kamerstuk.
Beantwoording vragen van het lid Van der Staaij over de golf van Arabische haatzaaiende, antisemitische cartoons (http://www.minbuza.nl:80/nl/actueel/brievenparlement,2008/04/Beantwoording-vragen-van-het-lid-Van-der-Staaij-ov.html) 01-04-2008 |
Samenvatting:
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld
door het lid Van der Staaij over de golf van Arabische haatzaaiende,
antisemitische cartoons. Deze vragen werden ingezonden op 10 maart 2008 met
kenmerk 2070814240.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van
Buitenlandse Zaken, op vragen van het
lid Van der Staaij
(SGP) over de golf van
Arabische haatzaaiende, antisemitische cartoons.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de golf van bijzonder antisemitische cartoons in de
Arabische media (onder meer in Jordanië, Syrië, Iran, Egypte en de Golfstaten)?
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u deze Arabische propaganda, waarbij wordt aangezet tot haat
richting joden en Israël?
Antwoord
Aanzetten tot haat richting bepaalde landen of etnische, religieuze en andere
bevolkingsgroepen keur ik ten zeerste af. Iedereen die een beroep doet op de
vrijheid van meningsuiting heeft de verantwoordelijkheid zich rekenschap te
geven van de consequenties die zijn of haar woorden kunnen hebben.
Vraag 3
Bent u bereid om de ambassadeurs uit de betreffende Arabische landen hiervoor
ter verantwoording te roepen?
Vraag 4
Bent u voorts bereid om uw afschuw over deze cartoons expliciet kenbaar te maken
aan de betreffende Arabische staten? Langs welke kanalen gaat u dit doen? Wilt u
dit aspect ook in internationaal verband aan de orde stellen? Welke
consequenties moet het in uw ogen hebben, indien de betreffende landen weigeren
op te treden tegen dergelijke haatzaaiende propaganda?
Antwoord
Waar de gelegenheid zich voordoet, zal ik mijn verontrusting over deze
cartoons delen met en met de autoriteiten van de desbetreffende landen. In
internationaal verband zijn met name initiatieven als de Alliance of
Civilizations van belang, die er voor zorgen dat middels interculturele dialoog
wordt bijdragen aan wederzijds begrip en goede betrekkingen tussen
bevolkingsgroepen en mensen met een verschillende sociale, culturele en
religieuze identiteit. In dit kader zal ik mijn ambtgenoten, andere autoriteiten
en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld blijven motiveren om
samen de voedingsbodem van polarisatie en extremisme te beperken. Dit
niettegenstaande, moet worden vastgesteld dat ambassadeurs of hun regeringen
meestal niet verantwoordelijk gehouden kunnen worden voor de betekenis of de
inhoud van cartoons of andere publicaties in hun land van mensen die gebruik
maken van hun vrijheid van meningsuiting.
---
Ministerie van Buitenlandse Zaken