Celstraf geëist voor misbruik jonge meisjes in Overvecht
Utrecht, 8 april 2008
In de zomer van 2007 zou er in de Utrechtse wijk Overvecht sprake zijn
van buurtterreur door zeer jonge jongens. Het zou niet alleen gaan om
mishandeling maar ook om seksueel misbruik in speeltuinen en
struikgewas. Gek genoeg was er op dat moment maar één aangifte van
een zedendelict in de wijk maar daarbij ging het niet om jonge jongens
of om bosjes maar om een 51-jarige man en een flat aan de Haifadreef.
Vandaag stond deze 51-jarige verdachte uit Den Haag voor de rechter.
Hij wordt ervan verdacht gemeenschap te hebben gehad met vijf meisjes
tussen de 12 en 16 jaar in de periode van september 2005 tot en met
augustus 2007. Daarnaast heeft hij zijn medeverdachte ertoe bewogen
meisjes voor hem te regelen. Medeverdachte is een 26-jarige vrouw uit
Utrecht. Haar rol bestond eruit dat zij haar flat ter beschikking
stelde van de man en regelde dat de meisjes naar haar flat kwamen.
Daar bewoog ze de meisjes ertoe tegen betaling seksuele handelingen
met de man te verrichten. De meisjes moesten daarna een deel van het
geld aan haar afdragen. Eerst gebeurde dit met een 13-jarig meisje dat
op haar beurt vriendinnen meebracht. Dit meisje is zowel slachtoffer
als verdachte. Na behandeling van de zaak tegen de meerderjarigen, zal
het openbaar ministerie een beslissing nemen inzake de verdenking aan
het adres van dit minderjarige meisje.
De officier van justitie benadrukte de rol van geld. De verdachte man
die een eigen bedrijf en een hoog inkomen heeft, "maakte op een
manipulatieve manier gebruik van zijn portemonnee. Bovendien had hij
een voorkeur voor zeer jonge meisjes met een Marokkaanse islamitische
achtergrond, uit kwetsbare gezinnen die het niet breed hadden."
Daarbij speelde hij in op de angst van de meisjes om in de problemen
te komen als hun families erachter zouden komen wat ze hadden gedaan.
Tenslotte gaf de officier aan dat er aanwijzingen zijn dat de
jeugdprostitutie over een langere periode heeft gespeeld en dat er
veel meer slachtoffers zijn. Slachtoffers die grote angst hebben om
aangifte te doen en de zaak in de openbaarheid te brengen. "Het OM
heeft deze meisjes geen risico willen laten lopen door ze te dwingen
op te treden als getuige en daarom hebben we het bij deze vijf
slachtoffers gehouden. Des te moediger is het dat deze vijf meisjes
wel aangifte hebben gedaan." Ook zou het van moed getuigen als de
verdachte vandaag verantwoording over zijn daden zou hebben afgelegd.
"Dat zou hem hebben gesierd maar de verdachte bagatelliseert de feiten
en heeft niet de moed om de confrontatie met de rechtbank aan te
gaan", aldus de officier van justitie. Zij eiste drie jaar celstraf
voor de mannelijke verdachte en 15 maanden waarvan 5 voorwaardelijk
voor de vrouwelijke medeverdachte, alsmede verplicht
Reclasseringscontact en behandeling in De Waag. De vorderingen voor de
benadeelde partijen moeten worden toegewezen tot een totaalbedrag van
9800 euro.
Uitspraak over twee weken.
Openbaar Ministerie