Universiteit van Tilburg 1 april 2008
Pensioenfondsen moeten meer naar leeftijd indexeren
Inaugurele rede hoogleraar Economie Collectieve Pensioencontracten
Eduard Ponds
De deelnemersbestanden van veel Nederlandse pensioenfondsen zullen in
de komende jaren vergrijzen. Het relatieve belang van ouderen zal
steeds groter worden. Een conservatief financieringsbeleid gericht op
indexatiezekerheid op de korte termijn is echter niet zo aantrekkelijk
voor jongere deelnemers. In zijn oratie op vrijdag 11 april a.s. doet
Eduard Ponds een voorstel om inzichten rond 'optimal lifecycle
planning' te integreren in de collectieve pensioenregelingen van de
Nederlandse pensioenfondsen. Hij aanvaardt het hoogleraarsambt aan de
Universiteit van Tilburg met de rede Naar meer jong en oud in
collectieve pensioenen. Voorafgaand aan de oratie vindt tevens een
symposium plaats over pensioenbeleid met onder meer Jean Frijns (VU),
Arnoud Boot (UvA), Theo Kocken (Cardano) en Olaf Sleijpen (APG).
De collectieve pensioenregelingen van Nederlandse pensioenfondsen
kennen in grote lijnen dezelfde financieringsopzet: uniforme
pensioenopbouw, uniform indexatiebeleid, uniform beleggingsbeleid,
uniforme premie en collectieve risicodeling. Hoewel het Nederlandse
pensioensysteem alom waardering oogst, maakt de vergrijzing de tijd
rijp om naar een naar leeftijd gedifferentieerd financieringsbeleid te
gaan dat zowel jonge als oudere deelnemers optimaal kan bedienen. Het
principe hiervan is gebaseerd op de zogenaamde optimal lifecycle
planning. Deze benadering houdt in dat jonge deelnemers aan het begin
van hun carrière juist veel aandelenrisico moeten aangaan, uit het
oogpunt van risicospreiding tussen menselijk kapitaal (toekomstig
inkomen uit arbeid) en financieel kapitaal (pensioenvermogen, eigen
financieel vermogen). Jongeren kunnen namelijk meer risico nemen omdat
er nog voldoende tijd is om bij te sturen als het mis gaat. Ouderen
zouden, met het oog op pensioen- en inkomenszekerheid, juist minder
risicovol moeten beleggen.
Aanpassing indexatiesystematiek
In zijn oratie doet Eduard Ponds een concreet voorstel om de inzichten
van optimal lifecycle planning te integreren in de collectieve
pensioenregelingen van de Nederlandse pensioenfondsen. Het voorstel is
in essentie een aanpassing van de indexatiesystematiek. Nu is bij veel
pensioenfondsen de jaarlijkse indexatie van de opgebouwde aanspraken
gekoppeld aan de cao-loongroei van de bedrijfstak of van de
onderneming achter het pensioenfonds. Eduard Ponds stelt voor om de
indexatie deels te relateren aan het gerealiseerde beleggingsrendement
van het pensioenfonds. Hierbij wordt gedifferentieerd naar leeftijd.
In overeenstemming met de inzichten van optimal lifecycle planning
wordt daarbij de indexatie van jongere deelnemers grotendeels of
geheel gekoppeld aan het gerealiseerde beleggingsrendement. Met het
ouder worden van de deelnemer neemt het relatieve belang van het
rendementsdeel gestaag af en neemt het loongerelateerde deel van de
indexatie toe. Met dit voorstel kunnen de risicoprofielen van jonge en
oudere deelnemers in overeenstemming worden gebracht met de
aanbevelingen van optimal lifecycle planning, terwijl de bewezen
voordelen van collectiviteit en risicodeling behouden blijven.
Prof. dr. Eduard H.M. Ponds (1958, Lievelde) studeerde Algemene
Economie aan de Universiteit van Tilburg. Na zijn studie werkte hij
acht jaar als universitair docent aan de Faculteit Economische
Wetenschappen van de Open Universiteit. Vanaf 1995 werkte hij bij het
pensioenfonds ABP, achtereenvolgens als actuaris, senior researcher
vermogensbeheer, coördinator Strategie en thans als hoofd onderzoek
bij de directie Financiën van APG (Algemene Pensioen Groep), dat sinds
1 maart 2008 de pensioenregeling van ABP uitvoert. Tevens bleef hij
doceren, onder meer aan de Universiteit van Tilburg en de Universiteit
van Amsterdam. Sinds 1 september 2007 heeft hij een parttime
aanstelling aan de Universiteit van Tilburg. Zijn leerstoel is
ondergebracht bij Netspar, het Network for Studies on Pension, Aging
and Retirement onder leiding van onder anderen prof. Lans Bovenberg,
en bij het Departement Economie van de Universiteit van Tilburg. De
leerstoel wordt gefinancierd door pensioenfonds ABP en Netspar.
Universiteit van Tilburg