Rekenen en spellen: grote verschillen tussen leerlingen in het V.O.

03/04/2008 10:45

Cito Instituut voor Toetsontwikkeling

ARNHEM - In januari 2008 namen ongeveer honderd scholen voor voortgezet onderwijs op eigen initiatief voor het eerst de Toets Rekenen en Spellen van Cito af. Ruim 15.000 leerlingen, verspreid over alle klassen en schooltypen, namen deel. De resultaten laten zien dat lang niet alle middelbare scholieren van deze scholen moeite hebben met rekenen en spellen. Maar ook dat een groot aantal leerlingen de referentieniveaus die de 'Expertgroep Doorlopende Leerlijnen Taal en Rekenen' (Commissie Meijerink) voorstelt niet haalt.

Stand van zaken
De prestaties van leerlingen op de Toets Rekenen en Spellen zijn vergeleken met de prestaties van leerlingen aan het einde van het basisonderwijs. Hieruit blijkt dat het niveau van rekenen en spellen bij alle leerwegen en schooltypen in de eerste klas daalt ten opzichte van het niveau in groep 8. Na deze aanvankelijke daling, stijgt het gemiddelde niveau in de daaropvolgende jaren. De verschillen in prestaties zijn bij alle schooltypen echter behoorlijk groot. Zo scoort 27 procent van de deelnemende havo leerlingen lager dan leerlingen in groep 8 met een havo-advies gescoord zouden hebben op deze toets.

Referentieniveaus Commissie Meijerink
Als gekeken wordt naar de referentieniveaus die de Commissie Meijerink voorstelt in haar rapport 'Over de drempels met taal en rekenen', dan bevestigen de resultaten de zorg die uit het rapport spreekt. Zo haalt de gemiddelde leerling uit de basisberoepsgerichte leerweg pas in het laatste jaar van het vmbo het rekenniveau dat door de commissie al in groep 8 als minimaal te behalen wordt voorgesteld. Het rekenniveau dat volgens de commissie eind vmbo minimaal bereikt zou moeten zijn, wordt alleen door de gemiddelde leerling uit de theoretische leerweg gehaald. Bij spellen haalt zelfs deze leerling het voorgestelde minimumniveau niet.

De toets
Met de Toets Rekenen en Spellen geeft Cito scholen de gelegenheid zich een beeld te vormen van de reken- en spelvaardigheid van hun leerlingen. Scholen kunnen met de resultaten op de toets bepalen of individuele of groepen leerlingen achterstanden hebben en of bijscholing wenselijk is.





http://www.cito.nl