Ministerie van Buitenlandse Zaken

Beantwoording vragen Van Gennip en Çörüz over de arrestatie van een Chinese mensenrechtenactivist

08-04-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Van Gennip en Çörüz over de arrestatie van een Chinese mensenrechtenactivist. Deze vragen werden ingezonden op 4 april 2008 met kenmerk 2070816730.

De minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van de leden Van Gennip en Çörüz (CDA) over de arrestatie van een Chinese mensenrechtenactivist.

Vraag 1

Kent u het bericht 'Bekende Chinese dissident de cel in'? 1) Kunt u de waarheid van dit bericht bevestigen?

Antwoord

Ja.

Vraag 2
Deelt u de mening dat de arrestatie en veroordeling van de heer Hu Jia in strijd is met de vrijheid van meningsuiting?

Antwoord

Ja.

Vraag 3
Beschikt u over informatie dat deze arrestatie rechtstreeks verband heeft met de Olympische Spelen?

Vraag 5
Hoeveel mensenrechtenactivisten zijn in de laatste maanden door de Chinese autoriteiten gearresteerd, waarbij een verband met de aanstaande Olympische Spelen kan worden gelegd? 2)

Antwoord

Ik beschik niet over informatie dat de arrestatie van Hu Jia rechtstreeks verband houdt met de Olympische Spelen. Wel deel ik de observatie van Amnesty International dat het aantal mensenrechtenverdedigers dat de afgelopen maanden is gearresteerd, toegenomen is.

Vraag 4
Bent u bereid in bilateraal of EU-verband de Chinese autoriteiten aan te spreken op het belang van de vrijheid van meningsuiting, juist ook in aanloop naar en tijdens de Olympische Spelen?

Antwoord

Het verbeteren van de mensenrechtensituatie is één van de essentiële onderdelen van het Nederlandse beleid ten aanzien van China. De volwassenheid in de bilaterale relatie laat toe dat Nederland over deze onderwerpen zijn opvattingen en ideeën kan uitdragen en dat daarover met China een constructieve discussie kan worden gevoerd. Zo worden door de mensenrechtenambassadeur jaarlijks bilaterale mensenrechtenconsultaties met China gehouden. Tevens stellen bezoekende bewindslieden de mensenrechtensituatie bij hun Chinese ambtgenoten aan de orde. Bij deze gelegenheden worden stelselmatig de Nederlandse zorgen op het gebied van vrijheid van meningsuiting overgebracht. Ook in EU-verband wordt ruimschoots aandacht geschonken aan de mensenrechtensituatie in China, inclusief de vrijheid van meningsuiting. Buiten de halfjaarlijkse EU-China mensenrechtendialoog demarcheert de EU regelmatig bij de Chinese autoriteiten om aandacht te vragen voor het recht van vrijheid van meningsuiting. Nederland en de EU zullen in de aanloop naar, tijdens en na afloop van de Olympische Spelen deze inspanningen onverminderd voortzetten.


1) NRC, 3 april, 2008


2) zie onder meer de op 26 maart 2008 gestelde vragen van de leden Van Gennip en Çörüz over de Chinese mensenrechtenactivist Yang, kenmerk 2070815700)

Toelichting: deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid De Roon (PVV), ingezonden 4 april 2008, (vraagnummer 2070816700)