Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Bijlage 1: Plan van aanpak om de statushouders die in het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) verblijven aan werk te helpen.

Inleiding
In het kader van de "Regeling afwikkeling nalatenschap oude vreemdelingenwet" mogen 27.500 vluchtelingen in Nederland blijven. Van deze mensen woont minder dan de helft in azc's. Daarnaast verblijven in azc's vluchtelingen die een status hebben gekregen om politieke redenen. De afstand tot de arbeidsmarkt van vluchtelingen is erg groot. Aangezien het kabinet het met de Kamer eens is dat de actieve bemiddeling van statushouders naar werk reeds vanuit het COA moet worden gestart, en de gemeenten hier nog geen verantwoordelijkheid voor dragen, dient er aan deze mensen extra aandacht te worden besteed. Er mag geen kostbare tijd verloren gaan.
Deze extra aandacht moet niet beperkt blijven tot de periode die veel `pardonners' in het COA verblijven maar ook daarna. Er zullen immers altijd asielzoekers met een verblijfstatus tijdelijk in het COA verblijven die ondersteuning nodig hebben.

Motie Spekman
Het lid Spekman (PvdA) heeft bij de begroting van Justitie op 15 november 2007 een motie ingediend (31200-VI, nr. 64) om statushouders aan het werk te helpen. Deze motie is door de Tweede Kamer aangenomen op 27 november 2007. De Kamer verzoekt met deze motie de regering om met een plan van aanpak te komen dat de praktische belemmeringen die statushouders ervaren op weg naar een baan beslecht en om daarbij bestaande initiatieven die beogen vluchtelingen aan een baan te helpen, zoals het banenoffensief vluchtelingen, te betrekken en waar mogelijk financieel te ondersteunen. Staatssecretaris Albayrak heeft deze motie ter uitvoering aan mij overgedragen omdat het onderwerp waar deze motie het over gaat onder mijn beleidsverantwoordelijkheid valt.

In de brief van 25 februari 2008 (kenmerk: 2070809610) heb ik toegezegd dat ik u voor eind maart 2008 zal informeren over de plannen betreffende de uitvoering van de motie. Tijdens het AO over WWB-onderwerpen, d.d. 27 februari 2008 heb ik deze toezegging herhaald. Tevens heb ik uw Kamer toegezegd dat bij de brief van eind maart 2008 de vragen van de heer Spekman gesteld tijdens dit AO meegenomen zullen worden (waaronder een precieze onderbouwing van de raming van de bijstandkosten van de pardonregeling). Daarnaast is toegezegd dat bij de genoemde brief tevens inzicht wordt gegeven in de rol van het CWI bij de uitvoering van het generaal pardon, met name in de G4.

Uitvoering motie Spekman
De eerste noodzaak voor de statushouders is om snel over huisvesting in een gemeente te beschikken. Om er voor te zorgen dat deze kwetsbare groep snel wordt gehuisvest, is per 1 oktober 2007 de Taskforce Huisvesting Statushouders in het leven geroepen onder leiding van Ed Nijpels. Opdrachtgevers zijn de VNG en de ministeries van VROM en Justitie. Ook het COA bemiddelt actief naar (zo goed als mogelijk) passende huisvesting.

Ondertussen zal ik in samenwerking met COA, CWI en VWN de praktische problemen die de statushouders die nog in het COA verblijven om aan de arbeidsmarkt deel te kunnen nemen ervaren, in kaart brengen. Ik zal deze organisaties verzoeken om continue alert te zijn op belemmeringen die zich voor kunnen doen. Ik zal hen vragen deze aan mij te rapporteren. Ik zal er voor zorgen dat de geconstateerde problemen zo veel mogelijk worden opgelost.

Het kabinet wil in lijn met de motie Spekman, de actieve bemiddeling van statushouders naar werk zoveel mogelijk ondersteunen. Daar zal al vanuit het COA mee gestart worden. Daartoe worden ook de bestaande initiatieven ingezet. De aanpak, werkwijze, ervaring en kennis van het huidige banenoffensief voor vluchtelingen zal worden ingezet. Bij de uitvoering van deze motie hebben naast de meest betrokken departementen (SZW, Justitie en WWI) ook CWI, COA, gemeenten en VWN een rol.

Hieronder ga ik het kort in op de rol van CWI, COA, gemeenten en VWN bij de uitvoering van deze motie.

De rol van CWI
Het CWI speelt als partner van het huidige banenoffensief voor vluchtelingen (BOV) een belangrijke rol bij bemiddeling van vluchtelingen naar werk. CWI verleent aan VluchtelingenWerk Nederland en Emplooi faciliteiten bij de arbeidsbemiddeling van vluchtelingen naar werk.

Onder de titel "Van pardon naar werk" hebben op 4 december 2007, het Centra voor Werk en Inkomen (CWI), Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) en VluchtelingenWerk Nederland (VWN) een samenwerkingsovereenkomst ondertekend om binnen een periode van twee jaar 3000 vluchtelingen die in het kader van de "Regeling afwikkeling nalatenschap oude vreemdelingenwet" in Nederland een verblijfsvergunning hebben gekregen en op asielzoekerscentra (azc) verblijven naar werk te begeleiden. De samenwerkingsovereenkomst tussen CWI, COA en VWN werd van kracht op 1 januari 2008 en loopt tot eind 2009. Om deze groep te informeren over de mogelijkheden op werk zijn CWI, COA en het BOV vanaf januari 2008 in alle azc's begonnen met het houden van voorlichtingsbijeenkomsten. Werkzoekenden die zich inschrijven bij het CWI krijgen de mogelijkheid tot het laten waarderen van internationale diploma's, het maken van competentietests en het volgen van workshops.

Voor de CWI- vestigingen waar een opvangcentrum in het werkgebied gevestigd is, stelt het CWI 40 extra formatieplaatsen ter beschikking om de statushouders te bemiddelen naar werk. Met de G4 heeft CWI geen aparte afspraken gemaakt over de statushouders.

Het CWI gaat een uitvoerende rol vervullen en wordt daarmee ook verantwoordelijk voor het realiseren van de doelstelling. Het CWI heeft wel aangegeven dat samenwerking met de andere partners van het huidige BOV daarbij van belang is. De methodiek en kennis van vluchtelingen, in de vorm van maatwerk in de ondersteuning van vluchtelingen, door een unieke combinatie van motivatie en inzet door vrijwilligers, zal via het netwerk van maatschappelijke organisaties in het BOV, aan het CWI gekoppeld dienen te worden. Daarbij is specifieke aandacht voor de hoger opgeleide vluchtelingen noodzakelijk. VWN, Emplooi en UAF hebben een complementaire en ondersteunende rol ten opzichte van het CWI.

De rol van COA
Het COA begeleidt de statushouders die in de opvang verblijven binnen de verschillende fasen in hun verblijf en biedt een voorlichtings- en oriƫnterendprogramma gericht op inburgering en integratie aan.

De rol van gemeenten
Gemeenten vervullen een belangrijke rol als samenwerkingspartner in het hele traject van Inburgering, maatschappelijke begeleiding en (re)integratie. (WI, WMO en WWB). Volgens

het VWN wordt een snelle match van een vluchteling bij een werkgever bemoeilijkt door de bureaucratie en procedures van aanbestedingen bij de gemeenten.

Ik zal de gemeenten verzoeken om met VWN, CWI en COA samen te werken de statushouders zo snel mogelijk aan werk te helpen. In de huidige krapte op de arbeidsmarkt hebben hier alle betrokkenen belang bij. De gemeenten hebben veel mogelijkheden en bevoegdheden om concrete oplossingen op maat te bieden in samenwerking met de andere betrokkenen (CWI's, ROC,s, VWN, etc). Voor de statushouder die in een gemeente worden gehuisvest, kunnen de gemeenten de re-integratiemiddelen inzetten om vluchtelingen deel te laten nemen aan dit project. Met enkele gemeenten is binnen het huidige project banenoffensief voor vluchtelingen hiermee al goede ervaring opgedaan.

Rol VWN
VWN is gevraagd om met een projectplan te komen. Dit projectplan moet voldoende elementen bevatten die recht doen aan de uitvoering van de motie Spekman. Het projectvoorstel zal onder andere de volgende elementen moeten bevatten:
- De huidige infrastructuur van het banenoffensief in de regio's moet worden gecontinueerd om het CWI te faciliteren bij zijn dienstverlening aan de statushouders en de realisatie van de taakstelling om in twee jaar tijd 3000 vluchtelingen naar werk te bemiddelen.
- VWN dient in het kader van het project "Van pardon naar werk" vluchtelingen naar stages, opleidingen, vrijwilligerswerk te bemiddelen. Dit moet als voorbereiding en opstap voor de betaalde baan dienen.

- De partners van banenoffensief moeten de deskundigheid, kennis, ervaring en de methodiek van het banenoffensief aan het CWI en gemeenten overdragen.
- Er dient een ambassadeursnetwerk te worden opgezet dat het CWI kan ondersteunen bij het verkrijgen van vacatures bij werkgevers in de regio, maar ook als wervingskracht kan dienen voor het vinden en bereiken van vluchtelingen.

Ik zal VWN verzoeken een concreet projectvoorstel in te dienen, gericht op het naar werk helpen van statushouders die nog in het COA verblijven.

Kosten van het project om de statushouders aan werk te helpen
De uitvoering van dit projectplan zal gemeenten geen extra geld kosten. De gemeenten zetten hun instrumenten voor de inburgering en re-integratie ten behoeve van deze groep in, in afstemming/samenwerking met VWN, CWI en COA.

De 40 fte's (kosten ongeveer 3 miljoen in 2 jaar) van CWI worden door SZW bekostigd via het algemene budget dat aan CWI is toegekend voor 2008.

Uit de gesprekken met VWN blijkt dat de kosten van dit project uit twee componenten zou bestaan: een organisatiegedeelte en een investeringsbedrag. Het investeringsbedrag (opleidingskosten, extra (vak) taal, begeleidingskosten op de werkvloer, loonkostensuppletie e.d.) kan worden ingezet in overleg tussen de werkgever, de statushouder en de vluchtelingbegeleider. Omdat de gemeenten geen verantwoordelijkheid dragen voor de statushouders die nog in de azc's wonen, is dit investeringsbedrag noodzakelijk om een match te kunnen maken tussen de statushouder en de werkgever.

Over de verdere financiering van dit project ben ik nog in overleg met de betrokken departementen.