woensdag 2 april 2008:
Terugblik op eerste jaar Wet maatschappelijke ondersteuning in
Groningen
In tegenstelling tot een groot aantal andere gemeenten is de
verstrekking van huishoudelijke verzorging in het eerste jaar dat de
gemeente Groningen hiervoor verantwoordelijk was, goed verlopen. De
zorg is in vrijwel alle gevallen gecontinueerd. Dat concluderen
burgemeester en wethouders van Groningen in de Jaarrapportage 2007
over de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). In
deze rapportage kijken B&W niet alleen terug op de huishoudelijke
verzorging, maar ook op het verstrekken van woningaanpassingen,
deeltaxipassen, rolstoelen, scootmobielen en andere individuele
voorzieningen. Naast de gegevens die vanuit de gemeentelijke
organisatie worden geleverd, hecht het gemeentebestuur erg aan
informatie die rechtstreeks van cliënten afkomstig is. Zo worden er
regelmatig cliëntenlunches georganiseerd. Ook bezoekt wethouder Janny
Visscher cliënten thuis die hulp krijgen van de verschillende
thuiszorginstellingen
Huishoudelijke zorg op peil gebleven
Bij de invoering van de wet heeft het Groninger college nadrukkelijk
toegezegd het voorzieningenniveau voor de inwoners op peil te willen
houden. Dit ondanks een landelijke trend waarbij de overheid zich
terugtrekt op het gebied van ondersteuning en zorg. Hierin paste de
keuze van het Groninger college om bij de aanbesteding van de
huishoudelijke verzorging de kwaliteit zwaarder te laten wegen dan de
prijs. De verschuiving naar de goedkopere vorm van huishoudelijke
verzorging is in Groningen gering gebleven, in tegenstelling tot het
landelijke beeld. Wanneer voor deze goedkopere vorm gekozen is,
ondersteunen de thuiszorgmedewerkers de cliënten bij de
administratieve afhandeling van de zorg. Hiermee loopt Groningen
vooruit op plannen van staatssecretaris Bussemaker om deze
ondersteuning landelijk in te invoeren.
Vraag van cliënt helder in beeld
In 2007 zijn in totaal 6.468 nieuwe Wmo-aanvragen binnengekomen. In
98% van de gevallen ontvingen de cliënten een positieve 'beschikking'
of besluit. Hierbij speelt de informatievoorziening door de
medewerkers van het Zorgloket een belangrijke rol. Wanneer mensen een
aanvraag willen indienen, proberen de medewerkers zo goed mogelijk in
beeld te krijgen wat de behoefte van de cliënt is. Daarnaast streven
zij ernaar de cliënt zo goed mogelijk te informeren over de mogelijke
voorzieningen en de regels die hiervoor gelden.
Gecombineerd loket
Met de nieuwe wet is de thuiszorg gesplitst in huishoudelijke
verzorging en individuele verzorging of verpleging. Voor het eerste
moeten mensen nu bij de gemeente zijn, voor het tweede bij het Rijk,
namelijk bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Omdat dit voor
mensen die beide soorten hulp nodig hebben erg lastig is, heeft de
gemeente Groningen ervoor gekozen dat cliënten met zowel hun Wmo- als
Awbz-aanvragen (Algemene wet bijzondere ziektekosten) bij het
Zorgloket terecht kunnen. De laatste worden vervolgens afgehandeld
door het CIZ als bevoegde instantie. Het gaat dan bijvoorbeeld om
aanmeldingen voor een verzorgings- of verpleeghuis. Gecombineerde
aanvragen, voor een individuele voorziening èn zorg, worden bij het
Zorgloket dan wel het CIZ afgehandeld, afhankelijk van de soort
combivraag.
Bezwaarschriften en klachten
Vorig jaar dienden 62 mensen een bezwaarschrift in tegen een
Wmo-besluit van de gemeente. In 22 gevallen betrof dit huishoudelijke
verzorging. In 28 gevallen werd de voorziening alsnog verstrekt nadat
nieuwe informatie werd aangeleverd die tot een nieuw besluit leidde.
Bij de gemeente kwamen in 2007 zestien klachten binnen over de
dienstverlening op het gebied van de Wmo. Dit is 0,2% ten opzichte van
het totaal aantal aanvragen, inclusief de herindicaties voor
huishoudelijke verzorging. Bij de leveranciers van de hulpmiddelen,
het collectief vervoer en huishoudelijke verzorging werden 111
klachten ingediend. In de periodieke overleggen met de ketenpartners
vormen de klachten een belangrijk onderwerp van gesprek.
Tevredenheid van cliënten onderzocht
In het eerste kwartaal van 2008 is een onderzoek gehouden naar de
tevredenheid van cliënten over de dienstverlening in 2007. Hiervoor
zijn bijna 1.000 Wmo-cliënten benaderd op grond van een steekproef.
Een onafhankelijk bureau verwerkt momenteel de uitkomsten. In de loop
van mei verschijnt het onderzoeksrapport. Om de kwaliteit van de zorg
te kunnen bewaken is zulke informatie 'uit de eerste hand' van groot
belang. De gemeente onderhoudt hierover nauw contact met de
zorgaanbieders.
De Wmo ging op 1 januari 2007 in. Daarmee werd de verstrekking van
huishoudelijke verzorging een nieuwe taak voor gemeenten. De aanvragen
voor woonvoorzieningen, vervoervoorzieningen en rolstoelen hoorden al
bij hun takenpakket, op grond van de Wet voorzieningen gehandicapten.
In totaal was in de gemeente Groningen in 2007 een bedrag van ruim 23
miljoen euro met deze Wmo-taken gemoeid, waarvan iets meer dan de
helft voor huishoudelijke verzorging.
Gemeente Groningen