Persbericht 1 april 2008
Nederlandse en Duitse minister ontvangen rapport:
Betere treinverbinding Duitsland mogelijk
De spoorverbindingen voor personenvervoer tussen Zuid- Nederland
en Duitsland kunnen en moeten drastisch worden verbeterd.
Gedeputeerde C. Steffens afgelopen maandag 31 maart het rapport
âHST Cross border Connect, Business cases railverbindingen
Eindhoven-Duitslandâ officieel aan verkeersminister C. Eurlings en
zijn Duitse collega Olivier Wittke uit Nordrhein-Westfalen
aangeboden. Dit vond plaats tijdens een conferentie over dit
onderwerp in de âKennispoortâ in Eindhoven.
In bijzijn van tientallen bestuurders uit Noord Brabant, Limburg
en Nordrhein-Westfalen hebben de beide ministers het belang
onderstreept van verbeterde spoorverbindingen tussen beide landen
en ook alle ondersteuning toegezegd om dit met name technisch en
juridisch mogelijk te maken. De feitelijke uitwerking zal vooral
in nauwe samenwerking tussen provincies, regioâs , Duitse
Verkehrsverbunde en spoorvervoerders zoals NS en DB moeten
plaatsvinden.
Alle aanwezigen uit zowel Nederland als Duitsland spraken zich
unaniem uit voor een intensieve samenwerking, die uiteindelijk
moet leiden tot die verbeterde verbindingen.
Nederland en Duitsland zijn geen eilanden in Europa meer.
Economieën verweven zich steeds sterker met elkaar. Dit gaat
gepaard met steeds meer fysieke relaties over de landsgrenzen
heen. Vooral in zuidelijk Nederland is de oriëntatie op de
omringende landen, van oudsher al aanwezig, in de afgelopen jaren
sterk gegroeid (zie Brainport, Greenpoort, MHHAL).
Grensoverschrijdende automobiliteit is sterk toegenomen, over het
spoor is die sterk achtergebleven. Noodzakelijke
productvernieuwing voor de grensoverschrijdende verbindingen bleef
achter als gevolg van onder meer: interne nationaal gerichte
oriëntatie van de spoornetwerken, afwijkende technische systemen,
afwijkende financiering en tariefstelsels. Daarom kan het huidige
lage comfortniveau en lage gebruiksgemak van met name
interregionale grensoverschrijdende treinen de concurrentie met de
auto niet aan. En toch zijn we in toenemende mate Europees
georiënteerd en neemt de weerstand om grenzen te passeren alleen
maar af.
De studie HST Cross border Connect Businesscases wil duidelijk
maken dat de potentie voor grensoverschrijdend spoorvervoer veel
groter is dan nu uit de huidige reizigersaantallen blijkt. Zonder
grote investeringen te doen in nieuwe infrastructuur is het met
relatief eenvoudige middelen mogelijk tot een veel aantrekkelijker
treinproduct te komen, dat over grotere afstand stedelijke regioâs
in Nederland en Duitsland met elkaar verbindt. En dit zonder in
directe concurrentie te komen met de grensoverschrijdende lange
afstand HSL lijnen. Er kan een complementair grensoverschrijdend
spoornetwerk ontstaan dat het Nederlandse hoofd spoornetwerk op
meer directe wijze koppelt met het omvangrijke Duitse ICE netwerk.
Hiervan kunnen zowel de Duitse als Nederlandse regioâs economisch
profijt hebben.
Om dit doel te bereiken is allereerst het politieke inzicht en de
politieke wil nodig om hierin concrete stappen te zetten.
Vervolgens moeten samenwerkingsverbanden worden gecreëerd tussen
vervoersautoriteiten, vervoerders, netbeheerders, regionale en
provinciale overheden, nationale en deelstaat overheid.
Alleen dan kunnen alle praktische, technische, financiële en
juridische aspecten tot een kansrijk treinproduct leiden.
Deze conferentie diende er dan ook vooral voor de
politiek/bestuurlijke wil uit te spreken om dergelijke
verbindingen te willen realiseren, de bereidheid te tonen tot
samenwerking tussen betrokken actoren om problemen tot een
oplossing te brengen, en tot slot de eerste stappen te zetten in
uitwerkingsprojecten met gebruikmaking van Europese
investeringsbijdragen.
Met de duidelijke uitspraken van beide ministers en alle andere
aanwezige bestuurders, het ondertekenen van een âTableau van
Samenwerkingâ en het signeren van een concreet
investeringsprogramma RoCK in het Europese Interreg IVB programma,
zijn waardevolle stappen gezet naar de realisering van de
spoorverbindingen.
Download het eindrapport(PDF-bestand)
Bezoekadres:
Stadskantoor, Stadhuisplein 10
route
Postadres:
Postbus 90150, 5600 RB Eindhoven
Klanten-
ContactCentrum
tel. 040-238 60 00
of stuur een e-mail
deze pagina printen
mail deze link door
Gemeente Eindhoven