Kamerbrief inzake verslag bezoek minister voor Ontwikkelingssamenwerking aan
Ethiopië, Eritrea en een kamp met Somalische vluchtelingen in Jemen
31-03-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Van 2 tot en met 7 maart jl. bracht ik een bezoek aan Ethiopië,
Eritrea en aan een kamp met Somalische vluchtelingen in Jemen. Met
deze brief wil ik u verslag doen van mijn bevindingen en conclusies.
Doel van het bezoek
Doel van mijn bezoek was om mij in detail op de hoogte te stellen van
de Nederlandse activiteiten in de Hoorn van Afrika en om een beter
inzicht te verkrijgen in de complexe onderlinge verbanden tussen de
diverse conflicten in de regio. Hiertoe heb ik een aantal activiteiten
in het veld bezocht en een groot aantal gesprekken in Ethiopië en
Eritrea met lokale politici, maatschappelijk middenveld,
internationale organisaties en andere donoren gevoerd. Omdat het om
veiligheidsredenen onmogelijk was een bezoek aan Somalië te brengen,
heb ik een bezoek gebracht aan een kamp met Somalische vluchtelingen
in Jemen en heb ik in Eritrea gesproken met leden van de Somalische
oppositie.
Gesprekspartners
Tijdens het bezoek aan Ethiopië werden gesprekken gevoerd met de
volgende personen:
* Meles Zenawi, minister-president van de Ethiopische regering.
* Alpha Oumar Konaré, voorzitter van de Commissie van de Afrikaanse
Unie.
* Girma Birru, minister van Handel en Industrie.
* Theodros Adhanom, minister van Gezondheidszorg.
* Fuad Ibrahim, onderminister voor Basisonderwijs.
* Abdullahi Hassen, president van de Somali regio (Ogaden).
* Azouz Ennifar, Speciaal Vertegenwoordiger van de Secretaris
Generaal van de VN, UNMEE.
* Vertegenwoordigers van de Ethiopische oppositie.
* Vertegenwoordigers van Ethiopische (mensenrechten) NGO's.
* Vertegenwoordigers van in Ethiopië actieve donoren, internationale
organisaties en internationale NGO's.
* Nederlandse ondernemers in Ethiopië.
In Eritrea werden gesprekken gevoerd met:
* Isaias Afwerki, president van Eritrea.
* Osman Saleh, minister van Buitenlandse Zaken .
* Yemane Ghebreab, hoofd politieke zaken van de regeringspartij.
* Lebohang Moleko, Plaatsvervangend Speciaal Vertegenwoordiger van
de Secretaris Generaal van de VN.
* Generaal Majoor Mohammed Taisir Massadeh, Commandant UNMEE
* Vertegenwoordigers van Somalische oppositie.
* Vertegenwoordigers van in Eritrea actieve internationale
organisaties en internationale NGO's.
* Vertegenwoordigers van het Eritrese maatschappelijke middenveld.
In Jemen werd een bezoek gebracht aan het vluchtelingenkamp Kharaz in
de buurt van de stad Aden. Daar werd gesproken met:
* Somalische vluchtelingen
* Vertegenwoordigers van UNHCR
* Abdulrahman Fadhl Al Eryani, Minister van Water en Milieu
* Ahmed Al-Kohlani, Gouverneur van Aden
Bevindingen
Regionale dimensie
De conflicten in de Hoorn van Afrika zijn onlosmakelijk met elkaar
verbonden. Zo is Ethiopië direct betrokken bij het conflict in Somalië
en speelt Eritrea hier een indirecte rol vanwege zijn steun aan de
oppositie. Voorts steunen de landen over en weer elkaars (gewapende)
oppositiegroeperingen. Ook onderhoudt Eritrea contacten met
oppositiegroeperingen in Darfur en was het betrokken bij de
vredesregeling voor het oostelijk front in Sudan.
Een oplossing van het grensconflict en normalisering van de verstoorde
relatie tussen Ethiopië en Eritrea is van groot belang voor het boeken
van voortgang ten aanzien van andere conflicten in de regio, zoals in
Somalië. Zo lang dat niet gebeurt zullen beide landen hun onderlinge
rivaliteit voortzetten door directe of indirecte inmenging in andere
regionale conflicten. Het conflict tussen beide landen heeft er
bovendien toe geleid dat regionale organisaties, zoals de
Intergovernmental Authority on Development (IGAD), vleugellam zijn
geworden, waardoor zij niet meer een rol van betekenis als
bemiddelende partij kunnen spelen.
De regionale problematiek was dan ook een van de belangrijkste
gespreksonderwerpen tijdens deze reis. Ik heb hierover uitgebreid
gesproken met de Ethiopische minister-president Meles Zenawi, de
Eritrese president Isaias Afwerki en de voorzitter van de Commissie
van de Afrikaanse Unie, Konaré.
Grensconflict Ethiopië-Eritrea
Het grensconflict tussen Ethiopië en Eritrea geeft mij reden tot grote
zorg. Niets wijst erop dat een oplossing dichterbij komt. Eritrea
houdt vast aan de finale en bindende juridische uitspraak van de
Ethiopia Eritrea Boundary Commission (EEBC). Ethiopië betwist de
geldigheid van die uitspraak niet, maar is van mening dat de
daadwerkelijke demarcatie van de grens op de grond onderwerp van
verdere dialoog moet zijn. Onlangs heeft Eritrea haar medewerking aan
de United Nations Mission in Ethiopia and Eritrea (UNMEE) ingetrokken,
waaronder de toevoer van brandstof, waardoor de missie zich heeft
moeten terugtrekken uit het Eritrese grensgebied. Dit betekende
effectief het einde van de activiteiten van UNMEE in Eritrea. Het
vertrek van UNMEE, de gespannen relatie tussen beide landen en de
aanwezigheid van aanzienlijke aantallen troepen aan beide zijden van
de grens vormen een explosieve combinatie. Het is dan ook van belang
dat nu frequent in heldere taal en met klem bij beide landen wordt
aangedrongen op beheersing. Een nieuw militair treffen is immers in
niemands belang.
Het conflict tussen beide landen was een belangrijk onderwerp van
gesprek in mijn ontmoetingen met minister-president Zenawi van
Ethiopië en president Afwerki van Eritrea. In beide openhartige
gesprekken, die meer dan twee uur duurden, heb ik mijn grote zorg over
de huidige situatie en over het gebrek aan perspectief op een
oplossing uitgesproken. Bij president Afwerki heb ik er voorts op
aangedrongen om UNMEE in ieder geval nog van brandstof voor de
voltooiing van de relocatie te voorzien. President Afwerki gaf in ons
gesprek blijk van zijn frustratie over het gebrek aan steun vanuit de
Veiligheidsraad voor de implementatie van het besluit van de EEBC.
Voorts verwees hij expliciet naar de negatieve rol die de Verenigde
Staten daarbij naar zijn mening speelden. Hoewel de politieke leiders
van beide landen mij verzekerden dat zij een hervatting van
vijandelijkheden wilden vermijden, is ook duidelijk dat er onvoldoende
politieke wil bestaat om de bestaande situatie van "geen oorlog, geen
vrede" op een afzienbare termijn tot een einde te brengen. Nederland
zal hierover met beide partijen in gesprek blijven en zal er voor
zorgen dat dit onderwerp op de agenda van de Europese Unie blijft
staan.
De Afrikaanse Unie
Tijdens mijn bezoek aan Addis Abeba was ik in de gelegenheid te
spreken met de vertrekkende voorzitter van de Commissie van de
Afrikaanse Unie, Alpha Oumar Konaré. Hij benadrukte eveneens de
onderlinge verbondenheid van de diverse conflicten in de Hoorn van
Afrika en de sleutelrol die het grensconflict tussen Eritrea en
Ethiopië daarbij speelt. Hij sprak zijn zorg uit over de ontwikkeling
van radicale groeperingen in Afrika en Europa. Uit mijn gesprek met
Konaré werd voorts duidelijk hoeveel er, met name op het gebied van
institutionele ontwikkeling en verdere opbouw van capaciteit, nog moet
gebeuren voordat de Afrikaanse Unie haar aanzienlijke ambities op de
diverse werkterreinen binnen haar mandaat kan waarmaken. Voor de
Europese Unie ligt hier een duidelijke taak. Europa is immers niet
alleen steeds nauwer met Afrika verbonden, maar ook gebaat bij een
sterke regionale Afrikaanse organisatie als counterpart. Konaré sprak
overigens zijn grote waardering uit voor de steun die Nederland aan de
Afrikaanse Unie geeft.
Ethiopië
Mensenrechten, democratie en rechtsstaat in Ethiopië
Na de verkiezingen van 2005 hebben de Ethiopische autoriteiten de
ingezette politieke hervormingen stilgezet en deels zelfs
teruggedraaid. Zo is bijvoorbeeld niet of nauwelijks sprake van een
vrije pers, wordt de oppositie actief gehinderd in haar werkzaamheden
en krijgen organisaties uit het maatschappelijk middenveld - met name
mensenrechtenorganisaties - weinig ruimte. Deze ontwikkeling is
zorgelijk, zeker omdat Ethiopië aan het eind van de jaren negentig van
de vorige eeuw een veelbelovend begin met het democratiseringsproces
had gemaakt. In mijn gesprekken met Meles Zenawi, de Ethiopische
oppositie en het maatschappelijk middenveld heb ik deze zorgen helder
overgebracht. Hoewel minister-president Meles mij verzekerde dat het
democratiseringsproces onomkeerbaar is, is het mijn indruk dat de
prioriteit van de Ethiopische regering op dit moment vooral ligt bij
economische ontwikkeling en bij nationale en regionale
veiligheidsvraagstukken. Het verwaarlozen van het
democratiseringsproces is wat mij betreft niet alleen een politiek
probleem. Het zal op langere termijn ook een negatieve weerslag hebben
op economische ontwikkeling en nationale veiligheidsvraagstukken. Om
die reden richt Nederland een belangrijk deel van zijn inspanningen op
ondersteuning van het democratiseringsproces. Zo steunt Nederland op
het gebied van mensenrechten, democratie en rechtsstaat een aantal
Ethiopische NGO's en mensenrechtenorganisaties. Door middel van de
politieke dialoog en via steun aan het door UNDP beheerde Democratic
Institutions Programme steunt Nederland de opbouw van democratische
instituten zoals de Nationale Kiesraad, de Ombudsman en de
Mensenrechtencommissie. Het verloop van de lokale verkiezingen in
Ethiopië in april as. en de implementatie van de perswet zullen voor
mij belangrijke graadmeters zijn om vast te stellen of in Ethiopië op
dit gebied vooruitgang wordt geboekt. Nederland blijft hierover met de
Ethiopische autoriteiten een kritische dialoog voeren.
Nederlandse bilaterale activiteiten op het terrein van
ontwikkelingssamenwerking.
Nederland voert in Ethiopië een tweesporenbeleid: enerzijds is het
Nederlandse beleid - zoals hierboven gesteld - gericht op het
bevorderen van het democratiseringsproces, respect voor de
mensenrechten en de verdere ontwikkeling van de rechtstaat in
Ethiopië, anderzijds zet Nederland zich in voor het behalen van de
Millenniumdoelstellingen. In dit kader ondersteunt Nederland
programma's op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs, gender,
verhogen van economische ontwikkeling. Het laatste gebeurt onder meer
door activiteiten gericht op het verbeteren van het
investeringsklimaat in de landbouw en private sector ontwikkeling. Ook
verleent Nederland humanitaire hulp aan Ethiopië. Het land heeft ruim
80 miljoen inwoners en is één van de armste landen ter wereld. Op het
gebied van de Millenniumdoelstellingen worden de laatste jaren
indrukwekkende resultaten geboekt, onder andere op het gebied van
gezondheidszorg en onderwijs. Gelijkertijd moeten, gezien de
armoedesituatie van de bevolking, nog aanzienlijke inspanningen worden
verricht, met name ook ten aanzien van de positie van vrouwen. Dit
alles rechtvaardigt een intensivering van de Nederlandse
OS-inspanningen in Ethiopië. Minister-president Zenawi gaf aan dat
Ethiopië zelf ook extra inspanningen ten behoeve van de realisatie van
de Millenniumdoelstellingen zal plegen.
Bedrijfsleveninstrumentarium en bilaterale handel in Ethiopië
Minister-president Zenawi noemde Nederland expliciet als een land dat
een voorbeeldfunctie vervult als het gaat om bevordering van de lokale
economie door het geven van starterssubsidies aan lokale ondernemers.
Deze ondernemers, deels afkomstig uit Nederland, zijn vooral actief in
de horticultuur en andere delen van de agrarische sector. In mijn
gesprekken werd mij duidelijk dat deze ondernemers niet alleen een
belangrijke rol vervullen bij de opbouw van lokale capaciteit en als
aanjager van lokale economische activiteit die ter plekke aanzienlijke
werkgelegenheid genereert. Een aantal ondernemers wil daarnaast ook
bepaalde standaarden zetten door initiatieven op het gebied van
maatschappelijk verantwoord ondernemen te ontplooien. Ethiopië is een
land dat aanzienlijk potentieel heeft om zich in genoemde sectoren
verder te ontwikkelen, mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan.
Zo is het van belang dat de capaciteit van de logistieke voorzieningen
gelijke trend houdt met de groei van de productie in deze sectoren.
Daarnaast dient de Ethiopische overheid haar markt verder open te
stellen voor buitenlandse investeerders, hetgeen ook van belang is in
het licht van de wens van Ethiopië om toe te treden tot de WTO. Hoewel
de economische groei in Ethiopië de laatste jaren voortdurend goede
cijfers laat zien, is thans de inflatie als gevolg van stijgende
voedselprijzen aanzienlijk gestegen.
Tijdens mijn bezoek heb ik een Memorandum of Understanding (MoU)
getekend over een publiek-privaat partnerschap ten aanzien van
verbetering van de productie en de handel in oliehoudende zaden, na
koffie het belangrijkste exportproduct van Ethiopië. Oliehoudende
zaden worden vooral geproduceerd door kleine boeren, die op dit moment
nog niet aan de kwaliteitseisen kunnen voldoen om op de Europese markt
goede prijzen te krijgen. Het MoU voorziet erin dat de Nederlandse
werkgeversvereniging voor oliën en vetten de Ethiopische exporteurs
zal kunnen bijstaan bij het verbeteren van de kwaliteit en
productiviteit.
Situatie in de Somali regio (Ogaden)
Gezien de alarmerende berichten over de situatie in de Ogaden leek het
mij wenselijk mij ter plekke te informeren over de stand van zaken.
Daartoe heb ik gesproken met de president van de Somali regio, met
vertegenwoordigers van internationale organisaties en van
internationale en lokale NGO's en met de lokale bevolking. Hoewel het
lastig is om een volledig beeld van de situatie te krijgen, is mij
duidelijk geworden dat - ondanks het gegeven dat de humanitaire
toegang is verbeterd en dat beperkingen ten aanzien van de handel
deels zijn opgeheven - de situatie nog steeds ernstig is. De
combinatie van voortdurende droogte en de instabiele
veiligheidssituatie als gevolg van confrontaties tussen het
Ethiopische leger en het Ogaden National Liberation Front, maakt dat
de mensen in de Somali regio zeer kwetsbaar zijn. Hoewel nu nog geen
sprake is van een humanitaire crisis, is er weinig voor nodig om deze
te veroorzaken. Het is zaak dat de Ethiopische autoriteiten en de
Verenigde Naties snel overeenstemming bereiken over de manier waarop
een humanitaire crisis voorkomen kan worden. Ik heb dit met klem bij
de verschillende gesprekspartners onder de aandacht gebracht.
De berichten over mensenrechtenschendingen in de Somali regio zijn
zorgwekkend, maar kunnen moeilijk worden geverifieerd. Daarom is het
van belang dat snel afspraken worden gemaakt over onafhankelijke
monitoring van de mensenrechten in de hele regio. Nederland zal
hiervoor aandacht blijven vragen bij de relevante gesprekspartners in
Addis Abeba en in de Somali regio.
Eritrea
Mensenrechten, democratie en rechtsstaat in Eritrea
De situatie van de mensenrechten, democratie en rechtsstaat in Eritrea
baart mij grote zorgen. Deze situatie komt onder meer voort uit de
ideologie van de president en de regeringspartij; namelijk de gedachte
dat het land in hoge mate zelfvoorzienend moet zijn en dat alle
fundamentele vrijheden van de Eritrese bevolking daaraan indien nodig
ondergeschikt zijn. In de voortdurende impasse rond het grensconflict
met Ethiopië, zien de Eritrese autoriteiten aanleiding om het
incasseringsvermogen van de Eritrese bevolking op dit gebied extra op
de proef te stellen. Van politieke vrijheden en vrije media is geen
sprake. Mensen verdwijnen zonder proces in de gevangenis. De
bewegingsvrijheid van de bevolking, diplomaten en vertegenwoordigers
van internationale organisaties is strikt aan banden gelegd.
Volwassenen worden geacht voor onbepaalde tijd nationale (civiele of
militaire) dienstplicht te vervullen. Als gevolg daarvan proberen veel
mensen het land te ontvluchten. Ik heb mijn zorgen hierover aan
president Afwerki kenbaar gemaakt en hierover gesproken met diplomaten
en vertegenwoordigers van internationale organisaties in Asmara en met
enkele Eritreeërs uit het in Eritrea zeer beperkte maatschappelijk
middenveld.
Nederlandse bilaterale activiteiten op het terrein van
ontwikkelingssamenwerking in Eritrea
In Eritrea wordt het OS-programma afgebouwd. De reden hiervoor is dat
het niet mogelijk was om in samenwerking met de Eritrese autoriteiten
te komen tot invulling van een volwaardig partnerschap. Nederland
blijft humanitaire activiteiten in Eritrea ondersteunen.
Somalië
Hoewel ik om veiligheidsredenen geen bezoek aan Somalië zelf kon
brengen, is de situatie in Somalië - als onderdeel van de regionale
problematiek - in veel gesprekken aan de orde geweest. Daarnaast heb
ik een bezoek gebracht aan een kamp met Somalische vluchtelingen in
Jemen en heb ik in Eritrea gesproken met leden van de Somalische
oppositie (de Alliance for the Re-liberation of Somalia).
Al mijn gesprekspartners benadrukten dat een militaire oplossing voor
de problemen in Somalië niet mogelijk is, maar dat deze gezocht moet
worden in een inclusieve politieke dialoog. De aanwezigheid van
Ethiopische troepen in Somali ë maakt het echter voor een deel van de
oppositie lastig om aan een dergelijke dialoog deel te nemen. De
Ethiopische minister-president Zenawi gaf desgevraagd aan dat Ethiopië
zelf ook niet eindeloos in Mogadishu wil blijven, maar dat de TFG zelf
niet in staat was de veiligheid in Somalië te waarborgen. De
Afrikaanse Unie was tot dusver niet in staat gebleken voldoende
troepen voor de AU-vredesmacht AMISOM te leveren, waardoor de TFG
vooralsnog afhankelijk bleef van Ethiopische troepen.
Hoewel de politieke -, humanitaire - en veiligheidssituatie in Somalië
nog steeds zorgwekkend zijn, waren de meeste gesprekspartners
overigens positief over de rol van de nieuwe minister-president van de
Transitional Federal Government (TFG) van Somalië, Nur Hassan Hussein.
Ook de VN-vertegenwoordiger voor Somalië, Ould Abdallah, was deze
mening toegedaan. Met hem sprak ik kort geleden in Nairobi over
Somalië. Dit is hoopgevend, omdat daarmee de kans toeneemt dat een
inclusief politiek proces kan worden gestart. In Eritrea gaven de
leden van de Alliance for the Re-liberation of Somalia (ARS) aan dat
zij hiervoor open zouden staan voor een dialoog met de TFG, zodra
duidelijk zou worden dat de Ethiopische troepen uit Mogadishu zouden
vertrekken.
Mijn bezoek aan het Somalische vluchtelingenkamp Kharaz in Jemen
In Jemen heb ik een bezoek gebracht aan het Somalische
vluchtelingenkamp Kharaz in de buurt van de stad Aden. De meeste van
deze vluchtelingen hebben de overtocht van Somalië naar Jemen onder
erbarmelijke omstandigheden over zee gemaakt. De verhalen van de
ontberingen die deze mensen hebben ondergaan en de manier waarop zij
nog proberen een zinnige draai te geven aan hun uitzichtloze bestaan
in een vluchtelingenkamp in de Jemenitische woestijn waren
indrukwekkend. Hoewel de Somalische vluchtelingen in beginsel welkom
zijn in Jemen, kunnen - gezien de onherbergzame locatie van het kamp
en de gespannen relatie met de lokale bevolking - vraagtekens gezet
worden bij de kwaliteit van de geboden gastvrijheid. Gezien de
problemen waar UNHCR nog mee kampt om dit vluchtelingenkamp draaiend
te houden heb ik besloten deze organisatie hierin te steunen met een
extra bedrag van 0,5 miljoen euro.
Conclusies
De Hoorn van Afrika is een instabiele regio met meerdere conflicten,
die alle onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. De conflicten dienen
dan ook in hun onderlinge samenhang te worden bekeken en een regionale
aanpak is om die reden noodzakelijk. Nederland zal als vervolg op mijn
bezoek - binnen de beperkte mogelijkheden die er zijn - op zoek gaan
naar aanvullende mogelijkheden voor ondersteuning van regionale
activiteiten en initiatieven die de stabiliteit in de Hoorn van Afrika
verder kunnen bevorderen.
De regionale dimensie van de problematiek in de Hoorn van Afrika is
voor Nederland voorts een belangrijke reden om de politieke dialoog
met de Eritrese autoriteiten voort te zetten, ondanks de afbouw van
het bilaterale ontwikkelingssamenwerkingsprogramma. Hiertoe besloot ik
al in een eerder stadium, omdat het niet mogelijk was om in
samenwerking met de Eritrese autoriteiten te komen tot een zinvolle
invulling van de partnerschapsrelatie. Verdere (zelf gezochte)
isolatie van Eritrea zal echter niet bijdragen aan een oplossing voor
de regionale problemen. Het is daarom van belang dat het beperkte
aantal landen dat nog een dialoog kan voeren met Eritrea, zoals
bijvoorbeeld Nederland en Noorwegen, hun bilaterale relatie met
Eritrea blijft onderhouden. Dat kan wat mij betreft alleen als er
binnen die relatie voldoende ruimte blijft om naast regionale zaken
ook binnenlands-politieke aangelegenheden in Eritrea te bespreken.
Daarnaast blijft Nederland humanitaire hulp verlenen aan Eritrea.
Wat betreft Ethiopië heb ik in deze brief uiteengezet dat Nederland
een tweesporenbeleid volgt, waarbij enerzijds wordt ingezet op het
behalen van de Millenniumdoelstellingen, anderzijds op verbetering van
de mensenrechtensituatie, bevordering van de democratie en
ontwikkeling van de rechtsstaat. Tijdens mijn bezoek heb ik
vastgesteld dat dit voor Ethiopië een goede inzet is. Naar aanleiding
van mijn bezoek heb ik besloten de Nederlandse inspanningen ten
aanzien van het bereiken van de Milleniumdoelstellingen te
intensiveren. Ten aanzien van de binnenlands-politieke situatie blijf
ik kritisch en ik zal ontwikkelingen op dat gebied nauw blijven
volgen. Het verloop van de komende lokale verkiezingen en de
implementatie van de perswet zullen voor mij belangrijke indicatoren
zijn voor richting waarin Ethiopië zich op deze terreinen beweegt.
De situatie in Somalië is vanuit velerlei perspectief zorgwekkend.
Omdat Somalië geen prioriteitsland is, ligt de nadruk van Nederland op
humanitaire hulp, terwijl er ook enkele migratie en
ontwikkelingsprojecten worden uitgevoerd. Desalniettemin wil ik bezien
of Nederland, vanuit een regionale benadering van de Hoorn van Afrika,
meer kan doen om de inspanningen van de VN in Somalië te ondersteunen.
Hierbij denk ik dan vooral aan activiteiten ter ondersteuning van een
inclusief politiek proces in Somalië en ter bevordering van lokale en
regionale stabiliteit. Daarnaast besluit de Kamer binnenkort over het
voorstel een Nederlands fregat van eind maart tot eind juni maritieme
transporten van het World Food Programme naar Somalië te laten
escorteren.
Naar mijn mening zal het al dan niet slagen van elk politiek proces in
Somalië voor een groot deel afhangen van de vraag of externe actoren,
die thans hun eigen belangen nastreven in Somalië en daarmee bijdragen
aan voortdurende verdeeldheid en instabiliteit met alle gevolgen van
dien, bereid zullen zijn om dit proces niet te verstoren. Daarnaast is
het van belang dat Europese actoren bij monde van de EU over Somalië
met één stem spreken. Nederland zal zich hier sterk voor maken in
Brussel en in contacten met Europese landen die actief zijn in
Somalië.
Ten slotte: Een laatste stand van zaken van de situatie in Somalië is
u schriftelijk toegegaan in het kader van de artikel 100 procedure met
betrekking tot de inzet van een Nederlands fregat voor het bieden van
maritieme bescherming aan transporten van het World Food Programme
naar Somalië (kenmerk DVB/CV-098/08, d.d.7 maart 2008). Ik ga er
vanuit dat met de aanvullende informatie over Somalië in deze brief
voldaan is aan het verzoek van de Commissie van Buitenlandse Zaken
d.d. 17 januari 2008 om over de situatie in Somalië te worden
geïnformeerd.
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Bert Koenders
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken