Toespraak minister-president voor Atlantic Youth Forum in Boekarest
Toespraak | 02-04-2008
Voorafgaande aan het begin van de NAVO-top heeft minister-president
Balkenende jonge 'Atlantici' uit de NAVO-landen toegesproken.
(De toespraak is in het Engels uitgesproken)
Het is een genoegen in uw midden te zijn, aan de vooravond van de
NAVO-top, hier in Boekarest. U voelt zich als jonge generatie
betrokken bij de internationale politiek. Dat is van grote waarde. U
vertegenwoordigt de toekomst. Het is van groot belang dat uw geluid
gehoord wordt. Mede daarom ben ik hier.
U buigt zich vandaag en de komende dagen over de grote thema's van de
wereldpolitiek. Vrede. Stabiliteit. Recht. Ontwikkeling. Het zijn soms
abstracte begrippen. Daarom wil ik ze vanmiddag toespitsen op één
concrete situatie. De situatie in Afghanistan. Daarover wil ik
vanmiddag enkele gedachten met u delen.
Mijn land - Nederland - is met ongeveer 1600 militairen in Afghanistan
aanwezig. We behoren per hoofd van de bevolking tot de grootste
leveranciers van troepen. De meeste van onze mensen werken in Uruzgan,
een arme, bergachtige provincie in het zuiden, grenzend aan Kandahar.
Een provincie waarop het centrale gezag in Kabul nog weinig greep
heeft en waarin de veiligheidssituatie fragiel is.
Waarom is Nederland daar aanwezig? Om dat te verklaren moet ik u heel
kort iets vertellen over de geschiedenis van mijn land.
Nederland is met ruim 16 miljoen inwoners relatief klein in omvang.
Maar onze horizon is wijd. We zijn van oudsher een volk van
zeevaarders en ondernemers dat actief is over de hele wereld. Sinds
400 jaar is een internationale houding de basis van ons succes.
Dankzij die open mentaliteit zijn we nu nog steeds de 16de economie
ter wereld.
Landen als Nederland kunnen hun vleugels niet uitslaan zonder een
stabiele internationale rechtsorde. In een internationaal klimaat
zonder vrijheid, tolerantie en respect, krijgt Nederland geen lucht en
geen ruimte. Als handelsnatie hebben we belang bij openheid en
ontwikkelingskansen voor onze partners. Sinds de Tweede Wereldoorlog
beseffen we bovendien dat we onze veiligheid alleen samen met anderen
kunnen zekerstellen.
We hebben geleerd dat Nederland alleen sterk staat in samenwerking met
anderen.Vandaar dat Nederland behoort tot de actiefste leden van de
Verenigde Naties.
Vandaar dat we een van de zes founding fathers waren van de Europese
Unie.
Vandaar dat Den Haag zich heeft ontwikkeld tot Legal Capital of the
World.
Vandaar dat we in 1949 samen met elf andere landen aan de wieg stonden
van de NAVO.
We geloven in de kracht van vrijheid, mensenrechten en democratie. En
we weten dat die prachtige woorden niets waard zijn zonder actieve
inzet. Niet alleen thuis, maar ook in internationaal verband. Ook op
de plekken waar het moeilijk is.
Daarom werken we samen met onze partners in Afghanistan.
* Om stabiliteit te helpen brengen en onze wereld een beetje
veiliger te maken, ook voor onszelf.
* Uit solidariteit met mensen die zoveel minder kansen hebben op een
goed leven dan wij.
* Om te voorkomen dat terroristen hun invloedssfeer uitbreiden en
alles wat ons dierbaar is in gevaar brengen.
* En tot slot: omdat we bondgenoten zijn en onze
verantwoordelijkheid nemen. Als je samen een doel hebt waarin je
gelooft, moet je ook samen op pad gaan om dat doel te bereiken.
Oók als de weg moeilijk is.
Nederland is sinds de zomer van 2006 in Uruzgan actief, samen met de
Australiërs. Zoals u misschien weet behoort Afghanistan tot de vijf
armste landen ter wereld. En in dat straatarme land is Uruzgan een van
de armste provincies. Alle problemen komen hier samen. Meer dan 90%
van de mensen kan niet lezen en schrijven. De infrastructuur is
slecht. Economische mogelijkheden zijn er nauwelijks, of het moest de
teelt van papaver zijn. De regering Karzai heeft geen greep op de
berggebieden, waarin de taliban op de loer ligt. Mensen zijn bang en
apathisch. Vrijheid hebben ze tot voor enkele jaren nooit gekend.
Het is belangrijk dat we een reëel beeld geven van de ontwikkelingen
in Afghanistan. Laten we ons bewust zijn van de voortgang die de
afgelopen jaren is geboekt.
* De kindersterfte is met 40% gedaald.
* Vijf miljoen Afghaanse kinderen gaan naar school. Dat is meer dan
vijf keer zoveel als in 2001. Meisjes doen volwaardig mee in het
onderwijs.
* Acht van de tien Afghanen heeft toegang tot basale
gezondheidszorg. In Uruzgan alleen al zijn zo'n 100
gezondheidsposten opgezet.
* Het inkomen per hoofd van de bevolking is in de laatste vier jaar
verdubbeld. De economie groeit met 12% per jaar.
Dit alles maakt het dagelijks leven van gewone mensen beter.
Afghanistan is een van de meest democratische landen in de regio. Een
land dat steeds beter samenwerkt met zijn buren. Sinds 2002 keerden 4
miljoen Afghaanse vluchtelingen terug naar hun vaderland. Het leger is
steeds beter op haar taak berekend. Twee jaar geleden waren er nog
twee keer zoveel ISAF-militairen als Afghaanse militairen in het land.
Nu is de verhouding 1 op 1.
Goede ontwikkelingen. Maar ze nemen de grote zorgen niet weg die er
óók zijn. Vorig jaar groeide het aantal aanslagen. Er waren meer
burgerslachtoffers te betreuren. De taliban en warlords voeren hun
gewelddadige en intimiderende activiteiten op naarmate ISAF en het
Afghaanse leger zich dieper wagen in afgelegen gebieden.
De corruptie in het overheidsapparaat en de politie blijft een
levensgroot probleem. Ook over de mensenrechten bestaan zorgen. Niet
iedereen is bereid anderen de vrijheid te gunnen die men voor zichzelf
vanzelfsprekend vindt.
We zijn nog ver verwijderd van onze droom. Een Afghanistan waarin alle
mensen veilig zijn en samen zonder angst, in vrijheid hun land tot
bloei brengen.
Velen gaat het niet snel genoeg. En dat begrijp ik ook wel. Zes jaar
is lang op een mensenleven. Maar wie zich ook maar enigszins verdiept
in de omvang van deze taak - een taak waarbij in feite een heel land
vanaf de grond moet worden opgebouwd - komt met mij tot de conclusie
dat dit een project is van tientallen jaren.
Dat vraagt vasthoudendheid van ons allemaal.
In de eerste plaats van de Afghaanse overheid. De primaire
verantwoordelijkheid voor een veiliger Afghanistan waarin het recht
zegeviert, ligt bij de regering Karzai. De strijd tegen corruptie en
drugshandel verdient meer inzet. De opbouw van een overheid waarop de
Afghaanse burger werkelijk kan vertrouwen verdient meer ambitie.
Stammentwisten zijn niet altijd te vermijden, maar de regering moet
daarboven staan. Het is nodig dat de Afghaanse overheid laat zien dat
ze er is voor alle Afghanen van goede wil, waar ze ook wonen en tot
welke stam ze ook behoren.
In de tweede plaats dragen de buurlanden van Afghanistan een
belangrijke verantwoordelijkheid. Zij moeten doen wat in hun vermogen
ligt om de stabiliteit in deze regio te vergroten.
Ten derde mag de internationale gemeenschap Afghanistan niet in de
steek laten. Wat we de 3D-benadering, noemen - defense, diplomacy en
development - werkt. De drie elementen kunnen niet zonder elkaar. Het
een versterkt het ander.
Toch kan onze internationale inzet beter. Met dezelfde inzet van
middelen kunnen we meer resultaten bereiken als we onze inspanningen
beter coördineren. In totaal zijn 42 landen in Afghanistan actief
onder de vlag van ISAF. De focus van veel landen is regionaal. Ieder
is actief in zijn eigen regio, met zijn eigen programma's en
projecten. Het wordt tijd dat we de stap gaan zetten naar een
landelijke benadering. Afghanistan is één geheel. Laten we het dan ook
zo behandelen.
Hier ligt een taak voor de Verenigde Naties. Zij moet een sterkere rol
krijgen. Uiteindelijk moeten we toe naar een door de VN gecoördineerd
ontwikkelingsprogramma.
Dames en heren, ik ben een aantal keren in Afghanistan geweest, niet
alleen om te praten met president Karzai, maar ook om onze troepen te
bezoeken.
U moet bedenken dat de meeste van onze mensen in Afghanistan van uw
leeftijd zijn.
Ik heb diep respect voor wat de militairen - niet alleen de
Nederlandse maar ook die uit andere landen - onder moeilijke
omstandigheden klaarspelen.
U bent zelf begin 20. Stelt u zich eens voor wat uw leeftijdsgenoten
in Afghanistan ontmoeten.
* Een traditionele stammencultuur met stevig gewortelde waarden en
normen;
* Bittere armoede, met nauwelijks mogelijkheden daaruit te
ontsnappen;
* De voortdurende mogelijkheid van geweld.
Dan komt het aan op het winnen van vertrouwen.
Op het terugbrengen van het geloof van mensen in eigen kunnen.
Op het aanblazen van de vlam van de hoop.
Op het overbrengen van de boodschap dat niemand in deze wereld er
alleen voor staat.
Op het versterken van die drijvende kracht, waar geen enkel mens en
geen enkel volk buiten kan: geloof in de toekomst.
Om dat laatste gaat het uiteindelijk ook hier, in Boekarest. Tijdens
deze Summit waar u uit zoveel verschillende landen naartoe bent
gekomen om te praten over de Grote Thema's: Vrede, Stabiliteit, Recht.
Laten we nooit vergeten dat die grote thema's heel dicht bij huis
beginnen. Bij ons eigen gevoel van verantwoordelijkheid, onze eigen
inzet, ons eigen vermogen om bruggen te slaan naar de ander. Ik wens u
daarbij veel succes.
Ministerie van Algemene Zaken