BouwNed
Stimuleer voortgang PPS-projecten
20-02-2008
Bouwend Nederland maakt zich zorgen over de voortgang van
publiek-private samenwerking bij grote bouwopgaven in de
infrastructuur. Ondanks een aantal goede voorbeelden van geslaagde
PPS-projecten, staan overheden nog niet te trappelen. Bouwend
Nederland-voorzitter Elco Brinkman heeft de Commissie Ruding, die zich
buigt over de private financiering van infraprojecten, dan ook
gevraagd de voortgang van PPS-projecten te stimuleren.
De Commissie Ruding heeft tot taak om de kansen van private
financiering van infrastructuur in beeld te brengen en daarover op 31
maart te rapporteren aan het kabinet. Eind januari werd Brinkman door
de commissie gehoord. Dat PPS kan, bewijst het buitenland. In het
Verenigd Koninkrijk (hét PPS-land bij uitstek) zijn de afgelopen 10
jaar circa 620 PPS-contracten afgesloten met een totale waarde van 85
miljard euro, waarvan 35 miljard in de infrastructuur. Ook de
PPS-projecten die tot nu toe in Nederland zijn uitgevoerd, bewijzen
stuk voor stuk dat PPS werkt. Alle projecten kwamen steeds binnen het
budget en eerder dan gepland gereed. De belangrijkste voordelen liggen
op het gebied van kostenbesparing, tijdwinst, hoogwaardige oplossingen
en risicobeheersing.
Geen dealflow
Het is nu zaak te zorgen voor een dealflow, zo hield Brinkman de
commissie voor. Maar een aantal hardnekkige mythen, gebrek aan een
`sense of urgency', hoge transactiekosten en politieke onwil staan dat
kennelijk nog in de weg.
Ondanks alle inspanningen van de afgelopen jaren loopt het niet storm
aan PPS-projecten, zo hield Brinkman de commissie voor. Wat opvalt, is
dat van de 12 projecten die de Taskforce PPS in 2005 aanwees, een
aantal al tijden is vertraagd. Belangrijkste oorzaak daarvan is dat
wet- en regelgeving op het gebied van ruimtelijke ordening en milieu
blijkbaar nog niet zijn ingericht op het tijdig en kosteneffectief
realiseren van PPS-projecten. Ook de Tracéwet gooit roet in het eten
omdat deze de keuzevrijheid in de ontwerp- en voorbereidingsfase
beperkt. Dat alles maakt voor de deelnemende partijen het PPS-proces
er niet gemakkelijker op. "Het duurt lang voordat private partijen,
die een vroegtijdige samenwerking zijn aangegaan met
overheidspartijen, zekerheid hebben", aldus Brinkman.
Een ander obstakel voor het op gang komen van een dealflow is de
financiële ondergrens waarbij de PPS-potentie van een project wordt
onderzocht. In Nederland ligt die grens op 112,5 miljoen euro. In
Engeland ligt die grens bijvoorbeeld veel lager, waardoor bedrijven
meer gewend zijn aan PPS-constructies en het wiel niet telkens opnieuw
hoeft te worden uitgevonden.
Niet somber
Toch is Bouwend Nederland niet somber over de kansen van PPS,
integendeel. Zeker in de infrastructuur is de interesse van
institutionele beleggers groot. En de opgaven om de mobiliteit in
Nederland vlot te trekken, zijn talloos, zo blijkt ook uit de Nota
Mobiliteit. Daarom deed Brinkman de Commissie Ruding enkele suggesties
aan de hand om PPS te stimuleren. Zo zou het Rijk een vastomlijnde
PPS-doelstelling voor de komende tien jaar moeten formuleren.
Bovendien moeten politieke en publieke bestuurders daadkracht tonen om
nieuwe ontwikkelingen op PPS-gebied vlot te trekken. En ten slotte
zouden de transactiekosten op voorhand moeten worden verlaagd,
bijvoorbeeld door een minder belastende en selectievere inzet van het
instrument marktconsultatie.