Antwoorden op kamervragen van Koser Kaya over de forse overschrijding van de budgetten voor kinderopvang en AWBZ
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
31 maart 2008
DLZ-K-U-2836008
Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker, mede namens de
staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, op de vragen
van het Kamerlid Koser Kaya (D66) over de forse overschrijding van de
budgetten voor kinderopvang en AWBZ doordat de zorg voor naasten
steeds vaker vergoed wordt (2070813040).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het artikel `Zorg door naasten steeds vaker
vergoed'?1)
Antwoord 1
In mijn brief van 9 november 2007 (TK, vergaderjaar 2007-2008,
26 631, nr. 232) heb ik de Tweede Kamer geïnformeerd over de groei van
het persoonsgebonden budget (pgb) en de oorzaken daarvan. De gegevens
in het artikel over het pgb staan ook in die brief vermeld.
Vraag 2
Is het waar dat er bij Voorjaarsnota weer extra geld uitgetrokken gaat
worden voor kinderopvang? Zo ja, hoeveel?
Antwoord 2
Afgelopen Prinsjesdag heb ik uw Kamer gemeld dat zich op dat moment
een tegenvaller van EUR 300 miljoen aftekende. Aan het eind van het
kalenderjaar 2007 is uiteindelijk de totale overschrijding op EUR 470
miljoen komen vast te staan.
Ik ben inmiddels in goed overleg met de Minister van Financiën om na
te gaan wat de doorwerking hiervan voor 2008 en latere jaren betekent
en wat de oorzaken van deze groei zijn.
Het kabinet zal bij de voorbereiding van de Voorjaarsnota en de
begroting van 2009 besluiten nemen over de te nemen stappen. Conform
mijn eerdere toezegging wordt u voor de zomer bij Voorjaarsnota
hierover geïnformeerd.
Vraag 3
Is het waar dat het budget voor het persoonsgebonden budget (pgb)
(1,75 miljard) al in april opgesoupeerd is vanwege de forse toename
van het aantal aanvragen?
Antwoord 3
Nee.
Vraag 4
Hoe verklaart u deze forse toename van het aantal pgb's, te meer daar
ook het aantal intramurale opnames stijgt?
Antwoord 4
Ik heb u hierover voor zover bekend geïnformeerd tijdens het
spoeddebat dat op 12 maart jl. plaatsvond. Zodra uitkomsten van
aanvullend onderzoek beschikbaar is zal ik u nader informeren.
Vraag 5
Hoe staat u tegenover de tendens dat steeds meer mensen zichzelf
inhuren van het pgb?
Antwoord 5
Een budgethouder kan zichzelf niet inhuren als hulpverlener.Hij heeft
wel de vrijheid om zijn hulpverlener zelf te kiezen en dat kan ook een
mantelzorger zijn. Ik sta daar niet afwijzend tegenover.
Vraag 6
Deelt u de mening dat mensen die gebruik maken van informele
kinderopvang aan dezelfde eisen moeten voldoen die aan een
professionele kinderopvang worden gesteld? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 6
De overheid komt ouders tegemoet in de kosten van formele
kinderopvang. Het gaat daarbij om dagopvang, buitenschoolse opvang en
gastouderopvang in de zin van de Wet kinderopvang. Kinderopvang in de
zin van de Wet kinderopvang moet voldoen aan een aantal
basiskwaliteitseisen, die in samenspraak van de kinderopvangsector,
tot stand zijn gekomen. Op de naleving van deze kwaliteitseisen wordt
toegezien door de GGD. Bij informele kinderopvang is géén sprake van
kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang. Voor informele
kinderopvang gelden geen kwaliteitseisen en bestaat geen
overheidsbijdrage via de Wet kinderopvang.
Vraag 7
Is er voldoende menskracht om ook bij informele kinderopvang te
controleren op kwaliteit?
Zo neen, bent u bereid informele kinderopvang dan niet meer te
financieren?
Antwoord 7
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 6 worden aan informele
kinderopvang geen kwaliteitseisen gesteld waarop wordt gecontroleerd
en wordt informele opvang ook niet gefinancierd door de overheid via
de Wet kinderopvang.
1) Het Financieele Dagblad, 26 februari 2008