Antwoorden op kamervragen van Agema over het bericht dat glucosamine dat wordt geslikt tegen artrose nauwelijks werkt en dat fabrikanten die het tegendeel beweren er miljoenen euro's aan verdienen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
GMT-K-U-2835941
3 april 2008
Antwoorden van minister Klink op de vragen van het Kamerlid Agema
(PVV) over het bericht dat glucosamine dat wordt geslikt tegen artrose
nauwelijks werkt en dat fabrikanten die het tegendeel beweren er
miljoenen euro's aan verdienen (2070812870).
Vraag 1.
Bent u bekend met de TV-uitzending over glucosamine (Tros Radar, 25
februari 2008)?
Antwoord 1.
Ja.
Vraag 2.
Is het waar dat het middel glucosamine nauwelijks werkt, terwijl
fabrikanten claimen van wel?
Antwoord 2.
In de uitzending van Tros Radar werd de beweerde werking van
glucosamine door deskundigen betwist. Het is echter niet aan de
minister van VWS om te beoordelen of een product `werkt'. Indien een
glucosamine bevattend product door de fabrikant ter registratie als
geneesmiddel wordt aangeboden bij het College ter beoordeling van
geneesmiddelen (CBG), dan is deze beoordeling een taak van voornoemd
College.
Indien een glucosamine bevattend product niet als geneesmiddel maar
als warenwetproduct in de handel wordt gebracht, dan ziet de Voedsel
en Warenautoriteit (VWA) erop toe, dat zo'n product niet schadelijk is
(de werkzaamheid wordt niet door het CBG beoordeeld) en dat
consumenten wat betreft de aanprijzing van dergelijke producten (in de
handel gebracht als voedingsmiddelen en -supplementen) niet worden
misleid in de zin dat ten onrechte de indruk wordt gewekt dat het wél
om een geneesmiddel gaat. Het is niet toegestaan bij dergelijke
warenwetproducten een zogenaamde "medische aanprijzing" te vermelden,
aangezien deze producten geen beoordeling als geneesmiddel hebben
ondergaan.
Vraag 3.
Wat gaat u ondernemen om mensen die ziek zijn, en nu dit product
kopen, niet langer worden bedonderd?
Antwoord 3.
Hierbij moet een onderscheid worden gemaakt naar glucosamine
bevattende producten die als geneesmiddel in de handel zijn (en dus
beoordeeld zijn door het CBG) en voedingssupplementen die glucosamine
bevatten (die geen beoordeling bij het CBG hebben ondergaan). Bij het
CBG zijn momenteel acht glucosamine bevattende producten als
geneesmiddel ingeschreven. De door het CBG toegekende therapeutische
indicatie (toepassingsgebied van het geneesmiddel) daarbij is
`verlichting van de symptomen van (milde tot matige) artrose van de
knie'.
Het CBG is een zelfstandig bestuursorgaan dat bij wet is opgedragen
geneesmiddelen te beoordelen op (de balans tussen) werkzaamheid en
veiligheid. Dit is een wetenschappelijke beoordeling waaraan ik niet
kan en wil tornen. Bij de behandeling van de Geneesmiddelenwet is nog
eens vastgelegd dat het CBG een onafhankelijk deskundigencollege is en
dat de minister van VWS in principe geen bemoeienis heeft met de
toelating of de beoordeling van individuele geneesmiddelen.
Ik heb bij het CBG nadere inlichtingen ingewonnen over de glucosamine
bevattende geneesmiddelen. Het CBG heeft mij meegedeeld dat voor de
acht bij het CBG als geneesmiddel geregistreerde producten tijdens de
beoordeling de balans is opgemaakt ten aanzien van werkzaamheid,
veiligheid en kwaliteit. Dit heeft tot een positieve uitkomst geleid
en daarom is voor deze producten een handelsvergunning als
geneesmiddel verleend. Het toepassingsgebied waarvoor de
geneesmiddelen akkoord zijn bevonden is uitsluitend "ter verlichting
van symptomen bij (milde tot matige) artrose van de knie" Dit is een
zeer beperkt toepassingsgebied. Dit toepassingsgebied is ook bevestigd
door de Europese Commissie.
Overigens zijn veel glucosamineproducten in de handel als
voedingssupplement. Deze producten zijn niet door het CBG beoordeeld.
De verpakking mag dan uitsluitend niet-medische aanprijzingen
vermelden zoals `voor soepele gewrichten'. Maar ook dergelijke claims
moeten ingevolge de Europese verordening Voedings- en
gezondheidsclaims voor levensmiddelen wetenschappelijk worden
onderbouwd. Op dit moment werkt de Europese Commissie aan een lijst
van toegestane gezondheidsclaims en de onderbouwing daarvan alsook aan
de voorwaarden waaronder deze claims gebruikt mogen worden.
Wetenschappers van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid
beoordelen de onderbouwing van gebruikte claims, waaronder claims over
glucosamine. De lijst met toegestane gezondheidsclaims en de
voorwaarden voor het gebruik daarvan moet voor 31 januari 2010 worden
vastgesteld. Met deze harmonisatie van toegestane claims op de
Europese markt kan er effectiever worden opgetreden tegen mogelijke
misleidingen. Tot die tijd gelden de nationale bepalingen waarop de
VWA toeziet. Zoals ik in het AO preventiebeleid (TK 2007-2008, 22 894
en 29 220, nr. 159) heb toegezegd, heb ik de VWA-gevraagd de
ontwikkelingen nadrukkelijk te volgen. Ik verwacht het VWA rapport aan
het einde van dit jaar.