8 apr
2008
Ondanks hun milieuvriendelijke imago hebben, als het om het visuele
aspect gaat, windturbines op of langs de Nederlandse grote wateren na
boorplatforms de grootste negatieve invloed op de belevingswaarde. Dat
blijkt uit onderzoek van Alterra van Wageningen UR in opdracht van de
WOT Natuur & Milieu.
---
Invloed van windturbines op de beleving van grote wateren
---
Alterra onderzocht voor de Natuurbalans 2008 de invloed van een aantal
elementen op de beleving van grote wateren zoals IJsselmeer en
Noordzee. De onderzochte elementen zijn hoofdzakelijk kunstmatig van
aard: boorplatforms, windturbines, hoogbouw langs de kust/oever,
jachthavens en natuurvriendelijke vooroevers. Blauwalg is het enige
onderzochte natuurlijke element.
Uit het onderzoek blijkt dat boorplatforms de grootste negatieve
invloed hebben, gevolgd door windturbines en, op enige afstand,
hoogbouw. Ook blijkt dat de invloed duidelijk afhangt van hoe het
waterlandschap zonder het element beleefd werd. Hoe lager het
waterlandschap op zich werd gewaardeerd, hoe kleiner de invloed van
het element op de beleving werd.
Het belangrijkst is of een element wel of niet aanwezig is. De
nabijheid of de grootte van het element versterken de impact, maar
zijn minder belangrijk. Voor hoogbouw geldt dat het eerste gebouw de
grootste impact heeft. Het toevoegen van meer gebouwen vergroot de
negatieve impact, maar minder sterk.
Met het oog op het minimaliseren van de negatieve impact op de
belevingswaarde zouden elementen geconcentreerd moeten worden. In
ieder geval voor zover een vanaf het land zichtbare locatie niet te
vermijden valt. Hiervoor kunnen het best locaties worden uitgezocht
die toch al niet zo aantrekkelijk werden gevonden.
Contact
Sjerp de Vries
sjerp.devries@wur.nl