De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33
www.szw.nl
2513AA22XA
Contactpersoon Uw brief SZW-08-B-032
Doorkiesnummer Ons kenmerk ASEA/LIV/2008/9662
Datum 8 april 2008
Onderwerp Koopkrachtcijfers CEP en rapport Kinderen in Tel
Het Centraal Planbureau heeft onlangs, zoals gebruikelijk, het Centraal Economisch Plan
gepresenteerd. In deze brief geef ik een korte toelichting op de gevolgen van deze cijfers voor
het standaardkoopkrachtbeeld uit de begroting SZW (september 2007). De belangrijkste
huidige conclusies zijn:
· Het koopkrachtbeeld is voor 2008 wijkt niet wezenlijk af van wat het kabinet op
Prinsjesdag heeft gepresenteerd.
· Hogere loonkosten zijn nog steeds de belangrijkste oorzaak van inflatie; de recente
stijging van de inflatie komt vooral door hogere olieprijzen.
· Voor 2009 is het koopkrachtbeeld positief.
Koopkrachtbeeld in 2008 niet wezenlijk veranderd
Het koopkrachtbeeld voor 2008 wijkt niet wezenlijk af van het eerder gepresenteerde beeld in
de Miljoenennota van afgelopen september. De meeste groepen gaan er in 2008 tussen een
kwart en een half procent op achteruit. Gemiddeld daalt de koopkracht in 2008 volgens het
CPB een kwart procent. De ontwikkeling is mede een gevolg van bewuste beleidskeuzes: het
kabinet kiest er voor te investeren in onderwijs, leefbare wijken en het milieu. De
koopkrachtontwikkeling is alleen iets ongunstiger ten opzichte van eerdere verwachtingen
vanwege een voortgaande stijging van de energieprijzen.
Koopkrachtbeeld in 2009 positief
De verwachte koopkrachtontwikkeling voor 2009 is positief. Gemiddeld gaat de burger er in
2009 volgens het CPB 1 procent op vooruit. Vooral werkenden profiteren: zij gaan er ¼ tot 2¾
procent op vooruit. Ook bij niet-werkenden met kinderen stijgt de koopkracht, met 1½ procent.
Niet-werkenden zonder kinderen blijven ongeveer gelijk (-¼ tot +¼ procent).
Het koopkrachtbeeld is deels het gevolg van bewust kabinetsbeleid. Vanaf 2009 stimuleert het
kabinet de arbeidsparticipatie door de lasten op arbeid te verlichten: het werknemersdeel van
de WW-premie gaat naar nul, er komen een inkomensafhankelijke combinatiekorting en een
inkomensafhankelijke arbeidskorting. Werkende zowel als niet-werkende gezinnen met
kinderen profiteren van de invoering van bedragen per kind in het kindgebonden budget.
Ons kenmerk ASEA/LIV/2008/9662
Koopkrachtcijfers op basis van het CEP 2008 2009
Actieven:
Alleenverdiener met kinderen
Modaal - ½ 1 ½
2 x modaal - ½ 1 ¼
Tweeverdieners
Modaal + ½ x modaal met kinderen - ¾ 1 ½
2 x modaal + ½ x modaal met kinderen - ¼ 1 ½
Modaal + modaal zonder kinderen - ½ 1 ¾
2 x modaal + modaal zonder kinderen - ¼ 1 ¾
Alleenstaande
Minimumloon - ¼ ¼
Modaal - ½ 1 ¾
2 x modaal - ¼ 1 ¾
Alleenstaande ouder
Minimumloon 5 ¾ 2 ¼
Modaal - ½ 2 ¾
Inactieven:
Sociale minima
Paar met kinderen - ½ 1 ½
Alleenstaande - ½ - ¼
Alleenstaande ouder - ¼ 1 ½
AOW (alleenstaand)
(alleen) AOW - ¼ 0
AOW +10000 - ¼ 0
AOW (paar)
(alleen) AOW - ½ ¼
AOW +10000 - ¼ ¼
Het CPB geeft in het Centraal Economisch Plan verder aan dat burgers wel degelijk sterk
profiteren van de huidige economische groei. Veel huishoudens gaan er dit jaar op vooruit
doordat zij een (betere) baan krijgen of gaan meer verdienen door promotie of meer uren
---
Ons kenmerk ASEA/LIV/2008/9662
werken. Deze koopkrachtstijging zit niet in de standaard koopkrachtcijfers, maar is wel
degelijk een belangrijk positief effect.
Inflatie stijgt licht, loonkosten blijven voornaamste oorzaak
De inflatie voor 2008 stijgt licht. In de Miljoenennota werd voor 2008 uitgegaan van een
inflatie van 2 procent; die raming is nu verhoogd naar 2½ procent. De hogere inflatie komt
door hogere prijzen voor invoer, met name de hogere olieprijs. Dit heeft externe oorzaken en is
dus níet het gevolg van het kabinetsbeleid.
Overigens wordt de inflatie voor de helft veroorzaakt door stijgende loonkosten (1,25 procent)
en verder vooral door de hogere energiekosten (0,4 procent). Het kabinet levert over de hele
linie maar een kleine bijdrage aan de totale inflatie, namelijk 0,2 procent. Dit was reeds met
Prinsjesdag in het beeld verwerkt.
Armoedecijfers in rapport Verwey-Jonker Instituut kloppen niet
Het Verwey-Jonker Instituut heeft onlangs in het rapport `Kinderen in tel Databoek 2008'
aangegeven dat het aantal kinderen in armoede in 2006 is gestegen. Dit rapport heeft veel
aandacht getrokken, ook in de media. Daarnaast was er verwondering, omdat juist een dalende
trend verondersteld werd.
De staatssecretaris van SZW heeft hierover navraag gedaan bij het CBS en het Verwey-Jonker
Instituut zelf. Hieruit blijkt dat de cijfers uit het rapport niet kloppen: het aantal kinderen in
gezinnen die moeten rondkomen van een uitkering daalt juist licht. Het Verwey-Jonker
Instituut heeft dit de staatssecretaris ook schriftelijk laten weten. De minister voor Jeugd en
Gezin komt binnenkort met een uitvoerige reactie op het rapport, maar ik hecht eraan u
hierover in het licht van de discussie over de koopkracht reeds nu te informeren.
Tot slot
Uit bovenstaande blijkt dat het koopkrachtbeeld voor 2008 en 2009 slechts beperkt afwijkt van
wat het kabinet op Prinsjesdag heeft gepresenteerd. Ik zie dan ook geen reden tot maatregelen,
maar uiteraard blijf ik de ontwikkeling nauwlettend volgen. Het kabinet zal in de zomer op
basis van de meest recente cijfers bekijken of het koopkrachtbeeld voor 2009 voldoende
evenwichtig is en dan ook beslissen of maatregelen nodig zijn om het beeld bij te sturen.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(J.P.H. Donner)
---
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid