Rechtbank Utrecht


Vrouwelijke ondernemers verliezen proefproces over zwangerschapsvergoeding

2 april - Verzekeraar Movir maakt geen verboden onderscheid tussen mannen en vrouwen bij het aanbieden van verzekeringen die vergoedingen uitkeren in geval van arbeidsongeschiktheid of zwangerschap. Dat is de uitkomst van een proefproces dat was aangespannen door een groep vrouwelijke (tand)artsen en advocaten, de VNVA en de stichting proefprocessenfonds Clara Wichmann.

De eisers stelden zich (onder meer) op het standpunt dat verzekeraar Movir in strijd handelde met de Algemene wet gelijke behandeling en de richtlijn van de EU, door vrouwen uit te sluiten van de voordelen van een normale arbeidsongeschiktheidsverzekering, door tijdens de zestien weken durende periode van een zwangerschapsverlof geen uitkering te verstrekken. Vrouwen moeten hiervoor een aparte verzekering afsluiten, die recht geeft op een vergoeding bij zwangerschap. Ook moeten vrouwen al minstens twee jaar verzekerd zijn voordat ze recht hebben op deze vergoeding.

De rechtbank wees de vorderingen af. De verzekeraar hanteert voor zowel mannen als vrouwen dezelfde definitie van arbeidsongeschiktheid, zodat van een direct onderscheid geen sprake is. Ook van indirect onderscheid (door zwangerschap niet als arbeidsongeschiktheid aan te merken) was geen sprake. ,,Naar het oordeel van de rechtbank zijn zwangerschap en ziekte verschillende gesteldheden en valt zwangerschap niet onder arbeidsongeschiktheid , ook al zullen vrouwen in een - beperkte - periode rondom de bevalling conditioneel niet in staat zijn om te werken.'' Van een objectieve medische onderbouwing waaruit blijkt dat vrouwen gedurende de zestien weken van een zwangerschapsverlof niet kunnen werken is de rechtbank niet gebleken.

LJ Nummer

BC8320

Bron: Rechtbank Utrecht
Datum actualiteit: 2 april 2008 Naar boven