Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Kamerbrief Motie-Graus IWC

31 maart 2008 - kamerstuk

Directie Landbouw

De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal


Postbus 20018

2500 EA 's-GRAVENHAGE

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum

DN. 2008/1022 31 maart 2008

onderwerp bijlagen

Motie-Graus IWC

Geachte Voorzitter,

Op 18 maart jl. is de motie-Graus over het aan Japan kenbaar maken dat malafide prak- tijken niet worden getolereerd (Kamerstuk 31 200 XIV, nr.200) in uw Kamer aangenomen. De heer Graus heeft verzocht om een reactie over de wijze waarop de motie wordt uitgevoerd.

De motie verzoekt het kabinet onmiddellijk tot actie over te gaan tegen deze malafide praktijken door Japan kenbaar te maken dat de walvisjacht en de afslachting van dolfijnen door ons land niet wordt getolereerd en enig voorstel dat neigt naar afschaffing van het moratorium niet te steunen.


1. Actie ten opzichte van Japan In mijn brief van 3 maart 2008 (31200 XIV, nr. 183) heb ik de Kamer uitgebreid bericht over de Nederlandse acties die ondernomen zijn, waarbij Japan is aangesproken op zijn weten- schappelijke walvisvangst. Zoals ik ook in het debat heb aangegeven, zijn dit soort politie- ke en diplomatieke acties de pressiemiddelen die we tot onze beschikking hebben.

Zoals ik in het debat in de Kamer duidelijk heb uiteengezet, ben ik tegen de walvisjacht en voor een moratorium. Mijn uiteindelijke doel is dat de walvisjacht in het geheel beëindigd wordt. Op weg naar dat uiteindelijke verbod wil ik zoveel mogelijk walvissen beschermen tegen die jacht. In het huidige moratorium zitten gaten waardoor er toch nog veel wal- vissen gejaagd worden. Ik wil toe naar een betere situatie - een tussenstap - waarbij minder walvissen gedood worden. In die tussentijd blijf ik het moratorium onverkort steunen tot het moment waarop een nieuw voorstel van kracht wordt waarbij het zeker is dat er meer walvissen gered worden. Kortom, geen oude schoenen weggooien voordat er nieuwe en betere zijn.

Binnen IWC-kader
Om verbetering in pressiemiddelen aan te brengen, wil ik in de onderhandelingen binnen IWC-kader komen tot een sanctiemechanisme, waarbij overtreders daadwerkelijk gestraft kunnen worden.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 31 maart 2008 DN. 2008/1022 2

Hiervoor zijn juridisch bindende afspraken nodig omtrent het internationaal onder controle brengen van de walvisvaart, het stoppen met de wetenschappelijke walvisvaart en het instellen van een nalevingsysteem met internationale controle via Global Positioning System (GPS). Het uiteindelijke doel is hierbij het volledig stopzetten van de walvisjacht.

Gezamenlijk optreden Europese Unie
Daarnaast wil ik dat de Europese Unie (EU) in gezamenlijkheid in de IWC gaat optreden. Samen staan we sterker voor de bescherming van de walvis. Met een eensgezinde positie kunnen de EU-lidstaten hun politiek en economisch gewicht in de IWC-schaal leggen. Ik hoop dat een versterkte EU-cöordinatie ertoe zal leiden dat ook de overige zeven EU- lidstaten tot de IWC toetreden. Mijn insteek in de EU is ook dat ik het moratorium blijf steunen, maar tegelijkertijd zal ik me ervoor inzetten om binnen de gemeenschappelijke positie voldoende speelruimte te behouden voor het op termijn uitonderhandelen van een pakket aan maatregelen dat bijdraagt aan de werkelijke bescherming van de walvis.

Dolfijnen
In mijn brief van 28 juni 2007 (30800 XIV, nr. 115) heb ik verslag gedaan van het feit dat Nederland Japan heeft aangesproken op de drijfjacht van walvisachtigen in Taiji in Japan. Binnen de IWC worden dolfijnen niet door alle partijen erkend als onderwerp waar de IWC uitspraken over zou moeten doen. Daarom is het heel moeizaam om daar afspraken over te maken. Nederland zal dit onderwerp wel bilateraal aan de orde blijven stellen.

De meeste dolfijnen sterven helaas nog steeds door bijvangst bij visserij. Daar hebben ook beschermingsgezinde landen een groot aandeel in. Ik onderken de problematiek en ik zal deze aankaarten in de relevante visserijbeheersorganisaties, de zogenaamde RFMO's (Regional Fisheries Management Organisations). De RFMO's bieden het juiste kader om over bijvangsten afspraken te maken.


2. Voorstellen omtrent moratorium
Het moratorium bestaat sinds 1986, maar blijkt niet goed te functioneren, er zitten lekken in. Het moratorium wordt al 22 jaar niet nageleefd door IJsland, Noorwegen en Japan. Deze landen vingen de afgelopen drie jaar bij benadering 1800 walvissen per jaar. Het moratorium is dus niet waterdicht en de walvis is niet goed beschermd. Daar wil ik ver- betering in aanbrengen. Mijn doel is dat de walvisjacht uiteindelijk stopt en op weg daar naartoe moeten we tot een verbetering van de huidige situatie komen.

Dat betekent dat dit moratorium wat mij betreft blijft gelden, totdat er een beter morato- rium is. De oplossing waar ik naar toe wil, moet het in zich hebben om meer walvissen te beschermen dan nu en moet uitzicht bieden op een totaal verbod op commerciële en wetenschappelijke jacht. Onderdelen van dit pakket aan maatregelen zijn harde afspraken over het internationaal onder controle brengen van de walvisvaart, het stoppen met de wetenschappelijke walvisvaart en het instellen van een nalevingsysteem met internatio- nale controle via GPS. Elke walvis die wij op weg daar naartoe kunnen redden, verkies ik boven de huidige situatie.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 31 maart 2008 DN. 2008/1022 3

Een tussenstap om tot een totaal verbod te komen, kan het Ierse voorstel zijn. Hierbij worden alle oceanen en zeeën beschermd gebied met uitzondering van de 200 mijlszones vanaf de kusten. Dit is feitelijk een wereldwijd moratorium met uitzondering van de 200 mijlszone. Dan hebben we een wereldwijd walvisreservaat en zal Japan bijvoorbeeld niet meer in Antarctische wateren op walvissen mogen jagen. De walvisvangst blijft op kleine schaal mogelijk voor lokale gemeenschappen, de zogenaamde small-scale coastal whaling en de geaccepteerde subsistance whaling.

Veel walvisbeschermende landen zullen in hun 200 mijlszone geen walvisjacht toestaan, waardoor het beschermd gebied uiteindelijk nog veel groter is. Op het Zuidelijk halfrond betekent dit dat bij benadering 95% van de zeeën en oceanen beschermde gebieden zijn. Het Ierse voorstel zal leiden tot een walvisvangstafname van circa 1800 naar 340 walvissen per jaar. Dit vind ik een substantiële stap op weg naar een volledig verbod op walvis- vangst.

Ik leg de motie op het punt van het moratorium zo uit, dat ik voor het huidig moratorium ben totdat dit voor een verbeterde oplossing, zoals het Ierse voorstel, kan worden vervan- gen op weg naar een algeheel verbod.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg


---- --