abcdefgh
Aan
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
2 april 2008 -
Ons kenmerk Uw kenmerk
VENW/DGP-2008/2885 2070814160
Onderwerp
kamervragen
Geachte voorzitter,
Hiermee beantwoord ik de vragen die het kamerlid De Krom heeft gesteld over het
onderzoek naar de varianten van de verdubbeling van de N33 Assen-zuid-Zuidbroek.
1. Bent u bekend met de variant die door weg- en waterbouwkundige Piet Muijzert
uit Pekela ten behoeve van verdubbeling van de N33 tussen de afslag Assen-Zuid
op de A28 en de afslag Zuidbroek op de A7 is ontwikkeld?
1. Ja, daar ben ik mee bekend. De heer P. Muijzert maakte tot voor kort deel uit van
de onafhankelijke adviesgroep N33, die door het Platform N33 (twee provincies,
aanliggende gemeenten en Rijkswaterstaat Noord-Nederland) is ingesteld om een
bijdrage te leveren aan de kwaliteit van het project N33 en om concreet advies in
te brengen. Binnen deze adviesgroep is er gelegenheid om van gedachten te
wisselen. Onlangs is de variant Muijzert in de adviesgroep aan de orde geweest.
2. Bent u op de hoogte van het feit dat provinciale staten van zowel de provincie
Groningen als de provincie Drenthe deze variant volledig in de overweging
betrokken willen zien?
2. De provincies Groningen en Drenthe zijn samen met Rijkswaterstaat mede-
initiatiefnemers van de Mer-studie. Rijk en regio staan gezamenlijk aan de lat voor
realisatie van de scope en de planning. De regio is volledig betrokken bij het
proces en daarmee ook bij de te maken afwegingen en de uiteindelijk te maken
keuzes.
Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71
Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 78 95
bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
VENW/DGP-2008/2885
Er is nog een aantal alternatieven op hoofdlijnen in beeld. Rijk en regio hebben
wel duidelijke afspraken gemaakt over een voorkeursalternatief, te weten een 2x2
autoweg. Dit voorkeursalternatief wordt momenteel met de andere alternatieven
onderzocht.
3. Is het waar dat u tot nu toe weigert deze variant volledig in de berekeningen mee
te nemen, hetgeen er toe leidt dat provinciale staten uiteindelijk niet in staat zullen
zijn deze variant volledig in de afweging mee te nemen?
3. In deze fase (OTB/MER) is een aantal alternatieven op hoofdlijnen in beeld. Ook
het alternatief van een autosnelweg wordt, conform de richtlijnen, nog verder
onderzocht op o.a. het oplossend vermogen, haalbaarheid en relevante
milieueffecten. De variant van de heer Muijzert is een verbijzondering van het
alternatief autosnelweg. Op basis van het onderzoek naar de alternatieven kan ik
een oordeel geven over de `variant-Muijzert'.
4. Bent u bereid de zogenoemde `variant-Muijzert' alsnog volledig in de
berekeningen mee te nemen? Zo neen, waarom niet?
4. Zie mijn antwoord op vraag 3.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Camiel Eurlings
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat