Artsen zonder Grenzen


foto: Per-Anders Pettersson (links) en Sven Torfinn/HH (rechts)

Projectland Democratische Republiek Congo: totale verwoesting

Officieel duurde de burgeroorlog in de Democratische Republiek Congo (DR Congo) tot 2002, een jaar later werd een overgangsregering geïnstalleerd. Maar voor honderdduizenden Congolezen is de tijd van conflicten en geweld nog lang niet voorbij. Vooral in het oosten van het immense land (grofweg ter grootte van West-Europa) laaien de gevechten tussen regeringsleger en rebellen regelmatig op waardoor duizenden mensen telkens op de vlucht moeten slaan. Er wordt geschat dat er vier miljoen mensen de dood vonden sinds de burgeroorlog uitbrak, er 400 duizend Congolese vluchtelingen zijn in het buitenland en in het land zelf enkele miljoenen mensen op de vlucht zijn.

Amper bereikbaar
Er heerst een extreme armoede, er is een gebrek aan voedsel, onderdak en de meest elementaire gezondheidszorg. De vergane glorie van landhuizen uit het koloniale tijdperk die nog overeind staan vormt een schril contrast met de levensomstandigheden van de bevolking. Jaren van voortdurende conflicten en vernielingen hebben hun sporen achtergelaten: het toch al zwakke gezondheidszorgsysteem is compleet ingestort, en vooral in het oosten zijn vliegtuigen, boten en motorfietsen soms de enige manier om bepaalde gebieden te bereiken.

Cholera, mazelen en kraambedsterfte
Voor de bevolking betekent dat zij nauwelijks medische zorg kunnen krijgen en dat zij vaak volkomen afgesloten zijn van de rest van de wereld. Ziekten als cholera, mazelen en aids zijn wijdverspreid en maken veel slachtoffers onder de bevolking. Per 100.000 bevallingen sterven 1.289 moeders in het kraambed.* Ondervoeding is een terugkerend probleem, vooral als de mensen moeten vluchten. Een groot probleem is verkrachting van vrouwen, kinderen en in sommige gevallen ook mannen.

Artsen zonder Grenzen in de Democratische Republiek Congo Wij richten ons zoveel mogelijk op de gebieden waar de bevolking het meest kwetsbaar is, en waar weinig - soms zelfs geen andere - hulporganisaties actief zijn. Onze teams werken voornamelijk in gebieden in het oosten van het land. Zoals in de zuidoostelijke provincie Katanga, waar onze medewerkers vorig jaar 29 duizend patiënten behandelden in een kliniek in Dubie en in gezondheidsposten in de omgeving.

In de provincies Noord-Kivu en Zuid-Kivu bijvoorbeeld, werken wij in ziekenhuizen, klinieken, gezondheidsposten en mobiele hulpposten. In Noord-Kivu bieden onze medewerkers sinds februari 2007 jaar medische hulp rond de plaats Mweso, met speciale aandacht voor hulp bij ondervoeding en slachtoffers van seksueel geweld. Voor de geweldsgolf die eind augustus 2007 startte, voerden zij sinds februari 40.000 consulten uit.

Onze teams voeren operaties uit en behandelen mensen met ziekten als malaria, tuberculose en hiv/aids. Wij begeleidden zwangere vrouwen rondom de bevalling en geven hulp bij ondervoeding. Omdat geweld en epidemieën terugkerende problemen zijn, beschikken onze teams altijd over een noodplan en medicijnvoorraden om direct in actie te komen bij een uitbraak van ziekten of geweld.

Oktober 2007


* Cijfers van de Wereldgezondheidsorganisatie