Beantwoording vragen van het lid De Roon over Europese samenwerking met
Libië
31-03-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door het lid De Roon over Europese samenwerking met Libië.
Deze vragen werden ingezonden op 19 maart 2008 met kenmerk 2070815090.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, op
vragen van het lid De Roon (PVV) over Europese samenwerking met Libië
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de uitlating van president Khadaffi van
Libië, dat Afrikaanse regeringen geen hulp moeten aannemen van
westerse landen als daaraan voorwaarden voor democratisering zijn
verbonden? 1)
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat deze uitlating voldoende reden is om alle
samenwerking tussen de EU en Libië te verbreken? Zo neen, waarom niet?
Vraag 3
Wilt u binnen de EU bepleiten dat aan Libië de waarnemersstatus bij
het European-Mediterranean-Partnership moet worden ontnomen en dat de
Europese Commissie haar recente voorstel om onderhandelingen over een
raamovereenkomst met Libië te starten, in de prullenbak moet gooien?
Zo neen, waarom niet? Zo ja, wat gaat u doen?
Antwoord
Ik deel die mening niet. In de EU is het streven gericht op het
aanhalen van de betrekkingen met Libië, zoals onder meer is neergelegd
in de Raadsconclusies van oktober 2004 en oktober 2007.
Met de ontmanteling van het programma voor ontwikkeling van
massavernietigingswapens, de overeenstemming over compensatie van
slachtoffers van aanslagen en de oplossing in de Benghazi-kwestie in
juli 2007 heeft Libië aan belangrijke voorwaarden voldaan voor
verbetering van de betrekkingen tussen de EU en Libië.
Aan de betrekkingen tussen de EU en Libië kan met een
raamwerkovereenkomst vorm worden gegeven, die dan als kader zal dienen
voor politieke en economische samenwerking met Libië. Nederland zal
zich er hierbij voor inzetten dat een volwaardige politieke dialoog
met Libië onderdeel zal uitmaken van de raamwerkovereenkomst. In het
voorstel van de Commissie voor een onderhandelingsmandaat is opgenomen
dat democratisering, respect voor mensenrechten en fundamentele
vrijheden, non-proliferatie en terrorismebestrijding deel uit zouden
moeten maken van de politieke dialoog. Dit geeft aan dat ook aan de
EU-samenwerking met Libië nadrukkelijk voorwaarden inzake
democratisering zijn verbonden. Nederland steunt dit voorstel en acht
deze elementen essentieel in een politieke dialoog met Libië.
1) Algemeen Dagblad, 18 maart 2008
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken