Meer kinderen en zwangere vrouwen met hiv krijgen behandeling
03 april 2008, New York - Het aantal zwangere vrouwen met hiv in
midden- en lageinkomenslanden dat medicijnen krijgt om de kans op
besmetting van hun kind te verkleinen, is tussen 2005 en 2006 met 60
procent toegenomen. Het aantal kinderen met hiv dat behandeld wordt
voor het virus, steeg in dezelfde periode met 70 procent. Er is echter
nog een lange weg te gaan voordat aan de belofte van een aidsvrije
generatie is voldaan, want tegelijk met de hoopvolle toenames, is
berekend dat wereldwijd slechts 23 procent van alle hiv-besmette
zwangere vrouwen medicijnen krijgt. Dat staat in 'Children and AIDS:
Second stocktaking report', een nieuw VN-rapport, dat vandaag in New
York is gepresenteerd.
In oktober 2005 startten UNAIDS, Unicef en andere partners 'Unite for
Children. Unite against Aids', een wereldwijde campagne die zich richt
op:
* het voorkomen van nieuwe hiv-besmetting bij jongeren;
* het voorkomen van hiv-besmetting van moeder op kind;
* het beschikbaar maken van aidsmedicijnen voor kinderen;
* het beschermen van kinderen tegen de gevolgen van aids.
Het rapport 'Children and AIDS: Second stocktaking report' laat de
vooruitgang op bovengenoemde punten zien in midden- en
lageinkomenslanden sinds de start van de campagne. Er is sinds die
tijd veel bereikt in de behandeling van hiv-positieve kinderen en het
voorkomen van hiv-besmetting van moeder op kind. Eenentwintig landen,
waaronder Benin, Botswana, Namibië, Rwanda, Zuid-Afrika en Thailand,
liepen eind 2006 op schema in het behalen van de doelstelling dat 80
procent van alle met hiv besmette zwangere vrouwen een behandeling
krijgt. In 2005 waren dat nog slechts 11 landen.
Foto: Unicef/HQ05-2062/Donna DeCesare
Foto: Unicef/HQ05-2062/Donna DeCesare
Het rapport meldt echter ook de uitdagingen die er nog liggen in de
strijd tegen hiv en aids. Want hoewel er belangrijke vooruitgang is
geboekt, moet er nog veel gebeuren. Volgens het rapport stierven in
2007 nog altijd een geschatte 290.000 kinderen onder de 15 jaar aan de
gevolgen van aids. Ongeveer 12 miljoen kinderen in de Afrikaanse
landen beneden de Sahara verloren één of beide ouders aan de ziekte.
Wereldwijd leven 2,1 miljoen kinderen onder de 15 jaar met hiv,
waarvan het merendeel besmet is geraakt tijdens de geboorte of via
borstvoeding. Jongeren tussen de 15 en 24 jaar namen in 2007 40
procent voor hun rekening van alle nieuwe hiv-besmettingen onder
mensen boven de 15 jaar.
Hoewel 'Children and AIDS: Second stocktaking report' zowel positief
als negatief nieuws brengt, stelt het rapport dat een aidsvrije
generatie mogelijk is. Er wordt door overheden en donoren steeds meer
geld vrijgemaakt voor de preventie en behandeling van aids. In 2007
was er zo'n 10 miljard US dollar beschikbaar voor de strijd tegen de
ziekte, in 2004 was dat nog 6,1 miljard US dollar.
Het is nu belangrijk om nieuwe initiatieven te ontplooien en de
succesvol bewezen initiatieven op te schalen. Het rapport roept op tot
actie om:
* Gemeenschappen en families te versterken. Zij spelen een cruciale
rol in elk aspect van de aids-aanpak waarin het kind centraal
staat;
* Het versterken van de gezondheids-, onderwijs-, en sociale
zorgsystemen, die van groot belang zijn bij het ondersteunen van
door hiv en aids getroffen kinderen;
* Het integreren van diensten om hiv-besmetting van moeder op kind
te voorkomen in gezondheidzorgsystemen voor kinderen en
pasgeborenen;
* Het verder verzamelen en consolideren van data en gegevens om de
vooruitgang in de strijd tegen aids te kunnen meten en commitment
te verstevigen.
Download het rapport (PDF,
2,46 MB)