Senternovem
01-04-2008 | Energielabel breekt nieuwe markt open voor bouw- en
installatiebedrijven
Ongeveer 50% van de bestaande woningen in Nederland scoort minder dan
het D-label. Als alleen al in de sociale huursector in de E-, F-, en
G-woningen maatregelen worden genomen om de energieprestatie tot
minimaal D-niveau te verbeteren, is daar 2,3 miljard euro voor nodig.
Dit blijkt uit cijfers van SenterNovem, een agentschap van het
ministerie van EZ op het gebied van energie en klimaat. De nog steeds
stijgende energieprijzen zijn volgens SenterNovem een belangrijke
impuls voor de vraag naar energiebesparende maatregelen. Investeren in
energiebesparing is ondertussen een effectieve manier geworden om de
woonlasten te beperken! Met energiebesparing valt dus geld te
verdienen. Niet alleen door huiseigenaren en huurders. Ook bouw- en
installatiebedrijven kunnen geld verdienen door adequaat in te spelen
op de vraag van klanten naar maatregelen om de energieprestatie van
hun huis te verbeteren. Voorwaarde daarbij is wel dat bedrijven in de
branche gaan samenwerken, zodat de klant een totaalpakket aangeboden
kan worden.
Uit onderzoek van Nibud (Nationaal instituut voor Budgetvoorlichting)
en SenterNovem blijkt dat consumenten weinig kennis hebben van welke
maatregelen het meest effectief zijn om het energieverbruik te
verminderen . Ook blijkt dat mensen weinig tijd en zin hebben om zelf
alle partijen bij elkaar te zoeken die nodig zijn om een verbouwing zo
uit te laten voeren dat het ook leidt tot maandelijks lagere
energielasten. In veel gevallen ziet een consument dan af van het
nemen van energiebesparende maatregelen. En dat terwijl consumenten in
principe wel bereid zijn om meer geld betalen voor een zuinig
woonhuis. "Bouw- en installatiebedrijven laten nu dus een deel van de
markt liggen", aldus Hans van Eck van SenterNovem. "Consumenten hebben
behoefte aan brede voorlichting en een geïntegreerd ontwerp. Daarbij
willen ze één aanspreekpunt en goede begeleiding in de uitvoering. Bij
nieuwbouwprojecten is dit meestal wel goed geregeld. Maar bij
renovatie en verbouwingen in de bestaande bouw vaak niet." Inmiddels
zijn er al diverse consortia van bedrijven actief om consumenten
gezamenlijk te benaderen. En met succes, volgens Van Eck. Het levert
de bedrijven meer werk op dan wanneer ze ieder individueel de klant
hadden benaderd. Van Eck: "Het vraagt wel een omslag in denken, want
als bedrijf moet je buiten je eigen product of dienst gaan denken.
Maar het breekt wel nieuwe markten open."
Direct financieel voordeel
Volgens Van Eck levert het nemen van energiebesparende maatregelen
direct financieel voordeel voor bewoners op. Dat spreekt mensen aan.
Als voorbeeld noemt hij een woning die in 2000 is gekocht en in 2007
ingrijpend is gerenoveerd. De investering bedroeg EUR 35.000,-. Het
ging om maatregelen zoals HR++ glas, een zon thermisch systeem en Lage
Temperatuur Verwarming. Dit werd gefinancierd met een klimaathypotheek
tegen een gunstige rente van 4,4 % voor 10 jaar vast. In de nieuwe
situatie zijn de hypotheeklasten iets hoger geworden. Maar door het
verlagen van de energiekosten vallen de totale woonlasten zes procent
lager uit. Dat betekent bij de huidige energieprijzen jaarlijks een
besparing op de woonlasten van bijna 1.200 euro. Als de energieprijzen
blijven stijgen, wordt die besparing op de woonlast in de toekomst nog
veel groter.
Energiebesparingsverkenner
Om bedrijven in de bouw- en installatiebranche te helpen om voor hun
eigen klanten uit te rekenen wat de mogelijkheden en financiële
gevolgen van energiebesparende maatregelen zijn, heeft SenterNovem de
Energiebesparingsverkenner ontwikkeld. De verkenner kan gebruikt
worden om de effecten van energiebesparende maatregelen op de
woonlasten in beeld te brengen. De verkenner geeft een indicatie van
het energielabel en geeft aan welke maatregelen kunnen zorgen voor een
verbetering van dat energielabel. Het instrument geeft een indicatie
van de investeringskosten enerzijds en wat dat oplevert aan
energiebesparing anderzijds. Met de verkenner speelt een bouw- of
installatiebedrijf niet alleen in op de vraag naar meer ruimte, andere
kozijnen of een gezonder binnenmilieu, maar wordt die vraag gekoppeld
aan hoe je prettiger kunt wonen voor minder geld.