ChristenUnie
'De échte fitna is of het ons lukt te functioneren als een
nationale gemeenschap'
dinsdag 01 april 2008 17:06 "De film valt mee, las ik in veel
reacties. Dat snappen wij niet. Het is een aaneenschakeling van
gruwelijke beelden. Het blijft schokkend en afschuwwekkend te zien wat
er gebeurt als mensen religie misbruiken, ter legitimatie van haat en
geweld," zegt Arie Slob over de film van Wilders, in het gelijknamige
debat dat vandaag plaatsvindt.
Arie Slob: "Tijdens de voorbereiding van dit debat werd ik getroffen
door twee interviews. Afgelopen zaterdag: een gesprek met de Iraniër
Daniel Shayesteh in het Nederlands Dagblad. Ooit was hij fanatiek
aanhanger van ayatollah Khomeiny, lid van de Hezbollah. Op een bepaald
moment echter viel hij in ongenade. De Revolutionaire Garde zette hem
in de dodencel. Hij ontsnapte en ontvluchtte Iran. Als overtuigd,
belijdend moslim werd hij door een islamitisch bewind met de dood
bedreigd.
In Turkije werd Shayesteh christen; nu woont hij in de Verenigde
Staten en Australië. ,,Ik wil mensen wakker schudden", zegt hij in het
interview. ,,Nee, er is geen geheim complot waarbij een handvol
moslimgeestelijken aan de touwtjes trekt. Het geheim is de geest van
de islam, die vol zit met verborgen waarden." Shayesteh wijst op een
land als Saudi-Arabië dat miljoenen dollars spendeert aan moskeeën in
West-Europa, maar waar grote onverdraagzaamheid heerst tegenover
andersdenkenden. Christenen mogen niet eens hun Bijbel meenemen als ze
naar dat land reizen.
Een ander interview: in het dagblad Trouw van gisteren. De Marokkaanse
grootvader en kleinzoon Hashmi uit Amsterdam-Slotervaart kijken samen
naar de film Fitna. Kleinzoon Hicham ziet de film als een grap.
Grootvader Habib is het daar niet mee eens. Bij het zien van de
gruwelijke beelden krijgt hij zelfs tranen in de ogen. 'Die
ontvoerders en terroristen zijn geen moslims. Dát zijn pas varkens!',
zegt hij.
Ik moest aan deze twee interviews denken bij de voorbereiding van dit
debat. Een uniek debat in de geschiedenis van onze parlementaire
democratie. We debatteren over de regeringsverklaring die volgde op
een internetfilmpje dat door één van onze Kamerleden is gemaakt.
In de periode voor de publicatie van Fitna heeft u mijn fractie niet
veel over dit filmproject gehoord. Het leek ons niet zinvol te
oordelen over iets dat alleen nog maar in suggestie en speculatie
bestond. Wel heb ik erop gewezen dat het recht op vrije meningsuiting
ook de plicht met zich meebrengt, daar verantwoord mee om te gaan.
Parlementair viel er al die maanden niet te debatteren over de
fantoomfilm Fitna. Maar het is goed dat het kabinet intussen wél,
voorafgaand aan de publicatie, zijn bestuurlijke verantwoordelijkheid
nam. Kan de MP ook aangeven hoe het kabinet de situatie nu, na
uitzending van de film taxeert? Ook als het gaat om de internationale
contacten die er in de afgelopen dagen zijn geweest?
De film valt mee, las ik in veel reacties. Dat snappen wij niet. Het
is een aaneenschakeling van gruwelijke beelden. Ook al heb je ze
eerder gezien, het blijft schokkend en afschuwwekkend te zien wat er
gebeurt als mensen religie gebruiken, beter gezegd: misbruiken, ter
legitimatie van haat en geweld. De verschrikkelijke gebeurtenissen in
New York, Madrid en Londen laten zien wat er dan kan gebeuren. En
dichter bij huis geldt dat ook voor de moord op Theo van Gogh.
In de lijn van de Iraniër Shayesteh zeg ik ook: laten we daarover niet
naïef zijn. De geschiedenis leert ons dat elke ideologie tot
slachtingen kan leiden. Denk aan de libertijnse Jacobijnen, in de tijd
van de Franse revolutie. Wie godsdienst tot ideologie maakt, stelt
zich bloot voor het zelfde gevaar. Het heeft geen zin om deze feiten
te ontkennen. Mijn grootste kritiekpunt op Fitna is echter dat de film
geen recht doet aan al die moslims, ook in Nederland, zoals de
Marokkaan Habib Hashmi, die afstand nemen van alle terreur en geweld
die in naam van de verideologiseerde islam gepleegd worden. Die trots
zijn op het feit dat ze Nederlander zijn, die zich deelgenoot voelen
van onze samenleving en in harmonie en vrede met hun medeburgers
willen leven.
Als portrettist van de Islam schiet filmmaker Wilders stuitend te
kort. Fitna is politieke propaganda van een schadelijke, destructieve
soort. De suggestieve afsluiting - 'binnenkort in Nederland' - is even
provocatief als misleidend, en doet geen enkele handreiking aan
moslims om zich aan onze samenleving te verbinden. Juist daarom trof
het me in de afgelopen dagen hoe afgewogen de reacties zijn van veel
Nederlandse moslims en de organisaties die hen vertegenwoordigen. Zij
hebben zich niet of nauwelijks laten provoceren: dat is een compliment
waard.
Het is onze opdracht om, zonder achteloos voorbij te gaan aan de
radicale en gewelddadige gestalten van de islam, de moslims in
Nederland blijvend bij onze samenleving te betrekken. Niet uitsluiten,
niet onnodig van ons verwijderen, maar insluiten. Mensen duidelijk
maken dat er binnen de kaders van onze democratische rechtsstaat - die
zijn niet onderhandelbaar! - ook voor hen ruimte is om hun leven in te
richten zoals zij dat willen, met inbegrip van hun religie. Dat geldt
ook voor die kleinzoon van Habib Hashmi uit Amsterdam-Slotervaart over
wie, zo bleek in Trouw, zoveel zorgen zijn. Het laatste wat moet
gebeuren, is dat jongeren als Hicham verder radicaliseren. Zich verder
vervreemden van onze Nederlandse samenleving. Ondanks het feit dat ze
hier geboren en getogen zijn.
Mijn fractie betreurt het dat Fitna geen begin bevat van een oplossing
voor de problemen die er zijn op punt van integratie. In de verklaring
van de MP lezen we dat de Nederlandse regering staat voor een
samenleving waarin vrijheid en respect hand in hand gaan. Ook wordt
gesproken over het slaan van bruggen en het werken aan vertrouwen.
Over het overwinnen van vooroordelen. Deze woorden sluiten aan bij de
stevige paragraaf over integratie die in het coalitieprogramma is
opgenomen: een deltaplan inburgering, het wegwerken van
taalachterstanden, het streven naar arbeidsparticipatie maar ook
maatschappelijke participatie, een handvest van verantwoord
burgerschap, het tegengaan van discriminatie en noem maar op (pag. 27
en 28). Actueler dan ooit. Graag hoor ik van de regering hoe het staat
met de uitwerking van deze afspraken.
De échte fitna (dat is beproeving, test) voor de Nederlandse
samenleving, is of het ons lukt om ondanks alle verscheidenheid - al
dan niet religieus bepaald - te functioneren als een nationale
gemeenschap. We zoeken shalom voor de stad, shalom voor ons land,
shalom voor de wereld. Dat mag ook tot uitdrukking komen in
internationale contacten, met landen die de mensenrechten schenden en
waar gelovige christenen, joden en moslims gebukt gaan onder een
totalitair ideologisch regime.
Shalom, vrede. Eenheid in verscheidenheid. Juist daarin lag ook in het
verleden de kracht van onze natie. Dat mag het ook voor de toekomst
zijn. Het is zelfs een individuele opdracht voor iedere burger, zoals
het VN-verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten treffend
verwoordt: `Uit hoofde van de plichten die een ieder heeft tegenover
anderen en tegenover de gemeenschap waartoe hij behoort'. Ik wens
iedere burger van dit land toe dat hij of zij zich van deze
verantwoordelijkheid bewust is."