Gaza: 'Geef kinderen hun jeugd terug'
07 april 2008 - Koningin Rania van Jordanië treedt op als
pleitbezorger voor Unicef. Zij trekt zich het lot van de kinderen in
Gaza enorm aan en schreef over hun erbarmelijke levensomstandigheden
een artikel dat in Nederland in De Pers is gepubliceerd.
Koningin Rania van Jordanië. Foto: World Economic
Forum/2007/Nowacki
Koningin Rania van Jordanië. Foto: World Economic Forum/2007/Nowacki
Ayman is een 14-jarige jongen met zachte stem die in Jabalia City in
Gaza woont. Zijn familie is arm en zijn ouders hebben bijna al hun
meubilair moeten verkopen om voedsel en onderwijs voor hun kinderen te
kunnen betalen.
Kort geleden ging Aymans vader, die al sinds maart 2006 werkloos is,
een voedselrantsoen van de regering ophalen, maar hij moest de melk
weer verkopen om geld voor de terugreis te krijgen.
Ayman werkt heel hard op school en droomt van een carrière als hij
groot is. Maar de omgeving waarin hij moet leren is niet bepaald
ontspannen: er zitten wel 47 kinderen in zijn klas en het is heel
gewoon als de kinderen elkaar in ploegen afwisselen. Thuis is het niet
veel beter: de recente inval in Jabalia was tweehonderd meter van zijn
huis. Zijn vijfjarige zusje was zo van streek door het schieten en de
bombardementen dat ze 's nachts nog steeds gillend wakker wordt.
Wat Ayman meemaakt, is maar al te gewoon in Gaza's overbevolkte en
verscheurde wijken; de kinderen, die het minste schuld hebben aan de
ellende, lijden het meest. Er wonen 840.000 kinderen in Gaza, van wie
588.000 vluchteling zijn; de meesten zijn er slechter aan toe dan
Ayman. Sinds het geweld vorige maand escaleerde, zijn er minstens 33
Palestijnse jongens en meisjes gedood. Nog veel meer zijn er gewond of
verminkt: ze zijn in kruisvuur terechtgekomen, in hun woonkamer
neergeschoten of geraakt door een explosie in hun eigen achtertuin.
Op 28 februari werden vier kinderen die aan het voetballen waren door
een projectiel geraakt en zo ernstig verminkt dat hun eigen familie
hun lichamen niet meer kon identificeren.
Kinderen in Gaza leiden een leven dat steeds een beetje minder
draaglijk wordt - hun ziel en hun dromen worden op wrede wijze steeds
verder verstikt. In plaats van hun horizon te verbreden, worden zij
feitelijk gevangen gehouden. Alle dingen die voor een kind
vanzelfsprekend zouden moeten zijn, worden ze één voor één afgenomen.
Zij hebben geen recht om te spelen, naar school te gaan en zich 's
avonds thuis veilig te voelen; ze hebben niet genoeg te eten en geen
licht om 's avonds bij te leren. Hun kindertijd wordt kapotgemaakt en
ze hebben psychologische littekens die misschien nooit meer helen.
Ooit hadden de Palestijnen de naam een van de hoogst opgeleide
volkeren in het Midden-Oosten te zijn; maar nu is, na jaren van
geweld, isolatie en armoede, de trotse traditie van het hoge niveau
van hun opleidingen aan duigen. In de afgelopen vijf maanden zijn er
in Gaza bijna tweeduizend kinderen van school gegaan. De kinderen die
blijven komen, moeten oude, kapotte boeken delen en hebben vaak niet
eens de eerste benodigdheden.
In Gaza valt regelmatig de stroom uit en dan kan er alleen bij
kaarslicht gestudeerd worden. Foto: Unicef
In Gaza valt regelmatig de stroom uit en dan kan er alleen bij
kaarslicht gestudeerd worden. Foto: Unicef
Voor de examens die in januari in Gaza zijn afgenomen op de scholen
die gerund worden door de United Nations Relief and Works Agency for
Palestine Refugees in the Near East (UNRWA) zakte 50-60 procent voor
wiskunde en 40 procent voor Arabisch, de moedertaal van de kinderen.
Ondanks dat houdt Ayman vol: "Ik wil een goede opleiding hebben. Ik
wil ingenieur worden en mijn land weer opbouwen."
De situatie is nu erger is dan ooit, sinds het begin van de bezetting.
Bijna 80 procent van de huishoudens in Gaza leeft in armoede; acht van
de tien zijn afhankelijk van voedselhulp. Bijna de helft van de
beroepsbevolking is werkloos; de plaatselijke industrie is ingestort.
De waterleiding en het riool werken niet goed; overal op straat ligt
vuilnis.
Unicef werkt alle uren van de dag om de kinderen in Gaza weer een
beetje normale jeugd te kunnen geven. Ze maken stencils met extra
leerstof; ze bieden sport en recreatie op de scholen en ze werken
samen met de gemeenschap om speelterreinen aan te leggen waar de
kinderen veilig kunnen spelen.
Water en medische voorraden moeten bij de huishoudens en
gezondheidscentra worden bezorgd. Hulpverleners die gesteund worden
door Unicef helpen Palestijnse ouders en kinderen om te gaan met hun
stress.
Maar ook al doet Unicef er alles aan om de mensen te troosten die
midden in het gekkenhuis van Gaza zitten, het zijn toch alleen de
politieke leiders die een einde aan die vreselijke nachtmerrie kunnen
maken.
Er is een nieuw soort betrokkenheid nodig. De bezetting moet beëindigd
worden. Het doden van burgers moet stoppen, aan beide kanten. De
Palestijnse en de Israëlische kinderen verdienen het om in vrede op te
groeien. En de leiders van beide zijden moeten, gesteund door de
internationale gemeenschap, een eerlijke dialoog aangaan, omdat dat de
enige reële weg is om vrede te bereiken.