Toespraak op de PPS-dag
Toespraak | 20-03-2008 | Utrecht | de secretaris-generaal van Verkeer
en Waterstaat Wim Kuijken
Alleen de uitgesproken tekst geldt.
Dames en heren,
Het is me een genoegen om hier vandaag aanwezig te zijn. Ten eerste
omdat ik PPS een warm hart toe draag, en ten tweede omdat we het
vandaag in het bijzonder over natte infrastructuur hebben. Dat is toch
nog een beetje het ondergeschoven kindje van PPS. Goed te zien dat er
meer mensen zijn die zich hiervoor interesseren. En gezien het feit
dat het vandaag Wereldwaterdag is, is het ook nog eens heel
toepasselijk dat we het over een watergerelateerd onderwerp hebben.
PPS biedt mijns inziens een aantal voordelen. We betrekken het
bedrijfsleven eerder bij projecten. Zo profiteert de overheid maximaal
van de kennis en creativiteit van de markt. Dit moet leiden tot betere
oplossingen en een betere risicoverdeling. De risico's worden
toebedeeld aan de partij die ze het beste kan beheersen. Voor de
marktpartij betekent dat deze ook de tools in handen heeft om dat te
doen. Ook kan PPS in sommige gevallen leiden tot een versnelling van
projecten, omdat de zakelijke overeenkomsten die gesloten worden
tussen overheid en bedrijfsleven alle partijen aanzetten tot
snelheid.
Maar er is nog een reden om PPS te gebruiken, indien mogelijk. Deze
reden overkoepelt de andere voordelen als het ware. PPS stelt namelijk
alle betrokken partijen in staat om datgene te doen, waar zij het
beste in zijn. U bent misschien bekend met de vernieuwing, de
rijksbrede beweging om de overheid strakker, kernachtiger te
organiseren. PPS is mede een instrument voor het helpen bereiken van
dat doel omdat het ons in staat stelt precies dát te doen wat onze
kerntaak is: vanuit de publieke verantwoordelijkheid toedelen van
middelen ten behoeve van het maatschappelijk te bereiken effect. Het
`wat'. Tegelijkertijd stelt het de marktpartij in staat te doen wat
zij het beste kunnen, het `hoe', namelijk uitvoeren en resultaat
boeken ten behoeve van de continuïteit ter ontwikkeling van het
ondernemersschap.
Bij droge infrastructuur is PPS aardig ingeburgerd. Het wordt niet
altijd toegepast, dat hoeft ook niet, maar er wordt in ieder geval
over nagedacht. Bij `nat' slaat het nog niet zo aan. Dat zou je kunnen
zien als de ironie van de geschiedenis, want vóór de 19e eeuw was
bijna alle natte infrastructuur in private handen. In de 19e eeuw
verschoof het evenwicht naar publiek-privaat, en u weet allemaal hoe
het er in de 20ste eeuw voorstond. De balans was helemaal verschoven
naar publiek. Tegenwoordig proberen we die zoetjesaan richting
publiek-privaat te verschuiven. Een mooi voorbeeld van die historische
ontwikkeling is het Noordzeekanaal. In de 19e was het de grootste
Nederlandse concessie, later kwam het kanaal volledig in handen van de
overheid. Tegenwoordig kijkt de provincie weer of ze het onderhoud aan
de markt kunnen uitbesteden.
En er lijken meer mogelijkheden te zijn. Kijk maar naar het
PPS-traject dat voor de Afsluitdijk in gang is gezet: mobiliteit,
duurzame energie ontwikkeling, toerisme, recreatie en misschien zelfs
wonen combineren met - natuurlijk - een grotere veiligheid. Het is
niet gezegd dat het allemaal gaat gebeuren, maar we durven in ieder
geval weer eens `over de dijk' heen te kijken.
Om PPS ook bij `nat' van de grond te tillen, kunnen we leren van de
ervaringen opgedaan bij PPS in de droge infrastructuur. Bij droge PPS
zijn ze verder met het vragen van een service, een dienst, in plaats
van een bepaald product. Dit helpt de rollen overheid en privaat meer
in balans te brengen. Een dienst uitvragen betekent dat de overheid
`functioneel moet specificeren', een mooie woordcombinatie voor: weten
wat je wilt, in plaats van zeggen hoe het eruit moet zien.
Maar ook andersom valt er ook een en ander te leren. Daar waar de
droge infrastructuur nog worstelt met lijninfra in combinatie met
gebiedsontwikkeling, zoals bij de A27, zijn in de `natte omgeving' al
voorbeelden van integrale gebiedsontwikkeling. Water heeft de laatste
jaren niet meer alleen een functie in het kader van veiligheid maar
óók een belangrijke functie in de ruimtelijke ontwikkeling van een
gebied. Integraal betekent hier het vinden van een juiste combinatie
van verschillende functies binnen één gebied.
PPS in de natte sector lijkt heel goed mogelijk. We hebben de laatste
jaren al een paar mooie voorbeelden gezien. Ik noemde net al de gang
van zaken rondom de Afsluitdijk, waarvan ik natuurlijk hoop dat het
over een aantal jaar een succesvol voorbeeld van natte PPS is. Maar
denk aan de Grensmaas, de natuurlijke grens tussen Belgisch en
Nederlands Limburg. Hier gaan veiligheid, binnenvaart,
natuurontwikkeling en commercieel belang hand in hand in één groot
project. Of de Blauwestad waarvan mensen nu al zeggen `Ik wist niet
dat Groningen zo mooi kon zijn'. Dit is een goede combinatie van
water, natuurontwikkeling en wonen. Maar ook de gemeente Kampen,
vandaag aanwezig, met zijn Bypass en zeehaven, waarvan de laatste een
sprekend voorbeeld is van publiek-private samenwerking in één
rechtspersoon. Harnaschpolder, de eerste PPS
waterzuiveringsinstallatie in Nederland is een mooi voorbeeld op een
heel ander terrein.
Dames en heren,
Samenwerken met private partners betekent dat we niet zelf hoeven te
bouwen, maar ons functioneel kunnen toeleggen op de opdrachtgeversrol.
Monitoring en toezicht ligt op ons bordje, de creatieve oplossingen
kan de markt voor haar rekening nemen. Wij zullen wel de vereiste
deskundigheid moeten hebben, behouden of opbouwen om de nieuwe rol
goed uit te voeren. Daar is Rijkswaterstaat hard mee bezig en daar
past een dag als vandaag goed bij.
Dank u wel.
Verwante onderwerpen
* Aanleg en onderhoud vaarwegen
* Publiek-private samenwerking
Ministerie van Verkeer en Waterstaat