Fiscale nieuwsflits 8 april 2008
nieuwsbericht | 08-04-2008 | nr 20080408 | Directie Voorlichting
* Opheffing vervangingsreserve bleek niet terecht
* Bel. Alg: Opgewekt vertrouwen bleef onder nieuwe wet IB bestaan
* AWR: Geen verzuimboete nu gunstiger regeling gold voordat boete
vaststond
Opheffing vervangingsreserve bleek niet terecht
o De staatssecretaris heeft laten weten dat hij afziet van het instellen van
cassatie tegen de uitspraak waarbij het hof de correctie door de inspecteur
van de vervangingsreserve onjuiste achtte. Hij geeft daarbij een
toelichting.
A dreef in maatschapsverband een melkveehouderij. Eind 1998 legde hij
contacten in (voormalig Oost-) Duitsland voor de overname van een
agrarisch bedrijf.
In datzelfde jaar kocht A de aandelen in een GmbH en verkocht de
maatschap melkquotum, waarvoor een vervangingsreserve wordt gevormd.
In verband met het opnieuw verkopen van melkquotum, in 1999, stond op
maatschapsbalans per 31 december 1999 een vervangingsreserve quota van
EUR 558 266. In geschil is of over 1999 die vervangingsreserve terecht
is gecorrigeerd en spitst zich toe op de vraag of er eind 1999 een
vervangingsvoornemen bestond.
Volgens het hof ligt de bewijslast bij A. Uit diens wisselend
ingenomen standpunten wordt afgeleid dat A eind 1999 wel een
vervangingsvoornemen had, maar dat dit voornemen nog geen vastomlijnde
vorm had aangenomen. Dit laatste is geen reden om de
vervangingsreserve eind 1999 al op te heffen. Er moet worden
aangenomen dat de in art. 14, lid 2 IB 1964 genoemde termijn van in
beginsel vier jaar mede is bedoeld voor het nader concretiseren van
het vervangingsvoornemen. Eventuele concretisering na 31 december 1999
op een wijze die niet voldoet aan de voorwaarden van genoemde bepaling
is, anders dan de inspecteur kennelijk van opvatting is, evenmin reden
om de reserve al eind 1999 op te heffen.
De staatssecretaris gaat niet in cassatie en geeft een toelichting,
zie onderstaande doorklik
Toelichting staatssecretaris van 1april 2008, nr. DGB 2008-1381,
n.a.v. uitspraak Hof Leeuwarden van 15 februari 2008, 2004/00270,
1999, Ib 1964 14
Bel. Alg: Opgewekt vertrouwen bleef onder nieuwe wet IB bestaan
o De staatssecretaris laat weten geen cassatieberoep in te stellen tegen de
uitspraak van het hof dat vertrouwen gewekt onder de wet IB 1964 ook onder
de Wet IB 2001 moest worden gehonoreerd.
A en zijn echtgenote kochten in 1997 een pand en verhuurden dat
vervolgens aan de bv waarvan A (middellijk) enig aandeelhouder was. De
rente ter zake van de lening waarmee deze aanschaf is gefinancierd,
heeft A altijd als rente van schulden ter zake van de eigen woning in
zijn aangifte verwerkt. Bij de aanslagregeling 1998 zijn vragen
gesteld over de verhoging van de hypothecaire schuld in 1997. De
inspecteur heeft toen uitdrukkelijk aangegeven dat wanneer de
verstrekte informatie aanleiding zou vormen om van de aangifte af te
wijken, dat dit dan schriftelijk aan A zou worden meegedeeld. Bij het
volgen van de aangifte zou een aanslag worden opgelegd. De inspecteur
is niet afgeweken van de aangifte, ondanks het feit dat de verkeerde
toerekening van de renteaftrek invloed had op de hoogte van de
rentevrijstelling en mitsdien op de hoogte van het vast te stellen
belastbare inkomen.
Het hof oordeelde A's stelling gegrond dat door de handelwijze bij de
aanslagregeling over 1998 vertrouwen is gewekt dat de rente in
aanmerking kon worden genomen als eigenwoningrente.
De staatssecretaris gaat niet in cassatie en geeft een toelichting,
zie onderstaande doorklik
Toelichting staatssecretaris van 1 april 2008, nr. DGB 2008-1324,
n.a.v. uitspraak Hof Den Bosch van 22 februari , 2006/00278, 2001, Bel
alg
AWR: Geen verzuimboete nu gunstiger regeling gold voordat boete vaststond
o De staatssecretaris ziet af van cassatieberoep tegen de uitspraak waarin
het hof oordeelde dat de opgelegde verzuimboete moest vervallen. Het besluit
waarin een gunstiger regeling staat verwoord, werd van toepassing geacht.
Belanghebbende is een bv, waarvan de directeur tevens enig
aandeelhouder is. De boekhouding van de bv wordt verzorgd door de
controller van de groep waar zij deel van uitmaakt. De bv heeft een
verbeterde aangifte loonbelasting ingediend met het verzoek een
naheffingsaanslag op te leggen, aangezien zij had verzuimd het
vakantiegeld voor de loonheffing mee te nemen. De inspecteur heeft dit
aangemerkt als een vrijwillige verbetering. Er is een
naheffingsaanslag opgelegd met een verzuimboete van 5%. De (directeur
van de) bv is van mening dat de eventuele schuld van de controller
niet aan hem kan worden toegerekend. Hij verwijst daarbij naar HR 1
december 2006, nr. 40.518).
Volgens de rechtbank gaat het hier om een verzuimboete (en niet om een
vergrijpboete zoals in het arrest), waarbij niet het vereiste geldt
dat sprake moet zijn van opzet of grove schuld. Echter, ook dan wordt
een zekere mate van schuld voorondersteld, bij gebreke waarvan de
boete vervalt. De bv zelf kan niet een veronderstelde mate van schuld
hebben, maar deze schuld moet aanwezig zijn bij haar directeur. De
inspecteur maakt niet aannemelijk dat de directeur niet de zorg zou
hebben betracht die redelijkerwijs van hem kan worden verwacht bij de
keuze van de deskundige, en de samenwerking met deze persoon. De
conclusie is dan ook dat bij de (directeur van) de bv sprake is van
afwezigheid van alle schuld.
Het hof oordeelt in hoger beroep dat het Besluit van 21 maart 2007,
nr. CPP2006/2918M van toepassing is, hetgeen hier betekent dat geen
verzuimboete kan worden opgelegd. Het hof ziet geen aanleiding het
grensbedrag van EUR 5000 te delen door twaalf omdat de vrijwillige
verbetering een maandaangifte betrof. Het besluit noch haar
toelichting leiden tot die uitleg.
De staatssecretaris gaat niet in cassatie en geeft een toelichting,
zie onderstaande doorklik
Toelichting staatssecretaris van 1 april 2008, nr. DGB 2008-1262,
n.a.v. uitspraak Hof Leeuwarden van 18 december 2008, 2007/00025, juli
2005, Awr 67e en BBBB 1998 24a
Meer informatie
* Toelichting staatssecretaris 1 april 2008 nr. DGB08-1381
Bijlage | 08-04-2008 | PDF bestand, 13.0 kb
* Toelichting staatssecretaris 1 april 2008 nr. DGB08-1324
Bijlage | 08-04-2008 | PDF bestand, 14.0 kb
* Toelichting staatssecretaris 1 april 2008 nr. DGB08-1262
Bijlage | 08-04-2008 | PDF bestand, 16.0 kb
* Uitspraak Hof Leeuwarden nr. 2007/00025
* Besluit 21 maart 2007 nr. CPP06-2918
* Arrest van de Hoge Raad 1 december 2006 nr. 40.518
* Uispraak Hof Den Bosch is tot op heden nog niet gepubliceerd
* Uitspraak Hof Leeuwarden 15 februari 2008 nr. 270/04
* Laatst aangepast: 08-04-2008
Ministerie van Financiën