abcdefgh
De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
2 april 2008 2
Ons kenmerk Uw kenmerk
RWS/SDG/NW2008/314/61905 -
Onderwerp
Onderzoek kunstwerken
Geachte voorzitter,
In mijn brief van 3 oktober 2007 (TK 31 200 XII, nr.5) heb ik u geïnformeerd over de
resultaten van de eerste fase van het onderzoek naar de conditie van de kunstwerken
(bruggen, viaducten, tunnels) in Nederland. Het gaat in het onderzoek om twee
categorieën kunstwerken in het hoofdwegennet. In de eerste plaats om betonnen
bruggen die gebouwd zijn vóór 1975. In de tweede plaats om bruggen waarvan het
brugdek een stalen rijdek heeft (stalen bruggen). Deze twee soorten kunstwerken zijn
technisch van zodanig verschillende aard dat ze een andere onderzoeksaanpak vergen.
Hoewel het onderzoek naar de restlevensduur nog volop gaande is, hecht ik eraan u
op de hoogte te stellen van de resultaten tot nu toe.
Evenals in mijn brief van 3 oktober 2007 benadruk ik dat thans bij geen van de
kunstwerken in het hoofdwegennet sprake is van een acuut veiligheidsprobleem.
Resultaten onderzoek stalen bruggen
In bovengenoemde brief heb ik aangegeven dat uit inspecties is gebleken dat 25 van
de 274 vaste en beweegbare stalen bruggen op dit moment met vermoeiings-
verschijnselen, zoals scheurvorming, te kampen hebben. Bij de overige 249 stalen
bruggen zijn geen problemen geconstateerd.
Alvorens in te gaan op de resultaten van het onderzoek, sta ik stil bij de Moerdijkbrug,
die als eerste is aangepakt. In 2005/2006 is de oostbaan gerepareerd en voorzien van
Hoge Sterkte Beton (HSB). De inspecties hebben aangetoond dat de scheurvorming op
deze baan daardoor is gestopt. De renovatie van de westbaan is in november 2007
Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 - 351 6171
Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 - 351 7895
bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
RWS/SDG/NW2008/314/61905
gestart en zal hoogstwaarschijnlijk in het najaar van 2008 gereed zijn. Vóór de
renovatie was het brugdek technisch afgeschreven. Na de renovatie kan de brug weer
30 jaar mee, uitgaande van de huidige rijstrookindeling. De ervaringen, opgedaan bij
de werkzaamheden aan de Moerdijkbrug, worden toegepast bij de aanpak van de
andere stalen bruggen.
Het onderzoek heeft aangetoond dat, naast de Moerdijkbrug, van de andere 24 stalen
bruggen er 14 binnen 10 jaar moeten worden versterkt of vervangen (zie
onderstaande tabel), omdat vermoeiingsverschijnselen zijn opgetreden. In bijlage 1 is
een kaart met de locaties opgenomen. Indien niet binnen deze termijn tot vervanging
of versterking kan worden overgegaan, zijn bijvoorbeeld beperkingen voor het
vrachtverkeer noodzakelijk.
De aanpak van de overige 10 bruggen kan worden uitgesteld tot na 2018.
Noodzakelijk binnen 10 jaar te versterken of te vervangen stalen bruggen
Aanpak noodzakelijk binnen 5 jaar
vaste bruggen beweegbare bruggen
Scharberg (Elsloo) Gideonbrug
Galecopperbrug Scharsterrijnbrug
Beek (Geleen) Ketelbrug
Muiden Kruiswaterbrug
Ewijk
Kreekrak
Aanpak noodzakelijk binnen 5-10 jaar
Vaste bruggen beweegbare bruggen
Brienenoord (westelijke boog) Wantybrug
Suurhoff (eventueel in het kader van het Calandbrug
project Maasvlakte-Vaanplein)
Momenteel stelt Rijkswaterstaat een programmering op voor de aanpak van de stalen
bruggen. Daarbij wordt uitdrukkelijk gekeken naar de mogelijkheden om de
werkzaamheden aan de bruggen te combineren met reeds geplande of noodzakelijke
werkzaamheden aan aanpalende wegvakken om de verkeershinder zoveel mogelijk te
beperken. Hierover zal overleg worden gevoerd met de betrokken brancheorganisaties
en betrokken gemeenten. De ervaringen met het Groot-Onderhoudsprogramma van
de afgelopen jaren zullen hierbij leidend zijn. Naar verwachting is de programmering
van de aanpak in de zomer van 2008 gereed.
De kosten voor de versterking van de 10 bruggen worden geschat op maximaal
500 mln.
---
RWS/SDG/NW2008/314/61905
Stand van zaken tweede fase onderzoek betonnen kunstwerken
Het onderzoek
Om de kwaliteit van de te hanteren onderzoeksmethode naar de betonnen
kunstwerken te toetsen is een internationaal forum van experts samengesteld onder
leiding van professor Walraven. In dit forum hebben deskundigen uit het Verenigd
Koninkrijk, Duitsland en Frankrijk zitting (zie bijlage 2), evenals deskundigen van de
TU Delft, TNO en Rijkswaterstaat. De experts hebben geconstateerd dat alle
betrokken landen kampen met dezelfde problematiek. De aanpak is echter in elk land
verschillend. Nederland loopt volgens de experts voorop met de structurele aanpak
van deze problematiek. Zij zijn van mening dat er behoefte is aan internationale
regelgeving voor de beoordeling van bestaande kunstwerken (een zogenaamd
beoordelingsprotocol). Het ontwikkelen van een dergelijk internationaal
beoordelingsprotocol vergt al snel enkele jaren. Rijkswaterstaat was daarom
genoodzaakt een eigen methodiek te ontwikkelen. Deze methodiek is door het
internationaal expertteam goed bevonden. Daarnaast hebben de internationale
experts waardevolle aanbevelingen gedaan voor het verdere onderzoek, die
Rijkswaterstaat zal opvolgen.
Eerste resultaten
Alle betonnen bruggen en viaducten in de zwaarst belaste transportassen zijn
inmiddels met behulp van de ontwikkelde methodiek beoordeeld, voor zover dat met
de beschikbare gegevens mogelijk was. Ook alle tunnels gebouwd vóór 1975 zijn
beoordeeld. In de tweede fase zijn tot nu toe in totaal 223 objecten onderzocht. Dit
levert naast concrete gegevens over deze kunstwerken ook resultaten per
constructietype op. Deze resultaten zijn geëxtrapoleerd, waardoor een inschatting
gemaakt is voor alle 1180 kunstwerken.
De inschatting is dat:
· voor 20 tot 40 kunstwerken maatregelen nodig zijn binnen 5 jaar;
· voor 100 tot 120 kunstwerken maatregelen nodig zijn binnen 10 jaar;
· voor 420 tot 440 kunstwerken waarschijnlijk geen maatregelen nodig zijn binnen
10 jaar;
· voor de overige kunstwerken (ruim 600) geen maatregelen binnen 10 jaar of
helemaal geen maatregelen nodig zijn.
De komende maanden worden alle nog te onderzoeken kunstwerken doorgerekend,
zodat bovenstaande inschatting overgaat in een geverifieerd beeld, met een oordeel
per kunstwerk. Een overzicht van de maatregelen komt komend najaar beschikbaar,
waarna de verdere aanpak zal worden voorbereid. Op dit moment is derhalve voor de
betonnen kunstwerken nog geen betrouwbare inschatting van de kosten te maken.
Bij de tunnels is de verwachting dat de restlevensduur voldoende is. Om dit definitief
te kunnen vaststellen vindt momenteel nader materiaalonderzoek plaats.
---
RWS/SDG/NW2008/314/61905
Mogelijke maatregelen ter verlenging van de levensduur
Voor de kunstwerken waarvan uit het onderzoek blijkt dat maatregelen noodzakelijk
zijn, bestaan verschillende mogelijkheden, te weten verkeersbeperkende maatregelen,
zoals geen (zwaar) vrachtverkeer, geen tweerichtingsgebruik bij onderhoud,
versterken of vervangen.
De voor- en nadelen van deze mogelijkheden zullen worden geïnventariseerd, waarna
per kunstwerk een afweging zal worden gemaakt. Ten behoeve hiervan wordt een
afwegingskader ontwikkeld.
Vervolgtraject
Hoewel het beeld met name voor de betonnen kunstwerken niet compleet is, is wel
duidelijk dat er zowel voor de stalen bruggen als voor de betonnen kunstwerken
sprake is van een situatie die de nodige financiële en verkeerskundige consequenties
zal hebben. Om deze reden heb ik gemeend u nu reeds van deze bevindingen op de
hoogte te moeten stellen.
De komende maanden zal op een aantal fronten parallel worden gewerkt om de
problematiek zo snel mogelijk verder in kaart te brengen en aan te pakken:
· de nog te onderzoeken kunstwerken worden doorgerekend;
· de uitkomsten worden getoetst door TNO/TU Delft;
· er wordt een instrument ontwikkeld, op basis van een kosten-batenanalyse,
waarmee gestructureerd kan worden afgewogen welke maatregelen het meest
efficiënt zijn;
· er zal een programmering worden opgesteld voor de uitvoering van de
werkzaamheden; getracht zal worden door combinatie van werkzaamheden de
verkeershinder te minimaliseren;
· het internationale reviewteam zal de kwaliteit van de algehele aanpak van de
problematiek toetsen; daarnaast zal het reviewteam de aanpak van enkele
specifieke kunstwerken nader beoordelen;
· de financiële consequenties zullen in kaart worden gebracht en worden betrokken
bij de begrotingsvoorbereiding voor 2009 en verder.
Sluizen en stuwen in het hoofdvaarwegennet
Het is op dit moment niet duidelijk of zich een vergelijkbare problematiek voordoet bij
de sluizen en stuwen in het hoofdvaarwegennet. Om vast te stellen of eenzelfde
situatie zich voordoet bij deze onderdelen van het hoofdvaarwegennet is
Rijkswaterstaat inmiddels gestart met een onderzoek naar de restlevensduur van deze
kunstwerken. Het staat vast dat dit een complexe opgave is, die de nodige tijd zal
kosten. De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en ik verwachten dat de eerste
onderzoeksresultaten hiervan voor het einde van het jaar beschikbaar komen.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Camiel Eurlings
---
RWS/SDG/NW2008/314/61905
Bijlage 2 Samenstelling internationaal forum van experts
Naam Organisatie Functie
Prof. Dr. Ir. J. Walraven Technische Universiteit Delft, hoogleraar
Nederland betonconstructies
(voorzitter)
B. Sadka Highways Agency, Engeland Expert bruggen
Prof. Dr. Ing G. Sedlacek Technische Universiteit Aken, Oud hoogleraar
Duitsland staalconstructies, Lid
Eurocode commissies
Prof. Dr. Ing J. Krieger BAST (Federal Highway research Onderzoeksleider
Institute), Duitsland bruggen
Dipl. Ing J. Naumann Ministerie voor verkeer, Duitsland Hoofd bruggen
Prof. Dr. Ing R. Maurer Technische Universiteit Dortmund, Hoogleraar
Duitsland betonconstructies
Prof. J. Raoul SETRA (Service d'Etudes Techniques Hoogleraar
des Routes et Autoroutes), Frankrijk staalconstructies, Lid
Eurocode commissies
Prof. J. Calgaro CGPC (Conseil General des Ponts et Hoofd bruggen, Lid
Chaussees), Frankrijk Eurocode commissies
Prof T. Vogel ETH-Zurich, Zwitserland hoogleraar
betonconstructies
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat