Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Inhoud pagina: Brief aan de Tweede Kamer over de veiligheid van de
luchthaven van Bonaire
6 april 2008
Bij uw brief van 27 maart jl. bracht u het verzoek van het lid Van
Gent over om geïnformeerd te worden over de veiligheid van de
luchthaven van Bonaire en de mogelijke malversaties bij aanleg
daarvan. Ook wordt gevraagd om toezending van het volledige, in
opdracht van het ministerie van Verkeer en Waterstaat opgestelde
rapport over de stand van zaken van de luchtvaart op de BES-eilanden.
Hieronder ga ik in op deze vragen. Ik zend u deze informatie mede
namens de minister van Verkeer en Waterstaat.
Investeringen in de luchthaven
De Algemene Rekenkamer Nederlandse Antillen (ARNA) heeft, zoals u
bekend is, in maart 2007 een rapport uitgebracht over de investeringen
in de luchthaven van het eilandgebied Bonaire in de periode 2000 t/m
2004. De door de ARNA onderzochte investeringen betreffen de
verlenging van de start- en landingsbaan, de platforms, de vertrekhal
en de fuel facilities. Uit het rapport van de ARNA blijkt dat het
eilandgebied voor de investeringen verschillende financiële bronnen
heeft aangewend. De verlenging van de start- en landingsbaan en de
fuel facilities zijn (deels via overheidsnv's waarvan het eilandgebied
aandeelhouder is) door het eilandgebied Bonaire gefinancierd. Voor de
platforms en de vertrekhal heeft Nederland middelen beschikbaar
gesteld uit de Nederlandse ontwikkelingsfondsen. Uit het rapport
blijkt dat het eilandgebied Bonaire opdrachtgever was en uiteindelijk
verantwoordelijk voor de gehele investering. De ARNA concludeert dat
de investeringen in de platforms en de vertrekhal, tot aan het bedrag
dat extern (door Nederland) beschikbaar is gesteld, rechtmatig zijn.
Ze concludeert ook dat er een redelijke mate van zekerheid is ten
aanzien van de doelmatigheid van deze bestedingen. De rechtmatigheid
en doelmatigheid van de - door Bonaire zelf gefinancierde -
investeringen in de start- en landingsbaan en fuel faciliteis kan de
ARNA niet vaststellen.
Mijn conclusie is dat er geen malversatie van Nederlandse middelen
heeft plaatsgevonden. Of er malversatie van Bonaireaanse middelen
heeft plaatsgevonden, kan op basis van het ARNA-rapport niet worden
vastgesteld. Wel stelt het rapport dat de ordelijkheid en
controleerbaarheid binnen het eilandgebied volstrekt onvoldoende waren
en daarmee werd ingedruist tegen de principes van goed financieel
beheer.
Juist in dit verband is het goed om te realiseren dat per 1 december
2007 op Bonaire evenals de eilandgebieden Saba en Sint Eustatius
sprake is van financieel toezicht. Dit betekent dat belangrijke
financiële beslissingen slechts met medewerking van het College
Financieel Toezicht tot stand kunnen komen. De toezichthoudende taken
van het College richten zich op de totstandkoming van de begroting, de
uitvoering van de begroting, de daadwerkelijke verplichtingen en
betalingen en de verantwoording en het financieel beheer. In de nieuwe
staatkundige situatie zal het financieel toezicht worden gehandhaafd.
Veiligheid van de luchthaven
De veiligheid van de luchtvaart en luchthavens van de Nederlandse
Antillen, waaronder het eiland Bonaire, is een
landsverantwoordelijkheid en valt daarmee onder de
verantwoordelijkheid van de Minister van Verkeer en Vervoer van de
Nederlandse Antillen.
In het kader van de toekomstige verantwoordelijkheid van de Minister
van Verkeer en Waterstaat voor de BES-eilanden, heeft het ministerie
van Verkeer en Waterstaat een onafhankelijk onderzoek door de
Netherlands Airport Consultants (NACO) laten uitvoeren naar de
"bestaande situatie van de luchthavens en aanverwante zaken op de
eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba". NACO gaat in het rapport in
op verschillende aspecten van de luchtvaart, waaronder de
luchtvaartveiligheid. Het rapport wijst met betrekking tot de situatie
op de luchthaven van Bonaire op belangrijke tekortkomingen en
mogelijke risico's die daaruit voortvloeien. Het rapport noemt als
belangrijkste problemen:
* de staat van de start- en landingsbaan
* het niveau van de vliegtuigbrandbestrijding
* dimensies van veiligheidsgebieden rond de baan
* het ontbreken van middelen om grotere vliegtuigen te verslepen
In het rapport staat ook dat het management van de luchthaven zich
bewust is van deze tekortkomingen en de risico's, daar voortvarend mee
bezig is, maar dat de (substantiële) financiële middelen ontbreken om
de grote samenhangende problemen aan te pakken. Tegelijk geeft het
management aan dat de inrichting en uitrusting van de luchthaven
grotendeels aan de internationale (ICAO) vereisten voldoet.
Hoewel er op dit moment geen sprake lijkt te zijn van een acute
situatie, heeft de minister van Verkeer en Waterstaat met zorg kennis
genomen van het rapport en is hij in overleg getreden met zijn
verantwoordelijk collega van de Nederlandse Antillen. Hierbij is onder
andere aan de orde of en zo ja welke aanvullende
maatregelen reeds op korte termijn nodig zijn om de
luchtvaartveiligheid extra te borgen.
De minister van Verkeer en Vervoer van de Nederlandse Antillen heeft
aangegeven niet over de financiële middelen te beschikken voor de in
het NACO rapport genoemde noodzakelijke substantiële aanpassingen. Het
ministerie van Verkeer en Waterstaat stelt nu een plan van aanpak op,
waarin prioriteiten - met bijbehorende raming van de investeringen -
worden aangegeven voor de verbetering van de veiligheidssituatie vanaf
de datum van staatkundige verandering.
Het NACO rapport is recentelijk openbaar gemaakt, met uitzondering van
de onderdelen die naar hun aard vertrouwelijke (bedrijfs)informatie
bevatten. Openbaarmaking van het integrale rapport kan gelet op de
aard van deze informatie het belang van de Staat schaden. De minister
van Verkeer en Waterstaat zal het integrale rapport daarom
vertrouwelijk aan de Kamer verstrekken.
DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,
drs. A.Th.B. Bijleveld-Schouten
Naar boven
---
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties