Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
ostbus 20018
P
2500 EA Den Haag
Den Haag Ons kenmerk Uw brief van Uw kenmerk
7 april 2008 HO/CBV/2008/3627 27 maart 2008 2070815750
Onderwerp
Bonussen voor onderwijsbestuurders
Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van het Kamerlid Jasper van Dijk (SP) van uw Kamer
inzake bonussen voor onderwijsbestuurders.
De vragen werden mij toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief met kenmerk 2070815750.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
dr. Ronald H.A. Plasterk
6
44
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
OCW 11 Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70-4123457 F +31-70-4123456 www.minocw.nl
blad 2/3
Antwoorden op de schriftelijke vragen van het Kamerlid Jasper van Dijk (SP) van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ingezonden d.d. 27
maart kenmerk 2070815750).
1 Vraag: Wat is uw oordeel over het artikel "Een bonus voor de baas"?
Antwoord: Het artikel beschrijft op een heldere manier de voor- en nadelen van
prestatiebeloningen op hogescholen.
2 Vraag: Vindt u het aanvaardbaar dat "voorzitter Dunnewijk-Budé in 2005 en 2006 een bonus van
respectievelijk acht- en negenduizend euro kreeg en het lid van het College van Bestuur Willems
zeven- en negenduizend euro"? Vindt u het "onderwijsrendement" een zinvol criterium voor dit
soort bonussen?
Antwoord: In de huidige wet- en regelgeving zijn geen beperkende voorwaarden opgenomen voor
dergelijke vergoedingen. De raad van toezicht draagt de verantwoordelijkheid voor het
vaststellen van de bezoldiging en de criteria die daarbij worden gehanteerd. Dit laat onverlet dat
de bezoldiging waaronder bonussen niet excessief en buitenproportioneel behoort te zijn. Ik kan
mij voorstellen dat het onderwijsrendement één van de criteria zou kunnen zijn voor bonussen
van bestuurders.
3 Vraag: Kunt u zich voorstellen dat dit soort bonussen op de werkvloer wrevel opwekt "zeker
omdat na de invoering van het functiehuis veel collega's een schaal zijn gezakt"?
Antwoord: Het is aan de raad van toezicht om te beoordelen (en zich daarover te verantwoorden)
of het verstrekken van bonussen aan bestuurders passend is in het geheel van de
beloningsverhoudingen binnen de instelling. Ik kan mij voorstellen dat er spanning en wrevel
ontstaat bij instellingen bij discrepanties tussen het beloningsbeleid van bestuurders en van het
personeel van instellingen.
4 Vraag: Wat is uw oordeel over de opmerking van de heer Zwiers, dat de prestatiescores "een
zaak tussen College van Bestuur en Raad van Toezicht" zijn? Deelt u de mening dat transparantie
"vooral met de mond wordt beleden"?
Antwoord: Zoals bij vraag 2 vermeld draagt de raad van toezicht de verantwoordelijkheid voor
het vaststellen van bonussen en de criteria die daarbij worden gehanteerd. De Wet
Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT) biedt inzicht in
beloningen van bestuurders.
5 Vraag: Deelt u de mening dat de medezeggenschapsraad (MR) veel actiever moet worden
betrokken bij de verstrekking van dit soort bonussen? Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat
de zeggenschap van de MR groter wordt en de begroting meer transparant?
blad 3/3
Antwoord: De positie van de medezeggenschapsraad (MR) wordt in het nieuwe wetsvoorstel
Besturing en Bekostiging in haar algemeenheid versterkt. In dat verband wordt ook de Wet
Harrewijn van toepassing. Het college van bestuur moet de medezeggenschapsraad, al dan niet
gevraagd, tijdig alle inlichtingen die deze voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig
heeft verschaffen. Toegevoegd wordt dat daaronder in ieder geval worden begrepen ten minste
eenmaal per jaar gegevens over de hoogte en inhoud van de arbeidsvoorwaardelijke regelingen
en afspraken per groep van de in de instelling werkzame personen, de leden van het college van
bestuur en de raad van toezicht. Dit wetsvoorstel wordt komend najaar aan uw Kamer
aangeboden.
6 Vraag: Vindt u de voorzittersbonussen van de hogeschool InHolland nog proportioneel, aangezien
deze variëren van 15.000 tot 34.000 euro? Zo ja, wanneer is de hoogte van een bonus voor u
onaanvaardbaar?
Antwoord: Zie antwoord op vraag 2.
7 Vraag: Wat gaat u ondernemen tegen de nieuwe salarisstructuur van de hogeschool Utrecht,
waarbij de beloning kan oplopen tot 187.220, wat meer is dan het salaris van de minister-
president?
Antwoord: In het Coalitieakkoord is aangegeven dat de inkomens in de publieke en semi-publieke
sfeer dienen te worden genormeerd resp. gemaximeerd en dat het inkomen van de minister-
president als maximumnorm geldt. Ook de adviescommissie rechtpositie politieke ambtsdragers,
beter bekend als de Commissie Dijkstal, adviseert een salarismaximum voor het onderwijs
omdat bijna de gehele bekostiging aan onderwijsinstellingen uit publieke middelen wordt
gefinancierd en het publiek belang dat met onderwijsinstellingen is gemoeid. Op dit moment
wordt gewerkt aan een kabinetsstandpunt op het advies van de commissie. Het salarismaximum
zal ook nader worden uitgewerkt. Bij excessieve beloningen zal ik in overleg treden met de raad
van toezicht.
8 Vraag: Bent u bereid deze cultuur van bonussen voor bestuurders aan te pakken, om het
belastinggeld zinvoller te besteden en de transparantie te vergroten?
Antwoord: Zie antwoord op vraag 7.