CJE/08/20
3 april 2008
PERSCOMMUNIQUE nr. 20/08
Arrest van het Hof van Justitie in zaak C-346/06
Dirk Rüffert / Land Niedersachsen
DE GEMEENSCHAPSRICHTLIJN BETREFFENDE DE TERBESCHIKKINGSTELLING VAN
WERKNEMERS KAN ZICH VERZETTEN TEGEN EEN VERPLICHTING OM IN HET KADER
VAN EEN OVERHEIDSOPDRACHT DE LONEN TE BETALEN DIE GELDEN KRACHTENS EEN
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST OP DE PLAATS VAN UITVOERING VAN DE
WERKEN
Het loon dat is vastgesteld bij een collectieve arbeidsovereenkomst
die niet algemeen verbindend is verklaard hoewel de lidstaat een
dergelijk stelsel kent, kan bij een wetgevende maatregel van deze
lidstaat inzake overheidsopdrachten niet worden opgelegd aan de
transnationale dienstverrichters die werknemers op het grondgebied van
deze lidstaat ter beschikking stellen
Krachtens de wet van het Land Niedersachsen inzake de gunning van
overheidsopdrachten worden de opdrachten voor de uitvoering van werken
slechts gegund aan ondernemingen die zich er schriftelijk toe
verbinden aan hun werknemers ten minste het loon te betalen dat is
vastgesteld in de toepasselijke collectieve overeenkomst. De
begunstigde moet zich er ook toe verbinden deze verplichting aan de
onderaannemers op te leggen en toezien op de nakoming ervan. Bij
niet-nakoming van deze verplichting moet een contractuele geldboete
worden betaald.
Krachtens deze bepalingen heeft de onderneming Objekt und Bauregie
zich ertoe verbonden de werknemers op de bouwplaats van de gevangenis
van Göttingen-Rosdorf de lonen te betalen die zijn vastgesteld in de
toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst "bouwnijverheid".
Een Poolse onderneming, die onderaannemer van Objekt und Bauregie is,
heeft haar 53 werknemers die op de bouwplaats zijn tewerkgesteld,
evenwel slechts 46,57 % van het wettelijk minimumloon betaald, hetgeen
is vastgesteld bij een beschikking die is gegeven tegen de
hoofdverantwoordelijke van de Poolse onderneming.
Na de opzegging van de aannemingsovereenkomst als gevolg van het
strafrechtelijk onderzoek twisten het Land Niedersachsen en de curator
van Objekt und Bauregie over de vraag of deze onderneming een
contractuele boete van 84 934,31 EUR (1 % van de aanneemsom) moet
betalen wegens schending van de verbintenis inzake de lonen.
Het Oberlandesgericht Celle (hogerberoepsinstantie) moet zich in
beroep uitspreken over het geschil. Wegens twijfel aan de wettigheid
van de bepaling waarbij een contractuele geldboete wordt opgelegd,
verzoekt het het Hof te beslissen of de vrijheid van dienstverrichting
zich verzet tegen een wettelijke verplichting volgens welke de
begunstigde van een overheidsopdracht voor de uitvoering van werken
zich ertoe moet verbinden zijn werknemers ten minste het in de
toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde loon te
betalen.
In zijn vandaag gewezen arrest komt het Hof tot de conclusie dat de
betrokken bepalingen onverenigbaar zijn met de gemeenschapsrichtlijn
betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers.
Dienaangaande wijst het Hof erop dat het door de collectieve
arbeidsovereenkomst "bouwnijverheid" vastgestelde loonpeil niet is
vastgesteld op een van de wijzen genoemd in deze richtlijn. Hoewel
Duitsland een stelsel kent waarbij collectieve arbeidsovereenkomsten
algemeen verbindend kunnen worden verklaard, blijkt de betrokken
collectieve arbeidsovereenkomst namelijk niet verbindend te zijn
verklaard. Voorts is de collectieve arbeidsovereenkomst
"bouwnijverheid" slechts verbindend voor een deel van de bouwsector,
aangezien enerzijds de relevante wetgeving slechts van toepassing is
op overheidsopdrachten met uitsluiting van particuliere opdrachten en
anderzijds deze collectieve arbeidsovereenkomst niet algemeen
verbindend is verklaard. De wetgeving van het Land neemt dus niet de
bepalingen in acht van de gemeenschapsrichtlijn betreffende de
terbeschikkingstelling van werknemers, krachtens welke de lidstaten
onder bepaalde voorwaarden aan in andere lidstaten gevestigde
ondernemingen in het kader van transnationale dienstverrichting een
minimumloonpeil mogen opleggen.
Vervolgens voegt het Hof eraan toe dat deze uitlegging van de
richtlijn wordt bevestigd bij lezing ervan tegen de achtergrond van
het beginsel van de vrijheid van dienstverrichting. Meer in het
bijzonder is het Hof van oordeel dat de beperking van de vrijheid van
dienstverrichting die voortvloeit uit de verplichting aan de
werknemers het loon te betalen dat is vastgesteld in de toepasselijke
collectieve arbeidsovereenkomst, in casu niet gerechtvaardigd is door
het doel de werknemers te beschermen.
Niet aangetoond is namelijk dat een werknemer in de bouwsector de
bescherming die een dergelijk loonpeil biedt, dat overigens hoger is
dan het krachtens de Duitse wetgeving inzake terbeschikkingstelling
van werknemers toepasselijke minimumsalarispeil, slechts nodig heeft
wanneer hij in het kader van een overheidsopdracht voor de uitvoering
van werken en niet wanneer hij in het kader van een particuliere
opdracht werkzaam is.
Voor de media bestemd niet-officieel stuk, dat het Hof van Justitie
niet bindt.
Beschikbare talen: CS DA DE EN FI FR HU PL RO SK SL SV
De volledige tekst van het arrest is op de dag van de uitspraak te
vinden op de internetpagina van het Hof
http://curia.europa.eu/jurisp/cgi-bin/form.pl?lang=NL&Submit=recherche
r&numaff=C-346/06
vanaf ongeveer 12.00 uur.
Voor nadere informatie wende men zich tot de heer Stefaan Van der
Jeught. Tel: +352 4303 2170 Fax: +352 4303 2988 Beelden van de
uitspraak van het arrest zijn beschikbaar op "Europe by Satellite",
Europese Commissie, Directoraat-generaal Pers en Voorlichting, L-2920
Luxemburg Tel: 00 352 4301 35177 Fax: 00 352 4301 35249, of B-1049
Brussel, Tel: 00 32 2 2964106 Fax: 00 32 2 2965956
European Union