regeling soms ook oneerlijk uit. Het
is mogelijk dat mensen met hogere inkomens meer geld terugkrijgen dan
ze hebben uitgegeven. Tegelijkertijd zijn er veel chronisch zieken en
gehandicapten die wel recht hebben op aftrek. Maar zij maken er geen
gebruik van. Het niet- gebruik van de regeling binnen de doelgroep van
chronisch zieken en gehandicapten ligt op 50 procent.
Vandaar dat we besloten hebben dat de regeling anders moet. Binnenkort
zal de minister van VWS de Tweede Kamer nader informeren. Hij zal dan
laten weten hoe de nieuwe regeling zal worden vormgegeven. Voorop
staat dat het een eenvoudige regeling moet worden die maximaal
toegankelijk is.
Daarmee is het verhaal van de vereenvoudiging uiteraard niet klaar.
Het is niet genoeg om één bepaalde regeling zoals de IB te
vereenvoudigen. Het gaat er vooral om de samenhang tussen de
regelingen te verbeteren. Want juist daar zitten de problemen. Elke
regeling is op zich positief bedoeld. Maar als de samenhang ontbreekt,
is het resultaat toch negatief. De som is dan minder dan de
afzonderlijke delen. Om zaken echt eenvoudiger te maken zijn
principiële keuzes nodig. Vereenvoudiging betekent per definitie dat
je minder maatwerk kunt leveren. Er zullen altijd mensen zijn die er
financieel op achter- of vooruit gaan. Ik ben bereid die keuzes te
maken. Ik zet mij in voor vereenvoudiging waar het kan. Inmiddels heb
ik samen met de minister van WWI voorstellen naar de Tweede Kamer
gestuurd. We willen de wet- en regelgeving rond de huurtoeslag
simpeler maken. Ook voor verdere harmonisatie van het loonbegrip maak
ik mij sterk.
Het gaat er om dat zaken transparant worden. Dat mensen het gevoel
hebben dat ze meer greep op de bureaucratie krijgen. Het helpt als we
de gegevens hebben om voorin te vullen. Dan kunnen we actief en op
maat gaan attenderen. Niet alleen over plichten, maar vooral ook over
rechten. Er is ons veel aan gelegen dat burgers het geld waar ze recht
op hebben echt krijgen. Ze moeten geen mogelijkheden onbenut laten.
U speelt zelf een rol in de dienstverlening naar burgers. Daarom lijkt
het mij goed om nog wat dieper op de ontwikkelingen in de
dienstverlening in te gaan.
Op termijn krijgt elke burger een Persoonlijke Internetpagina. Dat is
een persoonlijk domein waar burgers transacties met
overheidsinstanties kunnen doen. Als de persoonlijke Internetpagina
beschikbaar komt zal de vooringevulde aangifte daarin worden ingepast.
Maar het is aan de burger om te bepalen via wel kanaal hij zaken met
ons wil doen. Telefonie en persoonlijk baliebezoek blijven ook in het
digitale tijdperk belangrijk. Niet alleen voor mensen die moeite met
internet hebben. Hoe meer te vinden is op de website, hoe meer mensen
gaan bellen om de informatie bevestigd te krijgen. De Belastingdienst
heeft de afgelopen jaren heel veel in de BelastingTelefoon
geïnvesteerd. Die wordt uitgebouwd tot een klantcontactcentrum. Daar
kunnen eenvoudige veranderingen direct door de medewerkers worden
doorgevoerd. Mensen die liever persoonlijk contact willen, kunnen
terecht bij de balies van de Belastingdienst.
Rond de overheidsdienstverlening zit nog een heel fijnmazig
maatschappelijk netwerk. Van ouderenorganisaties. Van vakbonden. We
hebben niet alleen tips, toeslaginformatiepunten. Maar ook hips,
huurinformatiepunten. Die worden veelal bemand door
woningbouwverenigingen die helpen bij de huurtoeslag. En ook u ve
rvult in dit netwerk een belangrijke rol. Al ruim dertig jaar helpt u
de meest kwetsbare groepen in de samenleving. U zorgt er niet alleen
voor dat ze aan hun plichten voldoen. Maar vooral ook dat ze krijgen
waar ze recht op hebben. Uw kennis en betrokkenheid zijn hard nodig om
de uitvoering van de wet- en regelgeving op een goed peil te houden.
Maar in de toekomst zal dit netwerk een stuk van zijn fiscale functie
verliezen. Door de komst van de vooringevulde aangifte ontstaat er
ruimte om het werkterrein te verleggen. Ik hoop dat u over uw missie
in de toekomst al af en toe brainstormt.
En natuurlijk weet ik ook dat de weg die we nog moeten afleggen lang
is. Dat we nog heel wat hobbels moeten nemen. De grote uitdaging is om
samen te blijven optrekken. Niet te grote stappen ineens te zetten. De
vooringevulde aangifte gaan we daarom gefaseerd invoeren. We zijn dit
jaar heel klein begonnen. De vooringevulde aangifte is een pilot.
Daaraan kunnen nu medewerkers van het UWV en de Belastingdienst
meedoen. Dat geeft ons de kans eventuele problemen op te lossen. Als
de resultaten goed zijn gaan we verder. Maar alleen als we echt zeker
zijn van onze zaak. We gaan er vanuit dat we in 2012 zo ver zijn dat
we de aangifte voor de meeste particulieren kunnen voorinvullen. Maar
als de kwaliteit van de gegevens niet toereikend is, dan wordt dat
vanzelf ook later. Volledige voorinvulling streven we trouwens niet
na. Inspanning en resultaat moeten wel in verhouding blijven. We gaan
het niet doen als het om een heel kleine groep gaat. Of als de
gegevens heel lastig te krijgen zijn.
Het is mijn taak te blijven kijken of de juiste keuzes worden gemaakt.
En of alle partijen voor de volgende stap klaar zijn. Daarom vind ik
dagen als vandaag belangrijk. Ik werk letterlijk in een toren in Den
Haag. Dan dreigt altijd het gevaar dat je de voeling met de praktijk
kwijt raakt. Ik leg veel bezoeken af en praat met mensen. Zo probeer
ik met beide benen op de grond te blijven staan. Ik ga daarom graag in
op uw aanbod om met het werk van een van uw medewerkers mee te kijken.
En waar mogelijk een paar vragen zelf te beantwoorden. Ik ben van de
grote lijn. Maar juist dan is het heel bevredigend om je met concrete,
afgebakende problemen bezig te mogen houden.
Ik wens u allen een productieve en bevredigende aangiftecampagne toe.
* Laatst aangepast: 09-04-2008
Ministerie van Financiën